InstagramLiveRecensies

Rock Werchter 2024 (Festivaldag 2): Regengeur en maneschijn

© CPU – Chris Stessens

Nadat het op de eerste dag verrassend zonnig was, werd de Werchter weide de tweede dag verrast door zachte regendruppeltjes. De regen brak echter nooit door, dus de festivalgangers lieten er zich niet door doen. Vooral de (pop)punkliefhebbers kwamen aan hun trekken met onder meer Sum 41 en Yungblud op de Main Stage. Tussendoor was er ook ruimte voor de liefhebbers van de gevoeligere muziek met Tom Odell, Archive en Loverman, maar ook wie de sfeer opzocht, hoefde niet teleurgesteld naar huis te gaan dankzij bijvoorbeeld Glints en Snow Patrol.

Frank Carter & The Rattlesnakes @ Main Stage

© CPU – Chris Stessens

We zullen maar meteen met de deur in huis vallen: we hadden Frank Carter & The Rattlesnakes veel liever The Slope zien afsluiten dan de Main Stage zien openen. Daar hadden de moshpits ongetwijfeld van een geheel ander niveau geweest, al moet uiteindelijk ook gezegd dat het beeld gisteren ook wel erg cool was: Frank Carter die na een, weliswaar trage, opener “Self Love” bracht vanuit het midden van de circlepit bracht. Onze vrees dat de Brit net zoals in de Ancienne Belgique weer iets te veel op safe wilde spelen, ebde zo dus voorzichtig weg.

De gebruikelijke female-only moshpits bij “Wild Flowers” ontsproten bij de vleet en sindsdien ging de energie eigenlijk niet meer liggen. De zonnebril ging af en Carter dook opnieuw het publiek in. “Kitty Sucker” rolde zo de rode loper uit voor de vettige riff die “Devil Inside” draagt, met een eerste sitdown van dag twee tot gevolg. “My Town” en “Crowbar” jaagden de temperatuur al richting een kookpunt. Bij die laatste kwam een al een zoveelste recordpoging: zoveel mogelijk circlepits op de weide. Of dat gehaald werd, durven we niet zeggen, maar het waren er een heel aantal. Ballad “Man of the Hour” voelde meteen daarna dus niet verrassend aan als een dompertje, zeker omdat afsluiter “I Hate You” ook niet per se die ruwe energie teweeg kon brengen. Frank Carter & The Rattlesnakes zorgde bijgevolg dus wel degelijk voor een eerste bommetje op de tweede festivaldag, maar de band had het epicentrum van de set wat beter kunnen plaatsen. Maar goed: ondanks de regen was Rock Werchter er wel opnieuw helemaal klaar voor.

Frank Carter & The Rattlesnakes staat op dinsdag 6 augustus op de Lokerse Feesten.

Loverman @ The Barn

Loverman bracht nog niet lang geleden zijn eerste album uit en mocht dat ondertussen op heel wat plaatsen voorstellen. Wie de getalenteerde singer-songwriter al aan het werk zag, weet dat die een energieke en theatrale performance neerzet en op Rock Werchter was dat niet anders. Loverman kwam de tent binnen via het publiek en ging daarna met zijn gitaar wat op een hobbelpaard zitten. Na een kleine tien minuten besloot hij dat het tijd was om te zingen en werd het magische en romantische “Call Me Your Loverman” ingezet. Het prachtige en intieme moment werd opgevolgd door een liedje met een onzichtbare band en de artiest die het podium afsprong om tussen het publiek te paraderen. Loverman kwam zoals altijd spontaan, dankbaar en charmant over en fascineerde ons met een kleine vage dansinterlude. Voor sommigen was het echter een zoveelste gekkigheid die het te speciaal maakte, maar dat onverwachte maakte het voor de fans net zo spannend en leuk. Met “Would (Right in Front of Your Eyes)” toonde Loverman aan hoe dynamisch een solonummer op gitaar kan zijn en met een pianocover werd aangetoond dat ook eenvoud siert. Het meezingmoment werd uiteraard voor op het einde bewaard en zo ontpopte “Differences Aside” zich tot een eerste gezellige hoogtepunt van de dag.

Loverman staat op donderdag 3 oktober in de Ancienne Belgique.

Yard Act @ KluB C

© CPU – Chris Stessens

Yard Act kwam nog als laatste verrassing uit de hoed van de organisatie nadat Bad Omens als een van de enige bands zijn show op Rock Werchter afzegde. Het was voor de liefhebbers van postpunk dan ook lastig kiezen tussen Yard Act of SPRINTS, maar wie voor de KluB C koos, zag wel een band die heel veel vertrouwen heeft in de tweede plaat. Daaruit werden namelijk de meeste nummers gebracht met dus ook een hele rijke sound als gevolg. James Smith toonde zich weer als een rasechte frontman waarbij hij het volledige podium als zijn speelterrein gebruikte. Zijn parlandovocals werden perfect in cohesie gebracht met de eerder groovy songs, al was het publiek in het begin eerder nog wat apathisch. Met “The Overload” werd daar uiteindelijk verandering in gebracht door iets krachtiger en strakker te spelen. De zaal begon meer te bewegen en met “100% Endurance” werd ook het nodige drama toegevoegd aan de show. Smith had namelijk al enkele keren de vloer opgezocht om zijn teksten met de nodige overtuiging te brengen, waardoor een streepje show nooit ver weg was. Zeker met de dansende achtergrondzangers die zich bij ieder nummer smeten, konden we wel blijven kijken naar een leuk tafereel op podium. Afsluiter “The Trench Coat Museum” profileerde zich weer als een strak hoogtepunt met een LCD Soundsystem-achtige sound en vooral een heel euforisch, springend publiek. Zeker door het lang uit te spinnen en steeds meer grooves bij te brengen, bracht het een verfrissend einde aan de set. Yard Act bleek dus meer te zijn dan een vervanger en dat zorgde ervoor dat er al vroeg gedanst en bewogen werd.

Yard Act staat op zaterdag 20 juli op Rock Herk.

SPRINTS @ The Slope

© CPU – Toon Miermans

Waar SPRINTS zo’n drie weken geleden nog een podium mocht afsluiten op Best Kept Secret, mocht het gisteren The Slopen openen op de tweede festivaldag van Rock Werchter. Dat verschil in programmering deerde de Ierse band onder leiding van Karla Chubb niet, maar ze moest het – mede door de regen – wel voor een pak minder publiek doen. Iedereen stond er wat bij en keek ernaar, wat de sfeer helemaal niet ten goede kwam. SPRINTS bleef uiteindelijk ook iets te lang uit hetzelfde vaatje tappen, wat de sfeer bijgevolg niet per se in de hand werkte. De Ieren zijn daarom in se geen slechte muzikanten en dat betekent nog minder dat ze slechte muziek maken; de finale vonk ontbrak gewoon. En zo ‘kabbelde’ – bij een gebrek aan een beter woord – de set gewoon wat voort. Tof, maar niets speciaals.

SPRINTS staat op zaterdag 15 juli op de Vierdaagsefeesten in Nijmegen, op zondag 1 september op Hit The City Festival in Eindhoven, op zaterdag 23 november in Paradiso, op zaterdag 7 december in Doornroosje en op donderdag 12 december in de Botanique.

The Beaches @ Main Stage

© CPU – Chris Stessens

Wat één hit al niet teweeg kan brengen. The Beaches was afgelopen zomer overal dankzij “Blame Brett” en kon die hype halfslachtig in leven houden met “Edge of the Earth”. Het absolute hoogtepunt rond de Canadese band ligt met andere woorden al wel enige tijd achter ons, maar toch kreeg ze een uurtje op het hoofdpodium om zich kunnen te bewijzen.

“Boys Are Back Ik Town” begeleidde de vier dames richting het podium, waarna opener “What Doesn’t Kill You Makes You Paranoid” al wat handjes de lucht in kreeg. Meteen daarna viel op dat heel veel nummers van The Beaches uit dezelfde koker als “Blame Brett” komen, te beginnen met “Everything Is Boring”. Het idee was duidelijk: de regen verjagen met zonnestraaltjes van muziek. Ondanks de aanhoudende miezer lukte het de Canadezen wel om een aangename sfeer te brengen, ook met het nog te verschijnen “Piece of Shit”. Ergens halverwege begon de set toch wat te verdrinken in meer van hetzelfde, afgewisseld met cringe en ongeïnspireerde bindteksten. En zo bleef het eigenlijk iets te lang doorgaan, totdat “Edge of the Earth” tegen het einde beterschap bracht. Het nummer had op zich veel beter ergens halverwege gezeten, al was het nu wel het ideale opstapje naar afsluiter “Blame Brett”. Vanzelfsprekend het hoogtepunt van een uurtje dat uiteindelijk te lang was voor The Beaches. ‘Believe the hype’, drukte iemand van een niet nader genoemde radiozender ons eerder op de dag op de borst; wel, de Canadezen toonden alvast potentieel.

The Beaches staat op zondag 7 juli op Down The Rabbit Hole.

Sleaford Mods @ The Barn

© CPU – Toon Miermans

Ook Sleaford Mods staat zonder liveband in The Barn. Naast vocalist Jason Williamson staat Andrew Fearn, die vakkundig op ‘play’ duwt en daarna lekker de vrijheid neemt wat onnozel te staan dansen. De minimalistische, elektronische muziek ging gepaard met postpunkinvloeden en teksten over de arbeidersklasse, kapitalisme en het leven in het Verenigd Koninkrijk. Het optreden had, zoals altijd, wat weg van een gimmick waarbij er iemand gewoon wat staat te dansen als een gek en de andere naar rechts gedraaid wat teksten opzocht en zo nu en dan ook eens ludieke bewegingen doet of een flesje op zijn hoofd zet. “Jolly Fucker” ging gepaard met wat can can-danspasjes, en hier en daar smeet Williamson er ook wat gekke geluiden tussen die hij met zijn mond of tong maakte. Wie Sleaford Mods ooit gezien heeft, al was het maar voor tien minuten, die weet hoe een volledig concert van het duo eruit ziet. Er zat namelijk nogal weinig afwisseling of dynamiek in het concert van het duo en toch slaagde Sleaford Mods er in om het boeiend en leuk te houden. Op het einde deden de twee er nog een schepje bovenop met een cover van Pet Shop Boys, “Nudge It” (met opgenomen vocals van Amy Taylor van Amyl and the Sniffers) en “Tweet Tweet Tweet”. Sleaford Mods deed wat ze altijd doen en deed dat goed.

Sleaford Mods staat op vrijdag 16 augustus op Lowlands.

Kneecap @ KluB C

© CPU – Toon Miermans

Van nobele onbekende tot een van de revelaties van het jaar in het Verenigd Koninkrijk; het parcours dat het Noord-Ierse Kneecap momenteel aan het doorlopen is, is best wel indrukwekkend. Hun debuutalbum FINE ARTS bereikte ei zo na de koppositie van de hitlijsten en viel ook nog eens in de smaak bij de anders zo kritische muziekvakbladen. Op Werchter waren ze hoe dan ook voor de meesten die in de Klub C kwamen schuilen voor de regen een nobele onbekende. De underdogpositie zorgde er aanvankelijk voor dat hun hiphop met sappig Ierse tongval nog wat moeizaam te verteren viel, maar door het energielevel gestaag te laten stijgen, kregen ze de Klub C toch vrij snel aan het moshen. Met het ludieke “Your Sniffer Dogs Are Shit” maakten ze de Klub C met een paar koppen kleiner, al was Kneecap er ook niet verlegen om het ook iets serieuzer aan te pakken. Mo Chara en Móglaí Ba vonden zo de ideale balans tussen feestgedruis en maatschappelijke relevantie. Binnen enkele weken verschijnt er trouwens een film over de ontstaansgeschiedenis van Kneecap en dat zal hun bekendheid en cultstatus alleen maar vergroten, ook in onze contreien.

Kneecap staat op zaterdag 13 juli in Bitterzoet.

The Rumjacks @ The Slope

© CPU – Chris Stessens

Al heel vroeg op de dag was het toch over de koppen lopen op The Slope. De reden bleek The Rumjacks uit Australië te zijn. De groep brengt weliswaar geen typische Australische muziek, maar keltische punk zoals groepen als Dropkick Murphys en Flogging Molly dat goed kunnen. Het gevolg was dan ook dat iedereen die stond te kijken naar de groep die zich vol enthousiasme en uitleving smeet. “A Fistful O’ Roses” kwam al heel vroeg in de set piepen en stak de vlam samen met de fluit en accordeon helemaal in de pan. De manier waarop de band aan een hoog tempo aanstekelijke punknummers bleef smijten, gaf niemand ook echt rust om te bekomen. Gelukkig was de set van The Rumjacks niet al te lang en konden we al die energie ook ballen in één kort moment. Waar we ons wel constant bevonden, was in een soort van euforische middeleeuwse staat waarbij de lokale pub op zijn kop kwam te staan. Afsluiter “An Irish Pub Song” bevestigde dat vermoeden nog eens waarbij zelfs aan The Slope mensen op de tafel begonnen te dansen. Vernieuwend was het allemaal niet en de muziek leek allemaal uit hetzelfde vaatje te tappen, maar uiteindelijk had iedereen wel het nodige plezier en dat primeert vanzelfsprekend.

Simple Plan @ Main Stage

© CPU – Toon Miermans

Simple Plan beleeft zijn tweede jeugd, als ze al ooit eens oud zijn geweest. De Canadezen hebben namelijk hun plek op het grote podium van Werchter heroverd en het leek er niet op dat ze die plek zomaar zouden afgeven. Met een grote productie waarbij het scherm achter de band aangaf welk nummer ze precies speelden en een heuse portie goesting werd met “I’d Do Anything” meteen furieus afgetrapt. Het viertal liet zich gelukkig niet kennen en met “Jump” ging de volledige weide spontaan aan het springen. Het was meteen duidelijk dat Simple Plan iedereen zou meekrijgen die dat wilde en bijgevolg was er aan sfeer geen gebrek. De interactie tussen frontman Pierre Bouvier en de toeschouwers was er eentje waarbij iedereen zich betrokken voelde. Een set van Simple Plan bevat weliswaar de nodige voorspelbaarheid waardoor er ook nu bij “Summer Paradise” ballonnen in het publiek werden gesmeten en er scooby doo’s opdoken tijdens “What’s New Scooby Doo?”. Het moest een feestje zijn voor Bouvier en dus werden er enkele overbodige covers van onder andere “Mr. Brightside” en “All Star” in de set gemixt. Dat voelde allemaal nogal geforceerd aan, zeker omdat Simple Plan zoveel goede eigen nummers heeft. Gelukkig was het eindsalvo met “I’m Just A Kid” in een iets langere versie waarbij drummer Chuck Comeau aan het crowdurfen ging en “Perfect” een perfecte remedie voor de geforceerdheid. Simple Plan kreeg heel veel volk naar de Main Stage en iedereen die er was, smeet zich volledig op de muziek van de band waarbij nostalgie de plak zwaaide met hier en daar een momentje om te verpozen met nieuwe muziek.

Gary Clark Jr. @ The Barn

© CPU – Chris Stessens

Voor de fijnproevers was gisteren een dag om van te genieten, niet alleen in De Smaakfabriek, maar ook ’s middags bij Gary Clark Jr. in The Barn. De Amerikaanse gitaarvirtuoos staat bekend om zijn ijzersterke optredens en maakte die reputatie grotendeels waar tijdens zijn gastoptreden in Werchter. Hoewel het niet zo magisch was als in 2016, toen hij ook in The Barn speelde, bood het materiaal van zijn nieuwe album JPEG RAW toch een boeiende dynamiek. Zijn band zorgde voor een compacte sound, waarop Clark Jr. zijn befaamde gitaarsolo’s kon laten schitteren. Er werd ook genoeg ruimte gelaten om af en toe een beetje te improviseren, wat het allemaal toch iets losser en luchtiger maakte. Tijdens het verrukkelijke en langer gebrachte “Bright Lies” barstte het publiek zelfs meerdere keren in applaus uit toen de gitaaruithalen samensmolten tot een prachtig geheel. Al met al behoorde de set van Gary Clark Jr. kwalitatief gezien tot de hoogtepunten van de tweede festivaldag.

Glints @ KluB C

© CPU – Toon Miermans

Toen Glints onderweg was naar KluB C brak de rapper zijn hand, maar dat weerhield hem er niet van om ‘all in’ te gaan. Vanaf de openingstrack stak de Antwerpenaar de handen uit de mouwen en het werd duidelijk dat zowel de artiest als de volle KluB C er zin in hadden. Tijdens de epische outro van “Gold Veins” leek Glints wel een god die vanuit alle hoeken met licht werd opgehemeld, maar zijn stiekem knuffelbare uitstraling zorgde dat er niets van arrogantie te bespeuren viel. Glints droeg tussen de stevige nummers door een liedje op aan zijn vriendin, wat voor een rustiger momentje zorgde. De rapper had nog enkele verrassingen achter de hand en de eerste daarvan was Blu Samu, waarmee hij tijdens een trompetsolo even stond te dansen. Ook Yung Yello – met wie Glints twee handen op één buik is – en Daan kwamen op bezoek om hun samenwerkingen met Glints te brengen, maar die laatste deed er nog een schepje bovenop. Daan bracht zijn fenomenale “Housewife” in een hardere en coole versie, en met tekst voorzien door Glints werd het een van de hoogtepunten van de set.

Ook wanneer Glints alleen op het podium stond, werd hij op handen gedragen en sprong en danste het publiek mee. Zelf ging Glints soms met zijn zangstem de hoogte in, wat een beetje aan Warhola deed denken. Dat Warhola beter kan zingen dan hij zorgde er echter niet voor dat de rapper zich inhield. Op het einde werden er nog twee sfeermakers tegenaan gesmeten: “Bugatti” en “Roma”. Uiteraard werd er meegezongen en barste de euforie uit de tent. Glints mocht dan wel in de gips zitten en een metalen pin in zijn arm hebben, hij liet het publiek toch uit zijn gebroken hand eten. Zonder zwans zorgde Glints voor een van de betere sets die Rock Werchter vandaag al te bieden had en wetende dat hij eigenlijk niet mocht optreden is dat extra straf.

Glints staat op vrijdag 18 en zaterdag 19 oktober in De Roma.

Hot Mulligan @ The Slope

© CPU – Chris Stessens

Het was niet al te druk voor The Slope toen Hot Mulligan aan zijn set begon en de afwezigen hadden dit keer wel ongelijk. De groep uit Lansing in Michigan liet zich meteen van de meest snedige kant zien waarbij de energie centraal leek te staan. Met vier muzikanten en een frontman die zijn stembanden schor leek te schreeuwen, hadden we wel meteen een idee van wat er gebracht werd. Snedige poppunk met dan net een iets scherper randje en net daardoor was het niet zoals de rest op de line-up. Enkel “BCKYRD” leek ook het enige bescheiden meezingmoment te zijn, waarbij de rest van de set vooral op springen werd onthaald. Naar het einde toe zette de band nog een extra versnelling in, waarna ook het publiek meer begon te springen en er zelfs wat circlepits ontstonden. “End Eric Sparrow and the Life of Him” en “John “The Rock” Cena, Can You Smell What the Undertaker” waren zo krachtige afsluiters waarmee het talent van de band in de verf werd gezet. Emo met een boodschap en vooral een ruwe stem waarmee ze nooit het grootste publiek zullen bereiken, maar in de eigen scene wel zullen blijven overheersen.

Tom Odell @ Main Stage

© CPU – Toon Miermans

Of Tom Odell, Tom Morello en Tom Barman backstage de Spider-Man-meme hebben nagedaan weten we niet, maar wat wel zeker is, is dat die eerste op een grote opkomst kon rekenen. The Main Stage liet voor de gelegenheid de wolken verdwijnen en met de zon in het aangezicht kon de mensenmassa genieten van de vaak rustigere en dromerige pianomuziek, zeker in vergelijking met de andere namen die gisteren op hetzelfde podium stonden. Dat weerhield Tom Odell er echter niet van om enkele van zijn mooiste pianodeuntjes op een kwaliteitsvolle manier te spelen. Waar het probleem wel lag, was bij het feit dat haast iedereen op het laatste liedje stond te wachten en er maar weinig sfeer in de lucht hing. Het hardere “Fighting Fire with Fire” schudde het publiek al een beetje wakker, al had er nog steeds veel meer sfeer kunnen zijn. Dat Tom Morello zo nu en dan op de achtergrond te horen was maakte het niet beter, maar toen Odell na een stukje van “Your Song” zijn “Another Love” inzette, konden we Morello’s gitaargeweld wegfilten. De zee van gsm’s genoot duidelijk van het laatste nummer en ondanks dat Tom Odell in het algemeen een sterke set neerzette, zal het toch vooral dat hoogtepunt zijn dat bijblijft.

Tom Morello @ The Barn

© CPU – Chris Stessens

Door het wegvallen van Bad Omens mocht Tom Morello de KluB C inwisselen voor The Barn, en laten we eerlijk zijn: met zo’n legendenstatus als die van hem, is dat niet gestolen. De Rage Against The Machine-gitarist is vanzelfsprekend een van de besten in zijn vak, alleen was het jammer dat zijn solomateriaal niet per se van een niveau is om over naar huis te schrijven. Maar wie geen zin had in de Tom op de Main Stage, vond bij de Tom in The Barn ongetwijfeld wel zijn gading. Een arsenaal aan gitaren en versterkers stond te blinken alvorens Morello met opgestoken wijsvinger de boel in gang stak.

Dat deed hij aan de hand van “Soldier in the Army of Love”, om daarna meteen al zijn duivels te ontbinden. Drijfkracht van de man was het onrecht in de wereld, waardoor hij, mede dankzij zijn Amerikaans cliché enthousiasme, de tent al snel aan het bewegen kreeg. Tien minuten ver waren de voorste regionen van The Barn al veranderd in een broeierige moshpit, en toen de lichtblauwe gitaar met nijlpaardjes werd bovengehaald, schakelde de Amerikaan nog een versnelling hoger: crowdsurfers tijdens “One Man Revolution” waren een feit. “Hold the Line” zorgde niet veel later voor een volgend kookpunt, en daardoor viel op dat de man het publiek gewoon helemaal meekreeg door enkel zijn vingers te laten spreken. Dat hij daarbij ook nog eens wist dat hij hier dertig jaar geleden voor het eerst speelde, maar eveneens een nummer met de titel “Werchter Rocks” improviseerde terwijl een technisch probleem opgelost werd, leverde hem eens te meer sympathie op. Måneskin-gitarist Thomas Raggi kwam uiteindelijk nog mee vlammen op “Kick Out the Jams”, een minutenlange durende medley van de beste RATM-riffs deed de nieuwe betonnen vloer net niet breken en een ode aan Chris Cornell raakte de gevoelige snaar.

Morello zou nog oproepen tot een staakt-het-vuren door gitaar te spelen met zijn tong, maar met hoogtepunt van de set volgde vanzelfsprekend helemaal achteraan: “Killing in the Name”. De Rage Against The Machine-hit zette The Barn op ongeziene manier op stelten, waarna “Power to the People” voor een ‘rock-‘n-roll aardbeving’ zorgde. Tom Morello bewees zich een publieksmenner, klassegitarist en meester entertainer op Rock Werchter. Ongetwijfeld een van de energiekste sets van het weekend.

The Armed @ The Slope

© CPU – Toon Miermans

Voor The Armed zouden we graag een nieuw woord in het leven roepen: wawasda. Deze Amerikaanse wervelwind moest het misschien doen met een van de minst grote opkomsten van het weekend, maar knalde en beukte met een onverwoestbare kracht recht door The Slope heen. Al bij een van de eerste nummers besloot Tony Wolski de helling te verkennen. Het publiek bleek nogal onder de indruk van de chaos en de energie, want wie er bij was, reageerde nogal verbijsterd en leek toch wat tijd nodig te hebben om het allemaal te kunnen verwerken. De nummers van Perfect Saviors werden hier en daar wel herkend, maar het was dan toch het iets ouder materiaal dat The Slope aan het diggelen bracht. Deze brok aan chaos was zonder enige twijfel een van de opvallendste sets van de dag.

Declan McKenna @ KluB C

© CPU – Chris Stessens

Declan McKenna liet niet meteen de tent van bij het begin vollopen voor zijn speelse Britpop, maar eens de man aan zijn set begon, zat het wel meteen goed. Met een leuke feelgoodsfeer werd de zon die buiten net was doorgekomen ook naar binnen meegenomen. “Key To Life On Earth” vormde al een eerste klein hoogtepuntje met een snedige gitaarsolo, maar daarna zakte de set toch soms iets te veel in. Het gevolg was dat we een beetje snedigheid misten. Die kwam er na een groot halfuur wel in de vorm van ”British Bombs”, waarbij de tent uit zijn voegen barstte. Declan deed zijn jasje uit en zweepte de tent wat op, waarna hij wat stevige songs te berde bracht. Het gevolg was een zaal die ook iets meer begon mee te bewegen en dansen met “Brazil” als orgelpunt. Dat hij daarna nog een nummertje speelde, liet niemand aan zijn hart komen en zo verliet iedereen toen al de zaal. Declan McKenna moet het hebben van de panache en eens hij die brengt, zal hij onverslaanbaar blijken. Nu was zijn set op Rock Werchter gewoon plezant zonder meer.

Declan McKenna staat op zaterdag 6 juli op Down The Rabbit Hole.

YUNGBLUD @ Main Stage

© CPU – Toon Miermans

Zeggen dat Yungblud veel energie heeft, is een understatement en zoals altijd ging ook deze keer een passage van de Brit niet onopgemerkt. Vanaf opener “Superdeadfriends” ontplofte er een energiebom op en voor het podium. Vuur schoot links en rechts van de zanger de lucht in en hij zag hoe duizenden armen de lucht in gingen. Meer zelfs, Yungblud slaagde erin om de hele weide een uur lang hun armen in de lucht te houden. Net als de Marie-Louise gingen de armen van voor naar achter en van links naar rechts. “I Love You Will You Marry Me” was de sfeermaker die de twijfelaars na het eerste nummer toch kon overtuigen en voor we het wisten, passeerden ook “California”, “Fleabag”, met iemand uit het publiek op gitaar, en “Anarchist”, met een sitdown, de revue.

Hoog tempo en veel energie, zonder het ook maar één minuut rustiger aan te doen. Het is er niet voor velen weggelegd, dus de flater, waarbij Yungblud vroeg hoe je ‘I love you’ in het Belgisch zegt, vergaf de uitgeladen weide hem meteen. De Brit liet bovendien duidelijk merken hoe blij hij was er te zijn en verklaarde vele malen zijn liefde aan het publiek om dan tijdens “Loner” nog een laatste keer alles te geven. Yungbluds continue energie-uitbarsting kan overkomen als té intens, maar wat die met een weide doet, is zonder twijfel indrukwekkend te noemen.

dEUS @ The Barn

© CPU – Chris Stessens

Het heeft lang – heel lang – geduurd, maar gisteren stond dEUS eindelijk nog eens op Rock Werchter. Twaalf jaar nadat Tom Barman en zijn kompanen fungeerden als subheadliner voor Pearl Jam, mochten ze nu The Barn komen afbreken. En een tent met de capaciteit van het Sportpaleis, doch geen betonnen bunker, lijkt het vijftal op het lijf geschreven. Een match made in heaven dus, want de Antwerpenaren zetten de tent meteen naar hun hand. Niet door te vlammen, maar door het publiek mee te trekken in haar mysterie. “How To Replace It” speelde daarin een belangrijke rol, want terwijl een rode laser The Barn doorkliefde, werden we zo zonder het te beseffen beslopen door “Quatre Mains”.

“The Architect” was zo meteen erna een eerste kaakslag, waarna dEUS datzelfde trucje bleef toepassen: het publiek bezweren met donker materiaal. Net als je dacht dat je helemaal ingepakt was door de rauwheid van Barman, dan scheurde hij je aan stukken met een hit. Eén-tweetje “W.C.S. (First Draft)” – “Instant Street” bleek zo het contrast tussen donker en licht nog wat extra bloot te leggen; mysterie en intens, hand in hand. Pawlowski’s riff werd bijna tot in het oneindige meegescandeerd door de hele tent, “Fell Off The Floor, Man” trok die intense lijn door. “Sun Ra”, nog zo’n bom die in alle subtiliteit uiteindelijk je wimpers wegbrandt, “Nothing Really Ends” ook, “Suds & Soda” óók. En dan vergeten we er nog een handvol. Wat dEUS in The Barn neerzette was een staaltje Belgisch vakmanschap. Van het openstaande hemdje van Barman tot de fantastische lichtshow. Wat een intens strakke set. Enige minpuntje: Tom, zeg alsjeblieft nooit meer ‘Barnie’.

Op zaterdag 6 juli staat dEUS op Down The Rabbit Hole en op zaterdag 27 juli op Weitjerock.

Neck Deep @ The Slope

© CPU – Toon Miermans

Het is altijd een verrassing hoeveel volk er zal opdagen aan The Slope. De programmatie daar gaat dan ook een beetje alle kanten uit, al stond er op de vrijdag van Rock Werchter vooral punk in al zijn facetten geprogrammeerd. Voor Neck Deep was het aangenaam vertoeven; niet te druk, maar zeker ook niet kalm. De band uit Wrexham wordt dan ook alleen maar beter in wat ze doen en dat merkten we aan de hoeveelheid mensen de nummers kunnen meezingen. Het merendeel van de weide wilde zich dan ook niet laten kennen en smeet zich bij iedere song, net zoals Neck Deep van geen inzakking wilde weten. Zo zorgde “Motion Sickness” al vroeg in de set voor de nodige sfeer en werden de bindteksten beperkt tot voetbaluitslagen en typerende punktoespraken. “We Need More Bricks” stelde de weide weliswaar voor het eerst echt op de proef door een grootse pit voor het podium te doen ontstaan en bij “Take Me With You” werden er zowaar echt aliens op het podium gebracht. Daarna werden de vrouwen ook uitgenodigd voor een moshpit die enkel voor hen was bij “She’s a God”. Op die manier zorgde Neck Deep voor heel wat sfeer met zelfs de eerste crowdsurfende rolstoel van het festival. “In Bloom” zette een mooi meezingbaar orgelpunt aan een set waar iedere poppunkliefhebber van kon genieten.

Archive @ KluB C

© CPU – Toon Miermans

Eens de latere uurtjes werden ingezet, was een band als Archive de perfecte gelegenheid om eventjes tot onszelf te komen. De Britse band bouwde opener “Lights” langzaamaan op waarbij er doorheen de zeven minuten durende welkomsreis steeds meer bandleden op het podium verschijnen. De progressieve en avant-garde rockmuziek was keer op keer gelaagd en wrong zich in bochten die we niet meteen zouden verwachten. Het was geen dus geen wonder dat we konden zien hoe sommige mensen zich (met gesloten ogen) in de muziek verloren en ook de band ging helemaal op in de muziek. Een van de toetsenisten liet dat duidelijk merken met grootse armbewegingen, al was er voor de rest visueel niet veel te zien. De focus lag dan ook op de ijzersterke muziek en doordat die met drie afwisselende vocalisten werd gebracht, ontstond er een hele dynamiek tussen hun stemkleuren. Hoogtepunt was – zoals te verwachten – “Again” en keerde het publiek gewoonweg binnenstebuiten. Het lied ging niet gewoon door onze ziel, maar nestelde zich in de kleinste uithoeken ervan. Archive zette met andere woorden een ijzersterke performance neer en kan tot de beste optredens van het weekend worden gerekend.

Archive staat op woensdag 5 en donderdag 6 februari in het Koninklijk Circus, op 10 en 11 februari in OM, en op zondag 16 en maandag 17 februari in de TivoliVredenburg.

Sum 41 @ Main Stage

© CPU – Chris Stessens

Voor hun laatste festivalshow ooit in België bracht Sum 41 heel wat toeters en bellen mee naar de weide van Werchter. Als subheadliner wisten ze ook hun status waar te maken door in een groot uur enkel maar hits te spelen en een hele weide mee te krijgen. Het begon weliswaar een beetje met een minpunt doordat er enkele geluidsproblemen opdoken tijdens opener “Motivation”. Die kwamen doorheen de set nog wel wat naar voor, maar nooit meer zo storend als toen. Gelukkig liet Sum 41 dit niet aan zijn hart komen en bleven er maar energieke songs gespeeld worden. “The Hell Song”, “No Reason” en “Underclass Hero” waren maar enkele van de stevige songs die al snel op het publiek werden losgelaten. Dat de productie er op het eerste zicht mager uitzag, bedroog want bij ieder nummer kregen we ofwel vuur, vuurwerk, confetti, ballonnen of alles in een keer. Natuurlijk moest er ook wat nieuw werk passeren en dat was met “Landmines” en “Dopamine” iets positiever volgens frontman Deryck Whibley, maar daarna mocht het weer agressiever met “We’re All To Blame”. Er zat dus een goede flow in de set waarbij niemand echt kan zeggen dat Sum 41 niet zijn best deed om iedereen te bereiken. Zeker toen Whibley de riffs van “Smoke on the Water” en “Seven Nation Army” inzette of toen een strakke cover van “We Will Rock You” passeerde. Het hielp om ook de Måneskin-fans over de streep te trekken en zo was het eindsalvo nog meer moordend. Een sitdown, dat was het enige wat we nog te kort hadden, net als de furieuze hits “In Too Deep”, “Fat Lip” en “Still Waiting”. Nog een laatste keer werd alle mogelijke productie bovengehaald en werd er gesprongen en gemosht in het publiek die nog eens nostalgisch, maar vol energie kon meebrullen met Sum 41. Een waardige subheadliner, dat bewezen ze op Rock Werchter.

Sum 41 staat op maandag 21 oktober in de Brabanthallen en op woensdag 23 oktober in de ING Arena.

Snow Patrol @ The Barn

© CPU – Chris Stessens

Na Editors vorig jaar, was het gisteren de beurt aan Snow Patrol om te fungeren als band-op-retour-The-Barn-headliner. Dat zeggen we natuurlijk met alle respect, want Tom Smith en co bliezen hun huwelijk met Rock Werchter, en bij uitbreiding heel België, nieuw leven in door er een van de sets van het weekend neer te zetten waarvoor het publiek tot buiten de tent rijen dik stond. Gary Lightbody hoopte ongetwijfeld op eenzelfde effect, want hoewel de hoogdagen van de Britten achter ons liggen, is de band met ons land toch altijd net dat tikkeltje specialer geweest. Dat de groep, in weliswaar vernieuwde samenstelling, zijn karrenvracht aan hits mee had genomen richting het festivalpark, zorgde voor een onvergetelijke doortocht. Zeker omdat Snow Patrol gisteren voor het eerst sinds oktober nog eens het podium betrad.

“You’re All I Have” opende zo met wat vertraging de debatten, waarna de handen tot ver buiten The Barn de lucht in gingen. Technische problemen leken echter al meteen roet in het eten te gooien, maar na een ongemakkelijk onderonsje met Lightbody kreeg Snow Patrol de trein terug op de rails met “Take Back The City”. “Called Out in the Dark” was na een kwartier al het zoveelste schepje, om dan nog maar te zwijgen over het prachtige “Run” dat door een zee van smartphonelichtjes naar een hoger niveau werd getild. Na een handvol hits was het dan tijd aan “The Begining”, letterlijk het begin van een nieuw hoofdstuk in de carrière van de band. Dat werd evenzeer gesmaakt als de hits, dus was het haast onmogelijk om een verschil in enthousiasme met pakweg “Open Your Eyes” te vinden. Uiteindelijk volgden er weliswaar iets te veel nieuwe en onbekende nummers, waardoor het geheel dreigde in te storten, maar gelukkig hadden de Ieren nog niet al hun kruid verschoten. De eindsprint had zo maar even “Shut Your Eyes”, “Chasing Cars” en “Just Say Yes” in petto, dus kon je niet anders dan concluderen dat Snow Patrol voor een epische veroveringstocht tekende. Indrukwekkend, bij momenten emotioneel en permanent hartverwarmend.

Snow Patrol staat op zaterdag 8 februari in de Ziggo Dome en op zondag 9 februari in Vorst Nationaal.

Against The Current @ The Slope

© CPU – Toon Miermans

Van een hoogdravend einde aan The Slope konden we jammer genoeg niet spreken bij Against The Current. Onder het motto ‘flauw, flauwer, flauwst’ ging de band voor een stereotype set die nooit echt van de grond wist te komen. De clichénummers volgden elkaar in ijltempo op en al snel zorgde de set bij ons voor irritaties. Frontzangeres Chrissy Constanza kon gewoonweg te weinig gewicht in de weegschaal leggen en schitterde niet meteen met een frivole podiumpresence. Het was en bleef een verhaal van niet kunnen en dat is toch wel een beetje pijnlijk voor een band die nu al meer dan tien jaar bestaat. The Slope had als laatste wel act iets meer pit kunnen gebruiken.

James Arthur @ KluB C

© CPU – Toon Miermans

De rode kruisjes konden nog een laatste keer op vrijdag bovengehaald worden bij James Arthur. De Brit won meer dan een decennium geleden X-Factor UK en brak bijgevolg door bij het grote publiek met zijn versie van “Impossible”. Intussen waait er een nieuwe wind door zijn carrière en verkent hij muzikaal nieuwe orden. Vergelijkingen met Sam Fender liggen niet veraf, maar gisteren kwam die nieuwe sound live toch niet volmondig tot haar recht. Het hielp ook niet dat hij al redelijk vroeg de hitjeszoekers spek voor de bek gaf met het eerder genoemde nummer. De nummers van zijn nieuwe plaat Bitter Sweet Love konden niet genoeg doorwegen en zullen live ook niet voor veel nieuwe fans gezorgd hebben. De eentonigheid doorbrak hij niet meer, al zorgden meezingers “Train Wreck” en afsluiter “Say You Won’t Let Go” wel voor toepasselijk melodramatische momenten. Het alternatief voor Måneskin was dus niet bijster spectaculair, al gaf het uiteindelijk wel hetgeen waarvoor de KluB C was volgelopen.

Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!

Onze recensie van Måneskin lees je hier.
Alle recensies van Rock Werchter 2024 lees je hier.

Deze recensies werden geschreven door Lucas PalmansRobbe RoomsNiels Bruwier en Simon Meyer-Horn.

Related posts
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single SPRINTS - "Feast"

Het debuutalbum van Ierse garagepunkgroep SPRINTS is nog geen acht maanden uit of de band brengt al opnieuw muziek uit. De band…
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single GLINTSAL - “Get U What U Want”

Hij speelde voor een keer eens niet op echt élk festival dat België te bieden heeft, maar toch mag Glints zich een…
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single Hot Mulligan - "Fly Move (The Whole Time)"

Poppunkgroep Hot Mulligan staat vooral bekend voor z’n midwest emo-invloeden en is inmiddels zelfs een van de uithangborden van het genre. De…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.