Op Primavera Sound in Barcelona zagen we vorige week een prachtig intiem concert van Arooj Aftab, maar zoals dat al eens gaat op festivals werd het geluid er overstemd door een bonkende tent wat verder weg. Haar show in het rustademende OLT Rivierenhof kwam dan ook niet beter uit. De Pakistaanse muzikante brak vorig jaar door met het album Vulture Prince waarop ze klassieke Zuid-Aziatische muziek prachtig breekbaar moderniseert. Het album bezorgde haar een Grammynominatie voor Best New Artist en met het nummer “Mohabbat” won ze zelfs het beeldje voor Best Global Music Performance.
Een dik uur lang waren alle ogen in het publiek gericht op drie bakens van talent. Arooj Aftab zong in het gezelschap van een contrabassist en een harpiste. Twee instrumenten en een stem, dat is misschien eenvoudig, maar eenvoud klonk dan wel nog nooit zo groots en magisch. Meermaals mochten de muzikanten schitteren met virtuoze solo’s en toonladders. Vaak nog in hetzelfde nummer ging het intense getokkel weer over in zacht gestreel. Ze gebruikten zelfs niet enkel hun snaren, maar benutten hun instrumenten ook als drum via geklop op de klankkasten.
De lange nummers hadden een atypische structuur, maar toch bleef je gekluisterd, en wel dankzij de moeiteloos gezongen zanglijnen van Arooj Aftab. In se verstonden we niks van het poëtische Urdu, maar door haar melodische intonatie voelde het wel zo. Arooj Aftab staat gekend om haar zelfrelativerende grapjes tussen de nummers door en die waren ook hier meer dan aanwezig. Met cynische humor deed ze haar beklag over de vele muggen. Haar redmiddel? Een glas rode wijn. ‘Ik had gezegd dat ik vanavond niet zou drinken, maar fuck it¸ dit is de enige manier om die muggen te kunnen verdragen.’ Ze sprayde vervolgens gretig met muggenspray op haar microfoon en glas. ‘Nu ga ik mijzelf misschien vergiftigen, maar dat is eigenlijk al gebeurd, want al deze nummers gaan over vergiftigd zijn door de liefde.’
Toch hebben haar liedjes ook een warme, hoopvolle toon. Dat hoorden we vooral tijdens bisnummer “Aey Na Balam” waarin Aroojs stem plots een hoogte bereikte die we nog niet hadden gehoord. Het publiek zette een ontroerde glimlach op en nu werd helemaal duidelijk wat de zangeres eerder bedoelde met de woorden: ‘Mijn liedjes zijn misschien droevig, maar ze laten droefheid voelen als iets normaals, en misschien ook wel als iets leuks.’
Met haar virtuoze contrabassist en harpiste bracht Arooj Aftab prachtige avondliedjes in het daarvoor ideale OLT Rivierenhof. We noemen ze avondliedjes en geen slaapliedjes, want de nummers zijn immer fascinerend en boeiend. Het werk van Arooj Aftab klinkt fragiel, maar bonkt diep vanbinnen van zelfvertrouwen en hoop. En terwijl wij vervoerd werden door haar magie, bleef Arooj doodleuk met beide voeten op de grond staan aan de hand van bindteksten die overliepen van zelfrelativering.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Hoi, fijn verslag van een super avond. Voor de geschiedenis, het ging om een contrabas en een harp 😉