Ook de leden van Calexico zaten natuurlijk geplaagd met de hele coronapandemie. Inmiddels zijn ze drie decennia bezig. Met El Mirador, de opvolger van kerstplaat Seasonal Shift grijpt de groep rondom Joey Burns en John Convertino terug naar vertrouwd terrein. Zo laten ze zich voor hun twaalfde studio-album leiden door allerhande herinneringen aan de woeste, vaak desolate Zuiderse landschappen.
Wie vertrouwd is met het oeuvre van Calexico, komt op het gloednieuwe El Mirador weinig verrassends tegen. Zo is er als vanouds het zo typerende groepsgeluid, een hoogst aanstekelijke mix van lome latin, feelgood swing, tex-mex, americana en eigenzinnige woestijnrock. Ondanks het verderwerken op gekend mengsel van genres en stijlen, kan de groep uit Tucson, Arizona behoorlijk overtuigend uit de hoek komen.
Wat valt er zoal te rapen? Wel, het nieuwe album werd opgenomen in de thuisstudio van bandmaat Sergio Mendoza waardoor je dus ook vreugdevolle geluiden als cumbia en Cubaanse son (onder meer in “Cumbia Del Polvo” en “El Paso”) op El Mirador aantreft. Verder brengt Calexico een verse reeks songs waarbij onder meer de inbreng van de Guatamaltese vocalist/singer-songwriter Gaby Morena en de Spaanse rocker Jairo Zavala opvalt (in het dansbare “Cumbia Peninsula”). Daarnaast is er ook inbreng van Sam Beam (Iron & Wine) die gastvocals aanlevert op “Harness The Wind” en dichteres Pieta Brown die “El Paso” schreef.
Op inhoudelijk vlak gaat het onder meer over onhoudbaar verlangen. Evenzeer gaat het om verbinding tussen mens en aarde en over de grenzeloosheid van het bestaan. Zo is er sprake van een spreidstand, ergens tussen hoopvolle positiviteit die je grotendeels op de eerste plaathelft aantreft (zoals in het koortsig gedreven “Then You Might See”) en momenten van peilloze heimwee en melancholie die de tweede plaathelft (het slot met passages als het al te fraaie, langzaam bedwelmende “Turquoise”, “Constellation”, “Caldera”) lijken te overheersen.
Prima album. Al is er dus op muzikaal vlak weinig vernieuwing op te merken. De groep klinkt ondanks de coronapandemie – zoals ook op feestelijke tracks als door piano en Cubaanse percussie aangedreven “Liberada” of het met mariachi en slidegitaren opgetuigde “El Burro Song” (waarmee de groep de muzikale relaties tussen de US en Mexico aanhaalt) – hoopvol, veerkrachtig en positief.