InstagramLiveRecensies

Down The Rabbit Hole 2024 (Festivaldag 1): Olifantsgras bleek overbodig

© CPU – Senne Houben

Het weer in de Groene Heuvels was de hele dag overtrokken, maar grote regenbuien bleven uit. Een grote opluchting voor de organisatie, die voor deze eerste dag nog worstelde met de vele regen en het vlot regelen van het transport. Veiligheidshalve stonden maar liefst dertig trailers olifantsgrasstrooisel klaar om de modder op te vangen. Gelukkig bood de eerste dag muzikaal veel, met onder andere Yard Act, Psychedelic Porn Crumpets en LCD Soundsystem als waardige headliner.

The Gaslight Anthem @ Hotot

© CPU – Senne Houben

Frontman Brian Fallon en co halen veel inspiratie bij The Boss, die het songwritervuur weer bij Fallon deed ontbranden en dus medeverantwoordelijk is voor de comeback van deze Amerikanen. Altijd leuk, muzikanten die goed met hun helden overeenkomen, maar deze band kon nooit echt uit de schaduw van Springsteen treden en meteen werd ook duidelijk waarom.

De nieuwe plaat History Books is degelijk, maar ietwat braaf en ook live speelt de groep tegenwoordig nogal gezapig. Het heilige vuur dat de beginjaren kenmerkte, lijkt verdwenen. Ook de set, exact dezelfde als op Werchter enkele dagen eerder, werd wat afgeraffeld. Te weinig goesting dus. Wat een contrast met grote held The Boss, die zich op Werchter wél weer als vanouds smeet. Fallon leek zich te amuseren en wij hoorden fans meezingen met “The 59 Sound”,  maar meer dan mild aangenaam was dit niet. Na een pauze van acht jaar verwachtten wij meer. Een toffe groep, maar één die een overbodig hoofdstuk breidt aan het verhaal.

Raye @ Hotot

Ahum. Waren wij te hard voor The Gaslight Anthem toen we die set wat gezapig noemden? Raye is een ijzersterke zangeres die zich door even sterke muzikanten laat omringen (trouwens allemaal in nette witte pakken uitgedost voor een groot blauw gordijnscherm), toch zullen wij weinig van de muziek onthouden. Het eindeloze geratel van de Britse daarentegen zal ons wellicht in onze dromen achtervolgen. Raye nam tussen elk nummer uitgebreid de tijd om met haar fans over de meest uiteenlopende onderwerpen te praten, van kaas en sportverslavingen tot de reverb op haar stem en haar achtergrond als onafhankelijk artiest. Sympathiek voor de een, irritant voor de ander. Laat ons nu net in dat laatste kamp zitten.

Maar ach, misschien heeft al dat gebabbel wel een nut: zonder bindteksten valt het namelijk wel héél erg op dat deze show bij momenten gewoon een goedkoop doorslagje was van echte soulartiesten genre Amy Winehouse. Niks mis met wat vrolijkere popsoul en r&b, maar muzikaal en tekstueel hoorden wij zeer weinig diepgang. ‘I’m so sad, the time goes so fast’, of iets in die trant ratelde de zangeres halverwege de set. Eén tip Raye: minder babbelen, dan kan je meer zingen. Tien minuten voor het einde begon het te regenen: een goed excuus om ons iets vroeger dan gepland naar de Teddy Widder tent te begeven.

Yard Act @ Teddy Widder

© CPU – Senne Houben

Non-believers konden het debuut van Yard Act met wat slechte wil als een kopie van The Fall wegzetten. Een vergelijking waar wij niet mee akkoord gingen, als was het maar omdat frontman James Smith qua manieren en uitstraling veel meer doet denken aan Jarvis Cocker van Pulp. Maar ach, die vergelijkingen zijn tegenwoordig helemaal gedateerd, want het valt niet te ontkennen dat de groep met tweede plaat Where’s My Utopia een grote sprong voorwaarts heeft gemaakt. Wat een scheutje Talking Heads in de muzikale mix al niet kan doen.

‘This is going to be fucking fun!’, aldus Smith en zo geschiedde. Yard Act heeft door de dance-invloeden meer eigen smoel en is ook live veel sterker, en Smith vuurde tijdens de nummers zijn vlijmscherpe lyrics op het publiek af, dat al halverwege het eerste nummer begon te springen. De band speelde trouwens de tweede show van de dag: ‘It never ends, let’s have a fucking good evening!’, brulde Smith maniakaal lachend, terwijl zijn gezicht met elk nummer roder werd. Een voorbeeld van drive. Hoewel de band het torenhoge niveau nét niet heel de set kon volhouden, werd dat ruimschoots goedgemaakt bij de drie laatste nummers. Bij “The Overload” ontstond een moshpit, “100% Endurance” was wondermooie meligheid, en “Trench Coat Museum” transformeerde de tent acht minuten lang in een zwetende, kolkende en dolgelukkig springende mensenmassa. “We Make Hits” is een van de meest recente singles van de band. Voorlopig blijft dat helaas een leugen. Ze verdienen het nochtans. Ge-wel-dig optreden.

Eefje de Visser @ Hotot

© CPU – Senne Houben

De Visser is een Artieste met hoofdletter, zo eentje waar elk land er niet te veel van heeft. Ze heeft charisma, een eigen herkenbaar gelaagd geluid, én is in staat die sound live ook over te brengen, terwijl ze de ene na de andere positieve review binnenrijft. Wij waren echter niet zeker dat haar sfeervolle artpop op het hoofdpodium tot haar recht zou komen. Daarvoor achtten wij haar muziek wat te broeierig en te zweverig.

Het was dan ook een aangename verrassing om te ontdekken dat we ook buiten na enkele liedjes op de muziek meewiegden. De Visser en co klonken bij momenten zelfs verrassend zwaar en breidden een muzikaal landschap dat perfect paste bij de sombere overtrokken hemel. Dat een groot deel van het publiek spontaan een complex choreografisch dansje wist te verzinnen, was een leuke bonus. Bij “Vlammen” werden wij zelfs zowaar eventjes lichtjes emotioneel. Een degelijk optreden.

Psychedelic Porn Crumpets @ Fuzzy Lop

© CPU – Senne Houben

De Psychedelic Porn Crumpets zijn, niet zo verbazingwekkend, nogal psychedelisch en dirty. De kleinere Fuzzy Lop-tent is dan ook de perfecte setting voor de groep, die haar riffs en trippy visuals meteen op het publiek afvuurde. Katten die er high uitzien en bloemkoolvrouwen; niet ongewoon in het universum van de Australische rockers. De Crumpets speelden in het begin een degelijke set, maar het duurde even voordat de ietwat repetitieve riffs hun effect begonnen te hebben op het publiek. Variatie is nodig en pas na een klein half uurtje kwam het ludieke “Bills Mandolin” als eerste boven het maaiveld piepen. Daarna kon het betere werk beginnen.

Een leuk weetje: kikkers die je in een pot langzaam kokend water op het vuur zet, merken niet dat ze levend gekookt worden tot het te laat is. De Crumpets brachten op dezelfde manier de temperatuur in de tent tot een zinderend kookpunt. “Gurzle” was goed en vooral “Found God In A Tomato” super (hoe goed is die titel ook niet?). De Australiërs leken oprecht blij met de reactie van het publiek, dat zich aan het einde echter massaal naar het hoofdpodium haastte voor de headliner van deze eerste avond.

LCD Soundsystem @ Hotot

© CPU – Senne Houben

LCD Soundsystem is een groep die je niet veel aan het werk kan zien, en de slimme dancepunkband rond New Yorker James Murphy lijkt met de tijd alleen maar aan invloed te winnen. Verrassend eigenlijk, want al werd de groep vanaf de eerste releases lovend onthaald, dat LCD Soundsystem twintig jaar later, met amper vier studioplaten onder de arm, tot festivalheadliner zou uitgroeien, had niemand kunnen voorspellen.

De Amerikanen bewezen echter meteen een geoliede machine te zijn. Retestrak drumwerk en repetieve synths: het geheim van de band is een ritme herhalen en opbouwen totdat je wel móét dansen. Een goede zaak, want voor charisma en bindteksten zal frontman James Murphy nooit een prijs krijgen. Hij stond als een ietwat neurotische wetenschapper tussen zijn medemuzikanten en focuste meer op zijn zang dan de interactie met het publiek. Als headliner heb je echter meer nodig. LCD Soundsystem is een band die ondanks de status weinig échte hits heeft, en culthit “I Can Change” werd aan het begin van de set lauw onthaald. Een klassieker die niet helemaal binnenkwam. LCD laat de beat spreken, maar dan moet het publiek wel willen dansen, en op de weide werd het geleidelijk aan minder druk. Misschien lag het ook aan de strakke maar minimalistische visuals.

Een uur in de set leek het publiek echter wakker te worden. “Someone Great” werd her en der met gejuich onthaald, en keyboardspeler Nancy Wong bleek ook nu weer het geheime wapen van de band, dankzij haar samenzang met Murphy. Het nummer ging naadloos over in “Losing My Edge”, over hipsters die hun coolheid verliezen. LCD Soundsystem bewees ‘het’ echter nog steeds te hebben. ‘I was the first guy who played Daft Punk!’, schreeuwde Murphy, gevolgd door een korte muzikale injectie van het Franse duo in het nummer. De groep kreeg eindelijk het applaus dat het verdiende. Na een wat rare korte plaspauze (een opname bleef doorlopen) keerden de New Yorkers nog terug voor enkele bisnummers. Het miezerige regenweer tijdens ballade “New York I Love You” paste wonderwel bij het moment en “All My Friends” was de magische afsluiter waar we op hoopten. LCD Soundsystem speelde retestrak en deed waar het goed in is, maar leek even niet genoeg hits te hebben om een festival van dit formaat te headlinen. Desondanks wist de groep enkele mooie magische momenten te creëren. Geslaagde headliner.

Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!

Related posts
InstagramLiveRecensies

Down The Rabbit Hole 2024 (Festivaldag 3): Muzikale en meteorologische verrassingen

Koud, nat, warm, droog, motregen, gewone regen, brandende zon, alles passeerde de revue. Behalve een regenboog natuurlijk. Godverdomme. Gelukkig waren de meeste…
Live

Down The Rabbit Hole 2024 (Festivaldag 2): Veel muziek en een beetje zand in de oren

Een beetje regen, een beetje zon, een beetje wind, een beetje stof. Veel stof. Het kon erger op de weide, maar echt…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.