Iets meer dan een jaar geleden maakte Lous and The Yakuza een onuitwisbare indruk met debuutsingle “Dilemme”. Sindsdien kregen we steeds meer puzzelstukjes in handen in de vorm van nieuwe singles waarmee ze zichzelf keer op keer bevestigde, maar ook video’s. Denk maar aan de COLORS-sessie die inmiddels al bijna anderhalf miljoen keer bekeken is. Met de release van debuutplaat Gore is de puzzel af en is Lous klaar om de wereld te veroveren samen met haar Yakuza. Die term verwijst naar de Japanse maffia, maar refereert hier vooral aan haar creatieve familie. Lous laat genres moeiteloos samensmelten op haar album en is haar tijd op vlak van geluid ver vooruit.
Lous staat aan de vooravond van haar internationale doorbraak, maar dat was ooit anders. De creatieve duizendpoot pur sang kende een turbulent leven, wat zich vertaalt in heel wat verhalen. Die verhalen schrijft ze graag neer, om herinneringen vast te houden en om te delen. Dat de Brusselse met Congolese roots duidelijk wat te melden heeft, horen we op Gore. Wie dacht dat we daarmee een korte samenvatting geschetst hadden van de artieste heeft het bij het foute eind. Als ze niet de wereld rondvliegt voor haar modellencarrière of om haar muziek te promoten, is Lous wel bezig met een andere creatieve uitlaatklep. Zo houdt ze van schilderen, zet ze zich in voor bewegingen als Black Lives Matter en zou ze een kinderboek aan het tekenen en schrijven zijn.
Op Gore gaat Lous and The Yakuza op zoek naar de waarheid en presenteert ze een autobiografisch album in een universeel jasje. In een half uur weet Lous meer te vertellen dan een gemiddeld persoon op een dag of week, misschien zelfs langer. Ze weet het evenwel zo te verpakken dat we telkens een nieuwe laag, een nieuwe betekenis of een nieuw element kunnen ontdekken. Denk aan een muzikaal pak dat je op kinderfeestjes doorgaf en waar je telkens wanneer de muziek stopte een laagje inpakpapier mocht afhalen. De sterke boodschappen worden in sneltempo op je afgevuurd, zonder daardoor aan kracht in te leveren. Daarnaast vindt ook de aantrekkingskracht tussen haat en liefde een vertaling op Gore.
We krijgen een mooie balans tussen eerder verschenen singles en nieuw werk, wat ervoor zorgt dat onze aandacht geen seconde afdwaalt. Op “Messes basses” doet de instrumentatie denken aan Stromae, en dan vooral het nummer “moules frites”. Een enorm groot compliment voor Lous en producer El Guicho, die onder meer met Rosalía werkte. Dat hij duidelijk zijn stempel gedrukt heeft op het plaatje, kunnen we niet ontkennen, maar hij zorgt er vooral voor dat de vocalen en verhalen van Lous ingebed zijn in een ontzettend sterk stukje productie. Ook “Courant d’air”, waarop de zanglijn mee het ritme bepaalt en een heel laidback vibe weet te creëren, maakt meteen indruk.
Lous is een kunstenares in hart en nieren en dat schijnt op alle mogelijke manieren door op Gore. De onderwerpen, gevoelens en mate van intimiteit variëren op het album. Als er één nummer is dat lang blijft nazinderen, dan is het “Quatre heures du matin”. Net als bij alle andere nummers ligt de focus op het verhaal en de zang, maar wanneer we bij het refrein aankomen word je als het ware in je stoel gedrukt. Niet luisteren is geen optie. ‘Les diables n’ont pas de couleurs’ (‘duivels hebben geen kleur’), klinkt het en even later wordt die uitspraak meteen gekaderd. ‘Je n’ai pas vu mes agresseurs / Je me souviens juste de leurs odeurs’ (‘ik heb mijn aanvallers niet gezien / ik herinner me alleen hun geuren’), heeft verder niet veel uitleg nodig. In de coupletten wint het nummer nog aan kracht, maar tegelijkertijd komen de woorden van Lous ook heel hard binnen. Afsluiten doet ze met “Solo”, een nummer waarmee ze haar roots in de verf zet, maar ook nadruk wil leggen op de moeilijkheden van de zwarte vrouw.
Met Gore heeft Lous and The Yakuza alvast haar plekje in de Belgische muziekindustrie, en ongetwijfeld ver buiten onze landsgrenzen, veilig gesteld. Wie Lous live aan het werk wil zien moet op 18 januari in de Brusselse Botanique zijn.