InstagramLiveRecensies

Danny Brown @ Botanique (Orangerie): Permanente staat van voor op zijn tijd

© CPU – Lennert Nuyttens

Veertig jaar worden en eigenlijk nog maar net een carrière op gang gezet hebben, zorgt voor een uitzonderlijk perspectief, weet unieke Amerikaanse rapper Danny Brown maar al te best. Een feestbeest pur sang en de ‘zatte nonkel’ van de hiphopwereld heeft er in de voorbije jaren wel hard voor gezorgd die reputatie te verdraaien. Wat eerst een schijnbaar feestelijk belichaming was van ‘de hele wereld is een podium’, veranderde zoals bij zovelen tijdens de pandemie in een oprechte drank- en drugsverslaving. Een paar jaar en een succesvolle ontwenningskuur later bracht Brown Quaranta uit, een verbazingwekkend sober, maar doelbewust ankerpunt, vol reflecties over binnen- en buitenkant. Brown kwam Quaranta voorstellen in de Orangerie-zaal van de Brusselse Botanique.

Nederlandse rapper Keenan Mundane mocht een beslist atypische avond inzetten, en bereikte hoogtes zelden weggelegd voor voorprogramma’s. Mundane, het Orangerie-podium opkomend met een Ol’ Dirty Bastard-shirt, deed niet meteen moeite om zijn invloeden onder stoelen of banken te steken. De excentrieke ODB van de Wu-Tang Clan, maar ook Danny Brown zelf waren echter een toevoeging aan zijn eigen unieke hiphopidentiteit, en allesbehalve een kruk om een lauwe kopie op te kunnen steunen. Met zijn impressionante, weelderige en vooral zelfgeproduceerde beats wist de Nederlander te rappen met het zelfvertrouwen van iemand die gelooft dat op een dag iemand in zijn voorprogramma zal staan. Zijn beats zijn voornamelijk geïnspireerd door elektronische genres als het heroplevende drum-‘n-bass, maar af en toe schenen ook de iconische flows en furie van Zach De la Rocha en rapmetal-legendes Rage Against the Machine door. De korte set van Mundane etaleerde zijn enorm talent en gave om enorm hypebeats te combineren met rasechte rapskills. Afsluiten deed Mundane met een piraat-gethematiseerd nummer, compleet met zeeliederige sample. Of in andere woorden, hoe je een Danny Brown-publiek voor je kar spant voor beginners.

© CPU – Lennert Nuyttens

Danny Browns set begon op zich, ondanks een oogverblindend Matrix-esque outfit, opvallend gedeisd. Maar dat was Quaranta dan ook in een notendop, beredeneerd en doelbewust belemmerd. Openingsnummer “Quaranta” gold als een uitermate diepgaande voorrede voor een sommatie van tien jaar artistieke en persoonlijke strubbelingen. ‘This rap shit done and saved my life/ And fucked it up at the same time’, klonk het over een gezapige, zongebleekte beat die verfrissend sober klonk voor een figuur als Brown. Brute kritiek op zichzelf, maar ook op de omgeving rond hem is niet echt de gewoonte van een rapper die in eerdere tijden al die zaken voornamelijk probeerde te vermijden of vergeten. Ook met “Ain’t My Concern” zette Brown zijn vizier op scherp, een nummer gericht naar alle artiesten die nog liever hun ziel verkopen in naam van een dikkere portefeuille.

Al die (zelf)reflectie mocht echter niet te lang duren, want dan laat Danny Brown zijn halve discografie links liggen. Nummers als “Lie4” en “Dip”, old school party anthems waar de vroege jaren 2010 mee bezaaid waren, verwoeste die initiële bedeesdheid. Maar ook ‘old school’ is in het kader van iemand als Brown nog steeds een stuk baanbrekender en uniek dan heel wat andere artiesten. Een nummer als “Smokin’ and Drinkin’” is met zijn bondig refrein uiterst toepasselijk, gezien de instructies van dat refrein na een tijdje meer dan drie woorden uitschreeuwen wat zou bemoeilijken. Maar toch laat en liet Danny Brown zich nog steeds inspireren door Detroit techno, een technogenre uit zijn thuisstad dat je in andere hoeken van de hiphopwereld gewoon niet hoort. Brown zit in een permanente staat van ‘voor op zijn tijd’, zonder ooit zijn muziek vervreemdend te laten klinken. Tijdloze hedonistische bangers maken is zijn specialiteit, en er ijzig koel uitzien terwijl de hele zaal beeft van de bas is zijn lot.

© CPU – Lennert Nuyttens

Het was dus slechts een kwestie van tijd voor de moshpits zich openden, en die eer was uiteraard weggelegd voor de nummers van het SCARING THE HOES-album, de samenwerking tussen Brown en de al even buitensporige JPEGMAFIA. Dat de quasi onuitstaanbare combinatie aan trommelvliestartende bas, chaotische melodieën en obscure, ultraniche samples tout court werkt, is al een half mirakel. Maar dat bij het horen van de eerste valse noot van “Steppa Pig”, meteen het hek van de dam was, is het ultiem bewijs dat tegendraadsheid in hiphop voor een heuse openbaring kan zorgen. De ironisch genoeg ongoddelijke hoeveelheid bas van “God Loves You”, bijvoorbeeld, liet de oncontroleerbare moshpit dan ook ‘Gij zult de hoes afschrikken’ als elfde gebod in het leven roepen.

Atrocity Exhibition mocht als album uiteraard ook niet ontbreken op een Danny Brown-concert. “Ain’t It Funny” and “When It Rain” bevinden zich op het Brown-spectrum ergens tussenin de loeiharde ‘feesten alsof er geen morgen is’-categorie en de dadaïstische collages van latere albums. Met een setlist als een stoomtrein schetste Brown piekfijn wat voor artistieke evolutie hij wel niet heeft gemaakt, en hoever hij in de voorbije tien jaar de begripsbepaling van wat een hit kan zijn eigenhandig verlegd heeft. De set plooide met de laatste nummers wel terug in, net zoals Quaranta dat als album op zichzelf ook deed. “Jenn’s Terrific Vacation”, een schichtige en weinig subtiele kritiek op de gentrificatie van zijn thuisstad Detroit, werd desalniettemin ook voorzien van een moshpit. Moshen op sociaal bewuste hiphop, bijna enkel te zien op een Danny Brown-concert.

© CPU – Lennert Nuyttens

‘Ik ben veertig jaar en al een tijdje nuchter, jongens, ik kan niet blijven springen alsof ik twintig ben!’, riep Amerikaanse rapper Danny Brown in die quasi onmenselijk hoge, maar aanstekelijk lach van hem vooraleer hij zijn laatste nummer inzette. “Grown Up” is op zichzelf al een beetje atypisch in een uiterst atypische discografie. De letterlijke definitie van auditieve nostalgie, vormde met de enthousiaste kinderschreeuwtjes en warme beat iets knus en besluitend in een set die voor de rest van compleet andere makelij was. En in dat sentiment zit Quaranta zowat volledig vervat. Zelfs de grootste feestbeesten groeien op, maar gaan in het geval van Danny Brown daarmee nog niet op pensioen.

Facebook / Instagram / Website

Setlist:

Quaranta

Tantor

Ain’t My Concertn

Dark Sword Angel

Monopoly

Lie4

Smokin’ and Drinkin’

Dip

Steppa Pig

Garbage Pale Kids

Burfict!

Orange Juice Jones

God Loves You

SCARING THE HOES

Really Doe

When It Rain

Ain’t It Funny

Dirty Laundry

25Bucks

Jenns Terrific Vacation

Grown Up

Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!

180 posts

About author
guess this must be the place
Articles
Related posts
AlbumsFeatured albumsRecensies

Doechii - Alligator Bites Never Heal (★★★½): Bakkenvol belofte

Net nadat Kendrick Lamar de deur van Top Dawg Entertainment, het label dat hem groot maakte, achter zich toetrok, zette Doechii er…
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single 't Hof van Commerce - "In De Chalet"

Na een kleine gedaantewisseling is ’t Hof van Commerce weer helemaal terug. De West-Vlaamse hiphopgroep nam een tijdje geleden nog afscheid van…
AlbumsFeatured albumsRecensies

Khalid - Sincere (★★★½): Opgegroeide Khalid is Sincere

Khalid is terug van weggeweest met zijn vijfde studioalbum Sincere. De Amerikaanse singer-songwriter die al eerder te bewonderen was in de AB,…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.