LiveRecensies

Rammstein @ Park de Nieuwe Koers Oostende: Vurig déjà vu

© CPU – Nathan Dobbelaere

Naar analogie met de beroemde quote van Basil uit de iconische serie Fawlty Towers is ‘Don’t mention the controversy’ misschien wel de beste ingesteldheid om anno 2024 naar een openluchtshow van Rammstein te trekken. De nauwe schoentjes waar zanger Till Lindemann en toetsenist Christian Lorenz vorig jaar in verkeerden, zitten ondertussen wederom los aan de voetjes. Onderzoeken zijn gestaakt, aanklachten geseponeerd en de Duitse stoomtrein van de Tanzmetall dendert gewoon onverstoord verder met een derde stop in ons land op evenveel jaar tijd. Men poneert weleens dat waar er rook is, er ook vuur laait, en dat was zoals vanouds ook het geval bij Rammstein in Oostende. Er was gitzwarte rook, een veelvoud aan vuurelementen en een band die als een geoliede machine die effecten benutte als versterkende elementen voor de pletwals die de show nog steeds is. 

Er valt wel meer te vieren voor de Duitsers en hun trouwe legioen aan fans dit jaar. Zo blaast de band dit jaar dertig kaarsjes uit, wat dit optreden de allure van een nostalgisch verjaardagsfeestje gaf waar de dresscode net als de kleur van de confetti gedomineerd werd door zwarttinten. Rammstein heeft er altijd al een handje van weggehad om de duisternis te omarmen, en dat was op een van de eerste zomerse dagen van het jaar niet anders. Voor de gaskraan van de pyrotechniek werd opengedraaid, was het echter de beurt aan ABÉLARD om wederom voor de wachtmuziek te zorgen. Een voorprogramma kunnen we het duo op het kleine B-podium achter hun piano met de beste wil van de wereld niet noemen. Ze spelen wat covers van Rammstein-nummers als “Zeit” op hun ivoren toetsen en begeleiden op die manier de duizenden mensen die nog snel hun biertjes gaan halen of staan aan te schuiven voor een bandshirt of andere merchandise.

Het heeft ergens iets grappig en typisch Rammstein om twee jongedames wat hotellobby-versies van hun nummers te laten spelen, alleen is na een keer of drie de punchline van die grap wat van zijn kracht verloren. Uiteraard heeft een groot deel van de keuze voor ABÉLARD op dat kleine B-podium te maken met al het technisch vernuft dat gepaard gaat met die grote mastodont van een podium waar al dagen eerder aan beginnen bouwen is, en die volledig is afgestemd op de show van de Duitsers. Hoe weinig wervelend het spel van ABÉLARD ook was, het zorgde voor een genadevol korte change-over die de show met nauwelijks vijf minuten vertraging liet starten.

© CPU – Stijn Verbruggen

Wie dacht dat Rammstein meteen furieus uit de startblokken zou schieten en Oostende in vuur en vlam zou zetten, die was er de voorbije keren hier in Oostende en Brussel duidelijk niet bij. De Duitsers beginnen er steevast in het daglicht aan en poken met het vallen van de duisternis het spektakel dat iedereen associeert met de band relatief rustig op. De trouwe fans die al uren op hun plekje gebivakkeerd stonden, wisten dat maar al te goed, en onthaalden het zestal dan ook als een stelletje heersers, terwijl ze traagjes met een lift in het midden van dat impressionante podium de afdaling naar hun instrumenten aanvatten. “Ramm4” opende de sluispoorten van zware riffs en machismo en gaf met een tekst die vooral bestaat uit titels van Rammstein-nummers het publiek een fijne prelude op wat zou komen.

Het is een openingsnummer dat, passend bij de band, de tong stevig tegen de wang drukt, maar het liet meteen ook horen hoeveel Duitse Gründlichkeit er gepaard gaat met deze concerten. Bij optredens in het zwaardere genre loop je al snel het risico dat de instrumenten gaan vechten als katten in een ton, wat zorgt voor een geluidsbrij als de geluidsmix niet strak staat afgesteld. Niks van dat alles bij Rammstein in Oostende gisterenavond, met geluid dat het hele optreden stevig de bastonen prefereerde, maar verder netjes in balans was. Op die manier kon je perfect de gitaren van Richard Kruspe en Paul Landers van elkaar onderscheiden, zonder dat de zang van Lindemann ondergesneeuwd raakte. Er gaan behoorlijk wat elementen gepaard met de Tanzmetall van Rammstein, en die vielen allemaal vrij helder van elkaar te onderscheiden.

Het andere gevoel dat ons helaas ook af en toe bekroop, als een kille rilling op een warme zomeravond, was er eentje van déjà vu. Hoe je het ook draait of keert, het is de derde passage van Rammstein in ons landje op korte termijn die deze podiumopstelling en grotendeels dezelfde setlist hanteert. Nummers als “Keine Lust” en “Wiener Blut” hebben weliswaar de plaats ingenomen van “Zick Zack’” en “Zeig dich”, maar voor de rest blijft de rangvolgorde van de nummers grotendeels ongewijzigd ten opzichte van de vorige concerten in Oostende en Brussel. Op die manier bekruipt ons onvermijdelijk het gevoel dat er nog weinig ruimte is voor verrassingen, omdat de Duitse grootheden al sinds 2019 de baan op zijn met variaties op dezelfde show. Het hondstrouwe publiek liet het echter niet aan zijn hart komen en genoot des te meer van het vakmanschap dat fungeerde als substituut voor spontaniteit of verrassing.

© CPU – Stijn Verbruggen

Het cynische gevoel smolt echter weg als een Calippo in de zomerzon, omdat een herhaling van zetten altijd staat of valt bij de kracht van die zetten. Op dat vlak blijft Rammstein uiteraard een band die enkele mokerslagen in het arsenaal heeft zitten. “Links 2-3-4” wist op die manier als tweede nummer al de nodige energie in het publiek los te maken. Het nummer werd indertijd geschreven als een soort middelvinger richting de beschuldigingen van dwepen met nazisme die naar de band werden geslingerd, maar wist in Oostende met het driftige marstempo toch vooral het enthousiasme van een volle weide op te poken. Met nummers als “Keine Lust” en “Asche zu Asche” nam de band het woord voor woord meezingende publiek verder mee door zijn dertigjarige carrière, om met “Mein Herz brennt” wederom te tekenen voor een hoogtepunt. Pathos en dramatiek, agressie en tederheid, allemaal samengebald in een nummer dat na al die jaren nog niks aan impact heeft ingeboet.

Opvolger “Puppe” is uiteraard een mindere God op de setlist, maar het simplisme van dat nummer werd gemaskeerd met de eerste echte visuele spielerei van de avond dankzij de grote kinderwagen, die net zoals de vorige keren vakkundig in de fik werd gezet. Je moet het zanger Till Lindemann nageven, hij waggelt over het podium en maakt bij momenten een vermoeide indruk, maar die rauwe gemene rasp in zijn stem blijft oprecht klinken en bezorgt Rammstein ook nu weer dat extra vilein klinkende randje. Nergens is de meerwaarde van Lindemann voor zijn band zo duidelijk als in het een-tweetje van “Wiener Blut” en “Zeit”. Het ene nummer is snoeihard, angstaanjagend en misschien wel het stevigste nummer in het oeuvre, maar wordt vervolgens gezalfd met de gevoeligste ballade die de Duitsers in hun portfolio hebben. Dat je de frontman in beide gevallen gelooft, zegt veel over zijn kracht op dat podium.

Maar uiteraard is Rammstein veel meer dan Lindemann, zo heb je ook Richard Kruspe, nog steeds een begenadigd gitarist en verschrikkelijk slechte dj. Toch moest en zou DJ Zven weer zijn momentje krijgen om die verschrikkelijk slechte remix van “Deutschland” op de massa te gooien, terwijl de rest van de band in lichtgevende pakjes een dansje stond op te voeren. Het was een tenenkrommend intermezzo dat gelukkig snel weggespeeld werd toen Kruspe zijn gitaar terug omgorde en het nummer in de originele versie werd ingezet. Het bleek het startschot voor een indrukwekkende zegetocht richting de finale waarbij alle voorspelbare registers mochten worden opengetrokken.

© CPU – Nathan Dobbelaere

Toetsenist Flake, al de hele avond uitgedost als een soort zonnegod, was bij “Mein Teil” wederom kop van jut en werd in een grote kookpot vakkundig geflambeerd door chef Lindemann. De gaskraan mocht duidelijk worden opengedraaid bij het invallen van de duisternis, want ook de pyro-effecten tijdens “Du hast” en “Sonne” overdonderden op alom bekende wijze. Till Lindemann die met een geïmproviseerde kruisboog een vuurpijl afschiet die over het hele plein voor explosies zorgt, en een overdaad aan vuur dat de lucht in gespuwd wordt, is het soort spektakel dat zelfs na drie keer blijkbaar niet gaat vervelen. Na een lange interlude waarbij fans hun fijne vleeswaren etaleerden op de grote schermen en we meerdere dicke Titten de revue zagen passeren, werd het tijd om het B-podium te benutten en ABÉLARD nog een keertje “Engel” te laten begeleiden, waarna de bandleden als vanouds in een rubberbootje over de zee van mensen terug naar het podium vaarden met een jongedame en klein jongetje uit het publiek als verstekelingen.

Het passende “Ausländer” zorgde vervolgens voor een muzikaal hoogtepunt, mede door het sterke gitaarspel van Kruspe die aan het slot van het nummer even zijn momentje pakte. Dat Rammstein en de fans finaal alle beschuldigingen van zich afgeschud hebben, werd finaal duidelijk met de herintrede van “Pussy” op de setlist. Het kanon ziet er misschien net iets minder als een penis uit, maar het blijft een grote metalen fallus waarmee een grijnzende Lindemann haast het volledige voorvak van een stevige laag wit schuim voorziet. “Ich will” kreeg dan weer tienduizenden vuisten de lucht in en resulteerde in talloze schor geschreeuwde stemmen. Als laatste orgelpunt kreeg Oostende met “Rammstein” het perfecte visitekaartje van de Duitse band voorgeschoteld. De gitaren van Landers en Kruspe veranderden in vlammenwerpers en de vuurspuwende rugzak van Lindemann liet de frontman er uitzien als ’s werelds meest griezelige pauw. “Adieu” tekende voor het finale afscheid tussen band en publiek, en onder dwarrelende confetti en wegdeemsterende rookwolken bedankte de band de massa, voor ze de lift terug namen richting de Dunkelheit.

© CPU – Nathan Dobbelaere

Met wederom twee uitverkochte avonden van 50.000 uitzinnige fans is het duidelijk dat de storm van controverse rond de band finaal geluwd is, en er terug luidop ‘ja nein, Rammstein’ mag geroepen worden. We zagen een band aan het werk die weliswaar voor de derde keer in evenveel jaar een variatie op dezelfde show in ons land gaf, maar zelden echt op routine betrapt kon worden. Hoe voorspelbaar ook in aanpak, met een set die iedereen de hits en effecten gaf waar ze een prijzig ticket voor hadden gekocht, zette Rammstein de harten van zijn fans in vuur en vlam. Desondanks hebben we het gevoel dat het ondertussen toch welletjes geweest is met de herwerkingen van deze show en hopen we vurig dat Rammstein even gaat herbronnen en werken aan iets gloednieuws voor het wederom de Belgische stadia en festivalweides in lichterlaaie komt zetten.

Facebook / Instagram / Website

Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!

Setlist:

Ramm 4
Links 2-3-4
Keine Lust
Sehnsucht
Asche zu Asche
Mein Herz brennt
Puppe
Wiener Blut
Zeit
Deutschland
Radio
Mein Teil
Du hast
Sonne

Engel
Ausländer
Du riechst so gut
Pussy
Ich will

Rammstein
Adieu

Related posts
LiveRecensies

Till Lindemann @ Lotto Arena: Choqueren om te choqueren

De afgelopen maanden is er heel veel inkt gevloeid over Till Lindemann. De Rammstein-frontman werd namelijk door verschillende vrouwen beschuldigd van seksueel…
AlbumsFeatured albumsRecensies

Till Lindemann - Zunge (★★★½): De mond nog niet gesnoerd

Till Lindemann is een naam die ondertussen wel gekend is. Aan de ene kant door de nodige schandalen en controverse, aan de…
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe singles Till Lindemann - "Nass", "Schweiss" & "Lecker"

Je kent Till Lindemann vast wel van de Duitse metalband Rammstein, maar solo kan hij er ook wat van. Over zijn vorige…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.