Het gaat vooruit voor Nation of Language, de synthpopband uit Brookyn. Na hun sterke debuutplaat Introduction, Presence uit 2020 zetten ze al zeer snel een volgende stap in hun ontwikkeling met A Way Forward. Hun eerste plaat, uitgebracht in eigen beheer, was een heerlijke introductie in hun kunnen en als het ware een ode aan de new-waveperiode uit de jaren 80, door ons terecht bekroond met vier sterren. Nu tonen ze nog meer wat ze waard zijn en slaan een volgende weg in met deze tweede plaat.
Het drietal ligt ondertussen onder contract bij grote naam PIAS, die onder andere ook Fontaines D.C. en IDLES huisvest. We durven vermoeden dat daardoor de druk hoog lag om snel met een nieuwe plaat te komen om te blijven surfen op de nieuwe wave – pun intended – die ze creëerden na hun eerste plaat. Daardoor is niet elk nummer even sterk, maar je hoort wel een duidelijkere lijn dan op het eerste album. Je voelt dat ze de grenzen meer wilden opzoeken met meer experimentele en af en toe minimalistische geluiden, beïnvloed door de krautrock van Kraftwerk en andere vroege bewegingen in de elektronische muziekscene. A Way Forward is meer gepland volgens een concept, een stramien en luistert meer als een duidelijk geheel. Ze willen vooruitgaan en zichzelf ontwikkelen, dat staat buiten kijf.
Het talent is duidelijk. Muzikaal staat er iets. De stem van Ian Devaney, de frontman van de band, is fenomenaal, zo hardverscheurend melancholisch. Er zijn van die stemmen die je doen wegdromen naar een tijd waarin alles beter was en je met droefheid doen nadenken over de kansen die je had kunnen grijpen. Dat bewijst hij onder andere al op de eerste track van de plaat, “In Manhattan”. Het doet je wegdromen naar een druilerige herfstdag waar je op een zacht deken voor een haardvuur met een kop warme chocomelk in je handen in de armen van je geliefde uitrust. Het is een geluid dat troost, een stem die troost.
De invloeden zijn ook duidelijk. De baslijn in “Across That Fine Line” doet denken aan Joy Division, “The Grey Commute” of “This Fractured Mind” zouden dan weer zo uit de koker van OMD kunnen komen. Ze experimenteren echter wel degelijk met nieuwe geluiden. De gitaarriff op de achtergrond in “Whatever You Want” is verrassend en aangenaam, “Former Self” doet dan weer denken aan spirituele kerkgezangen, met een snaarinstrument dat lijkt op een sitar op de achtergrond. Op de laatste track van de plaat “They’re Beckoning” horen we het dreigende getik van een klok alsof ze ons willen doen geloven dat onze tijd op is: ze zijn aan het lonken, de rekening zal volgen.
Zoals het een goede new-waveband betaamt, zoekt frontman Ian Devaney de grenzen van zijn ziel op met emotionele hoogtes en valleien van verdriet. De schreeuw in “Wounds of Love”, vol van hunkering naar herkenning, doet je zelf terugdenken aan die ene keer: ‘Can I get ever past the wounds of love?’ De worsteling met de zoektocht naar betekenisvolle verbindingen in een te kunstmatig geconstrueerde wereld is een duidelijk thema in hun muziek. Het hoogtepunt van het album “A Word & a Wave” vat dat perfect samen: het is melancholie op een goede synthesizerbeat.
Na het kleine – naar eigen zeggen onverwachte – succes van het eerste werk, zijn de verwachtingen altijd hooggespannen voor een volgende plaat. Een tweede plaat heeft het vaak moeilijk om de hoge verwachtingen in te lossen. Nation of Language slaagt daar wonderwel in op hun tweede worp A Way Forward. Terwijl Introduction, Presence bol stond van de instant klassiekers en meer voelde als een reeks singles op een plaat geduwd, is dit album een geheel, met een duidelijke lijn en enkele experimentele toetjes. We zijn fan en staan op de eerste rij om hun verdere ontwikkeling te aanschouwen. Ze zijn alleszins op de juiste weg voorwaarts.
Op 11 januari staat Nation of Language in Trix in Antwerpen.