AlbumsFeatured albumsRecensies

Albumreviews: Beire Kort #43

Het aantal albums dat wekelijks verschijnt, is meedogenloos groot. Daarom is het onmogelijk om alles binnen de correcte tijdspanne van een degelijke review te voorzien. Gelukkig hebben we daarvoor een oplossing ontwikkeld in de vorm van ‘Beire Kort’. Reviews van in de voorbije jaar verschenen albums of ep’s die we nog niet recenseerden. Deze editie is tevens al de 43ste en laatste van 2023. In deze review onder andere recensies van Polaris, PinkPantheress, Pomme en The Kills.

Renée Rapp – Snow Angel (★★★½)

Na een succesvolle Broadway- en acteercarrière, besloot Reneé Rapp om daarnaast ook het muzikale pad te bewandelen. Snow Angel is, een jaar na haar eerste single, haar debuutalbum en die neemt ons mee op een bijzondere ontdekkingstocht. Rapp kiest met “Talk Too Much” voor een sterke openingstrack à la Olivia Rodrigo, maar valt redelijk snel terug op zachtere, zeemzoete liedjes. Een piano als hoofdinstrument op “I Hate Boston” en “Snow Angel” zorgt er dan weer voor dat de focus op haar sterke stem ligt. Die zachtere liedjes benadrukken hun boodschappen wel: in “I Hate Boston” haat ze – verrassend – Boston omdat haar ex daar vandaan komt, terwijl ze in “Snow Angel” het verlaten van een andere ex bezingt. Terwijl een groot deel van Snow Angel over liefde (of soms ex-liefde) gaat, steekt ze er ook persoonlijke, zelfreflecterende nummers in. Rapp eindigt met “23”, een lied over onzekerheden, al heeft ze volgens ons geen reden om te panikeren. Snow Angel zit goed in elkaar, met voor ieder wat wils: sterkere gitaren, een zachte piano en vooral een sterke stem. Reneé Rapp zit duidelijk aan het begin van een succesvolle zangcarrière.

Reaching As We Fall – Dance of Death (★★★)

Het zijn interessante tijden voor de Nederlandse corescene. Nog nooit is er in een jaar zoveel nieuwe coremuziek uitgebracht als in 2023. Van For I Am King’s kroonjuweel Crown tot aan het wereldwijd befaamde Distant album Heritage en van de jonge honden van A Part Of The Problem tot aan ’the new kids on the block’ Braces, die laatst voor Deez Nuts mochten openen. Met de overweldigende hoeveelheid nieuwe releases van het afgelopen jaar verloren we soms het overzicht, waardoor we de release van Reaching As We Fall pas op een later moment tegen het lijf liepen. Jammer, want met Dance of Death heeft de band een prima debuutalbum op de plank gelegd. Terwijl de plaat rustig opstart doormiddel van fijne elektronische geluiden, verandert “Erase Me” langzaam in een wilde machine die de toon zet voor de rest van Dance of Death. Met albumtitel “Dance of Death” knalt de band, mede door de verfijnde riffs en diepe grunts, in de achtste versnelling en kijkt het vervolgens niet meer achterom om even later bij afsluiter “Rebirth” nog een keer alle remmen los te doen. Lekkere start zullen we maar zeggen.

Polaris – Fatalism (★★★★)

2023 had een topjaar moeten worden voor Polaris. De groep had grote plannen, een volle touragenda en maakte zich op om Fatalism aan de wereld te tonen. Echter veranderde alles door de dood van gitarist Ryan Siew en sloeg het topjaar al snel om in het grootst mogelijk doomscenario. De band kwam tot stilstand en alles kwam stil te liggen. Ook Fatalism werd in de ijskast gezet, terwijl de band zich langzaam probeerde te herpakken na het gigantische verlies. Begin september zag het album dan alsnog het levenslicht. Maar goed ook, want Fatalism is een van de betere harde platen van dit jaargang. Donkere thema’s als dystopie en wanhoop worden verkend, terwijl de band de ultieme balans tussen intensiteit en kwetsbaarheid weet te behouden. Nummers als “Harbinger” en “Nightmare” wisselen stevig af tussen agressieve breakdowns en pakkende melodieën, terwijl het met emoties overladen “With Regards” misschien wel het mooiste nummer is dat de band ooit geschreven heeft. Doorheen het album wordt ons nog eens pijnlijk duidelijk gemaakt dat de wereld een geweldige gitarist moet missen. De oneindige creativiteit van Siew maakt van nummers als “Inhumane” en “Overflow” instant coreklassiekers en zorgt ervoor dat fans nog jaren over het album zullen praten. Helaas zou de beste man de complimenten nooit zelf kunnen horen, maar hij laat Fatalism in ieder geval een wonderschone erfenis achter.

Danko Jones – Electric Sounds (★½)

Wie rock zegt, zegt Danko Jones. De zanger gaat al de nodige jaren al shreddend door het leven en heeft, samen met de rest van zijn band, al de nodige kilometers aan gitaarsnaren erop zitten. Ook in 2023 kwam ‘The Mango Kid’ weer in actie en produceerde hij met Electric Sounds opnieuw een plaat, al rijst bij ons de vraag of de mango niet al lang over datum is. Het album is namelijk verre van indrukwekkend en eerder van de categorie ‘weinigzeggende, ouwe mannen rock-‘n-roll’ dan een echt goede rockplaat. Tekstueel is het huilen met de pet op. Nu staat Danko Jones niet bepaald bekend om zijn fantastische teksten, maar op Electric Sounds lijkt het ultieme dieptepunt bereikt te zijn. Nergens gaat de tekst de diepte in en op geen enkel moment is er maar een sprankeltje creativiteit te vinden. Ook muzikaal is het niet heel diepzinnig. Het volledige album staat in het teken van niet al te moeilijke gitaarriffs waarbij het ene nummer bijna een kopie lijkt van het daarop volgende nummer. Nee, laten we Electric Sounds maar snel weer vergeten.

PinkPantheress – Heaven knows (★★★½)

Op het podium kon PinkPantheress de hype voorlopig nog maar moeilijk waarmaken, maar op plaat gaat het de jonge Britse voor de wind. Na een eerste mixtape in de vorm van to hell with it, volgt er nu een debuutplaat onder de noemer Heaven knows. Daarin blijft de zangeres vooral haar eigenheid behouden, maar er is vooral ook groei hoorbaar. De vaak minimalistische drum-‘n-bassbeats krijgen op die manier telkens interessante scherpe randjes: een gitaarsolo in “Another life”, een zwoeler ritme in “The aisle”… En dan is er uiteindelijk nog hitsingle “Boy’s a liar Pt. 2” met Ice Spice. Overigens niet de enige feature, want met Central Cee, Rema en Kelela wist de Britse zangeres de artiesten die hot and happening zijn te verwerken in haar debuutplaat. Heaven knows werd op die manier een avondje dansen in je favoriete club, inclusief een glitterend en misschien wel schattig randje. Het ietwat mysterieuze alter ego van de zangeres krijgt bij deze dus nog wat meer vorm en een extra pluspunt is daarbovenop dat de Britse het album ook zelf producete.

The Kills – God Games (★★★★)

Voor de meest toegankelijke rock was je bij The Kills nooit echt aan het juiste adres; iets wat er met het nieuwe God Games niet bepaald beter op geworden is. Na om en bij de zeven jaar zijn Alison Mosshart en Jamie Hince terug van weggeweest, maar om nu te zeggen dat de singles spectaculair waren… dat is meteen een brug te ver. En toch is deze zesde langspeler er eentje die je meer dan ooit weet mee te slepen in de dorre, donkere wereld van het duo. Een plaat die je met andere woorden in z’n geheel moet beluisteren, want zo komt de anders minimalere sound van The Kills gigantisch groots binnen. Flarden van riffs en elektronica vloeien permanent in elkaar over, terwijl Mossharts beklijvende, meeslepende stem zich ontpopt tot de lijm die alles samenhoudt. Een dipje is er zelfs nooit, maar met onder meer “New York” en “Wasterpiece” zijn er wel enkele uitschieters. Het gevaar – of beter: de twist – loert permanent om de hoek op God Games en zo zorgt het duo ervoor dat je veertig minuten lang in hun eigen geschapen realiteit ronddwaalt. Eentje waarin zij voor god spelen.

Baby Queen – Quarter Life Crisis (★★★)

Het fenomeen Baby Queen raast al even door de muziekwereld, hetzij ietsje nadrukkelijker in het Verenigd Koninkrijk, maar na een mixtape en twee ep’s is het nu eindelijk tijd voor een debuutplaat. Quarter Life Crisis is in dat opzicht meteen ook een degelijk album, maar de keerzijde van de medaille is echter wel dat we heel weinig verrassends op ons bord krijgen. Doorheen haar eerste langspeler balanceert Bella Latham nog altijd op een dunne koord tussen cynisme, sarcasme en de harde waarheid, op opnieuw een bedje van makkelijke popbeats en voorzichtige gitaren. Een nummer als “Quarter Life Crisis” is langs de ene kant beladen, het leven als een jongadolescent in deze maatschappij, maar blijft langs de andere kant ook wel weer hangen. Toch is er ook altijd een vleugje hoop aanwezig, zoals in openingstrack “We Can Be Anything”. Je zou dus kunnen stellen dat Baby Queen op haar debuut gewoon doet waar ze goed in is zonder daarmee echt zwaar uit te pakken.

Teen Jesus and the Jean Teasers – I Love You (★★★½)

Een tongbreker als bandnaam, het is niet per se de beste marketingstunt. Toch onthou je Teen Jesus and the Jean Teasers maar beter, want de Australische all female band zou zomaar eens aan de vooravond van een grotere doorbraak kunnen staan. Het viertal heeft met I Love You nu ook een eerste langspeler uit en die mag er zeker zijn. Zo vinden de dames het midden tussen snedige punkgitaren en een vleugje toegankelijke pop, telkens met de nodige ironie. Dat vertaalt zich in een plaat die net het tegenovergesteld van liefde weerspiegelt: onzekerheden, maatschappijkritiek… simpelweg een tik op de vingers van de patriarchie en dat alles op een bedje van furieuze poppunk en een fikse dosis plezante indierock. Teen Jesus and the Jean Teasers tapt in dat verhaal misschien net iets te vaak uit eenzelfde vaatje, maar het neemt niet weg dat nummers als “I Used To Be Fun“, “AHHHH!” en “Lights Out” de ideale meebrulschijven voor fans van pakweg Olivia Rodrigo en Avril Lavigne zijn. Een moshpit in het zonnetje? De Australiërs zouden elke festivalaffiche in elk geval wat meer kleur kunnen geven!

Thy Slaughter – Soft Rock (★★★★)

Een album met bijdragen van onder andere Caroline Polachek, Charli XCX, Ellie Rowsell (Wolf Alice) en wijlen SOPHIE? Het kan! Thy Slaughter, het project van A.G. Cook en EASYFUN bracht zo Soft Rock uit en dat weinig verrassend onder PC Music. En wie dat label een beetje kent, zal kunnen beamen dat die plaat eigenlijk meteen ook de perfecte samenvatting van dat collectief is. Soms een beetje chaotisch, soms een beetje onbegrijpelijk, maar altijd intrigerend en dansbaar. Waar openingsnummer “Sentence” nog langs alle kanten tegen je gehoorkanalen botst, glijdt “Immortal” weer een stuk gemakkelijker naar binnen. Thy Slaughter toont je op een halfuur tijd met andere woorden alle kleuren, vormen en maten die het in haar bezit heeft. Een sterk elektronica-album, waarbij de features natuurlijk voor dat tikkeltje extra zorgen. Eentje dat je moet beleven om het te snappen.

Pomme – Saisons (★★★)

Vorig jaar verscheen met consolation nog een volwaardige langspeler van de Franse zangeres Claire Pommet die we beter kennen als Pomme. Inmiddels breekt een nieuw hoofdstuk al aan want Saisons ziet het levenslicht in twee delen en dus krijgen we voorlopig enkel de herfst en winter te horen. Elke maand gaat gepaard met een song die helemaal binnen de magische wereld van de artieste past. Voor de herfstnummers werkte ze samen met Flavien Berger, terwijl we in de winter een vleugje Aaron Dessner te horen krijgen. De songs lopen moeiteloos in elkaar over en weten op die manier voor continuïteit te zorgen. Als een warm dekentje werpen de georkestreerde songs zich over onze schouders en zo lijken de donkere maanden plots een stuk minder eenzaam en kil. Waar het eerder vooral de zachte stem van Pomme was die de hoofdrol speelde, is het ditmaal ook een rijke instrumentatie die ervoor zorgt dat we even uit de dagelijkse sleur gehaald worden. Op “jan_carte de noël” lijken we plaats te nemen voor een knisperend haardvuur, terwijl strijkers op “feb_carte de noël” net de lente lijken aan te kondigen. Met zes betoverende composities bezorgt Pomme ons een ideaal cadeau voor onder de kerstboom!

Pendulum – Anima (★★★★)

Een tijdje terug deed de organisatie van Graspop ons nog de wenkbrauwen fronsen met de aankondiging van Pendulum op de editie van 2024. Hoewel ze zich al bewezen hebben als liveband, blijft de Australische formatie toch vooral een klinkende naam in de drum-‘n-basswereld. Toch snappen we wel waarom ze daar in Dessel voor de groep opteren: rock- en metalfans zullen namelijk wel hun gading vinden in de Anima-ep. Gitaren zijn er nooit ver weg en met een naam als Bullet for My Valentine op ijzersterke en duistere track “Halo” maken de heren het geheel meer dan een optelsom van de delen. Ook op “Mercy Killing” met Scarlxrd pakt die mix goed uit en wordt er nog wat hiphop bij in de blender gesmeten, terwijl op “Colourfast” dan weer de rooskleurige bril wordt opgezet aan de hand van een vrolijke ratel. Met andere woorden: Pendulum levert een diverse, maar krachtige ep af waarin hun live rockband- en eclectische dnb-producersstatus netjes werd uitgewerkt. Zeker een tip voor wie op 21 juni nog niets gepland heeft en in Dessel geraakt!

C’mon Tigre – Habitat (★★★)

Muziek is kunst, muziek is vrijheid. Als iemand er een definitie aan zou mogen geven, dan komt die eer toe aan C’mon Tigre. Met een brede mix van invloeden uit soul, funk, EDM en jazz brengt de groep met Habitat een ode aan de diversiteit van het leven. “Goodbye Reality” spant de boog voor de rest van het vierde studioalbum en opent meteen met ritmische complexiteit, waardoor het ons de mogelijkheid geeft om door tijd en ruimte te zweven. Terwijl we verder trekken door de jungle, komen we bij “Botanist” terecht, waar we samen met de Nigeriaanse muzikant Sean Kuti kunnen grooven op een funky en fijn deuntje. Dat de jungle van C’mon Tigre nog meer parels te bieden heeft, wordt duidelijk bij “Sento Un Morso Dolce”. Het nummer zet de boel flink op stelten met een overdosis aan catchy vibes en het Italiaanse gemompel van Giovanni Truppi is om van te smullen. De diversiteit die wordt weerspiegeld op Habitat klinkt letterlijk als muziek in de oren en telkens als we de plaat opnieuw opleggen, lijkt het alsof we ons ergens anders bevinden. Waar precies? Dat weet niemand. Maar één ding is zeker: het is een plek waar we nog vaak naar terug willen keren.

Koyo – Would You Miss It? (★★★★½)

Als hardcore-poppunk band moet je jezelf als liveband eerst volledig bewijzen vooraleer je überhaupt aan een debuutalbum kan denken. Dat nam Koyo wel heel letterlijk, want na een heleboel ep’s in de afgelopen drie jaar en nog meer shows, was het dit jaar eindelijk tijd voor een debuutalbum. Dat album stelden ze voor in een show met Stick To Your Guns, maar toch is Koyo niet zo heftig als je aanvankelijk zou denken bij het lezen van al die referenties. In een halfuurtje worden we namelijk verwend door aanstekelijke poppunkriffjes en al even catchy refreintjes. Bij Koyo zijn het vooral de vocals die iets agressiever naar voor komen, al is het nooit ontoegankelijk doordat ze perfect inspelen op een goed samenzang. Op die manier krijg je een halfuur lang een uitstekende, strakke plaat die nergens ook maar één keer aan energie inboet.

wych elm – Field Crow (★★★★)

Met zo’n vijftien minuten aan muziek zou je denken dat er weinig te beleven valt op Field Crow, maar wych elm bewijst het tegendeel. Het viertal uit Bristol laat namelijk een bepaalde urgentie weerklinken op zijn derde ep waardoor je alsmaar meer een echte sound begint te horen bij de band. Opener “Burnt at the Stake” zet meteen de toon met een leuke gitaarlijn die zich doorheen het hele nummer wriemelt en zo de spanning hooghoudt. Verder horen we altijd een bepaalde lusteloosheid die ons net meer goesting geeft in het luisteren naar de muziek. De nummers zitten sterk in elkaar met uitstekende lyrics en het duren meestal ook niet langer dan nodig. Zo komt het refrein van “Fever” er al heel snel aan, maar op die manier ben je wel meteen mee. Een uitstekende ep van wych elm, zoveel is duidelijk.

Home is Where – The Whaler (★★★½)

Het moet het seizoen zijn, maar de meeste emotionele platen komen pas aan het einde van het jaar bovendrijven. Zo ook The Whaler van Home Is Where, dat al in juni verscheen. Het album kenmerkt zich door een uitstekend begin, waarna je vol anticipatie blijft luisteren. “Skin Meadow” is zo’n strakke poppunksong met een zekere urgentie en het doet zelfs een beetje denken aan Richard Dawson in de manier waarop gezongen wordt. Het is niet de meest voor de hand liggende emo, zeker niet wanneer er aan het einde nog een experimenteel randje aan wordt toegevoegd. Ook “Lili Pad Pupils” pakt het zo expansief aan, waarbij het zelfs wat aan Black Country, New Road doet denken. Verder laat Home Is Where dan weer wel alles samenkomen, bijvoorbeeld in het furieuze “Everyday Feels Like 9/11”, om op die manier een boeiend emoalbum te presenteren, en bijgevolg een van de beste van het afgelopen jaar.

Sababa 5 – Aspan (★★★½)

Gek genoeg is Sababa 5 een viertal uit Tel Aviv, dus de naam van de band kan een beetje misleidend zijn, maar de muziek is dat gelukkig niet. Met Aspan bracht de band een tweede album uit dat de neopsychedelische vibes van zijn muziek nog meer in de kijker zet. Zang, daar wordt nagenoeg niet aan gedaan en de focus ligt op het muzikale aspect. Dat slaat wel aan, want het lijkt dat ze op die manier altijd voor een zonnig en verfrissend sfeertje zorgen. Opener “Wembley” zou dan wel geen voetbalanthem kunnen zijn, de manier waarop de groove in de synths kruipt en de gitaren iets dansbaar naar voor brengen, laten je wel met de voeten toveren op de dansvloer. De plaat gaat van gemoedelijk, naar iets sneller op bijvoorbeeld de titeltrack, maar het exotische Oosterse sfeertje blijft altijd hangen. Op die manier wordt de cultuur van de band perfect verweven in de muziek en dat horen we aan de eigenheid van deze sterke plaat.

Zach Bryan – Zach Bryan (★★★★)

In Europa is Zach Bryan niet de meest sprekende naam, maar in Amerika is de man een superster. Op zijn eerste albums wist hij zo countrybangers te maken die tot de verbeelding spraken en daarmee vulde hij stadia. Toch lijkt het niet dat Zach Bryan zich op die manier laat kennen, want met zijn nieuwste plaat brengt hij nog steeds minimalistische indiefolk songs die prachtig tot het hart spreken. De man brengt muziek uit aan de lopende band, want dit jaar kregen we een album en een ep. En dat verhaaltje deed hij vorig jaar ook al. Met gastzangers als Kacey Musgraves en The Lumineers weet hij perfect waar hij naartoe wilt: een arenazanger die ook alternatief kan klinken en dat toont hij perfect op deze plaat. Zach Bryan behoudt zijn cool terwijl hij heel aangename songs brengt die aan je blijven plakken en die schoonheid weet je altijd te appreciëren.

Lalalar – En Kötü Iyi Olur (★★★)

De Turken van Lalalar kwamen begin september met een tweede album op de proppen. De bedoeling van het album is meteen duidelijk: een publiek laten dansen. De teksten zijn voor ons alvast onbegrijpelijk, maar lijken wel te passen bij de muziek die de band maakt. Op En Kötü Iyi Olur combineert Lalalar Anatolische rock met vettige bassounds waardoor het soms lijkt alsof je op een zwoele rave bent beland. Toch voelt het bij momenten te voorspelbaar en mist de volledige plaat zijn eigenheid waar het veelbelovend begin naar anticipeerde. Nummers als “Göt” lijken wel de energie te tonen die je wilt horen, maar een song als “Şekerleme” mist die energie, al is de groove wel altijd aanwezig. Zo brengt Lalalar wel een fijne plaat die enkele sterke songs te weinig heeft om echt omver te blazen.

Grrrl Gang – Spunky! (★★★★)

Onze kennis van de Indonesische muziekscene is nagenoeg onbestaande en toch kwam er met Grrrl Gang een band op onze radar die veelbelovend klinkt. Dat is vooral te danken aan de catchy nummers die de band maakt. Met een goeie energie, een portie lef en vooral ook doorzettingsvermogen wordt op Spunky! de ene na de andere kwieke song op ons gesmeten. Het gaat van poppunk naar leuke indierock tot echte punk en die dynamiek zorgt ervoor dat je nooit vermoeid wordt door te luisteren naar het album. Met zijn vierentwintig minuten is het album ook niet al te lang en net daardoor blijf je ook geboeid luisteren. Waar het begin vooral korte en snedige songs bevat, lijkt de band naar het eind ook wat expansiever te werk te gaan om op die manier de songwritingskills in de verf te zetten. Missie meer dan geslaagd.

Modern Nature – No Fixed Point In Space (★)

De minimalistische indie van Modern Nature kan voor velen als te minimalistisch ervaren worden. Het project laat op die manier niet echt een toegankelijke sound horen en met lange nummers die weinig bevatten, is op plaat is dat ook weinig behapbaar. Dat experimentele voelt bij momenten ook te geforceerd aan waardoor No Fixed Point In Space echt een lastige luisterbeurt geeft. Je moet er al je concentratie aan geven, maar net daardoor wordt het heel vervelend om te luisteren omdat er zo weinig gebeurt. Het is door al die contradicties dat No Fixed Point In Space de ruimte in gaat en daar beter ook blijft hangen.

 

Deze beire kortjes werden geschreven door Niels Bruwier, Lucas Palmans, Bryan Boomaars en Lilan Halwyn.

Related posts
FestivalnieuwsMuzieknieuwtjes

Clamotte Rock presenteert eerste kwart van affiche met Danko Jones, Wine Lips en Zornik!

Op de totale Belgische festivalkaart is Herenthout zeker geen hoofdstad, maar als we inzoomen op de provincie Antwerpen dan prijkt Clamotte Rock…
InstagramLiveRecensies

Beartooth @ Ancienne Belgique (AB): Moshen op de oppervlakte

Metalcore blijft in 2024 de grootste hype binnen het metalgenre, of de gemiddelde metalhead het nu wil of niet. Bands als Parkway…
AlbumsFeatured albumsRecensies

Albumreviews: Beire Kort #46

Het aantal albums dat wekelijks verschijnt, is meedogenloos groot. Daarom is het onmogelijk om alles binnen de correcte tijdspanne van een degelijke…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.