AlbumsFeatured albumsRecensies

Albumreviews: Beire Kort #45

Het aantal albums dat wekelijks verschijnt, is meedogenloos groot. Daarom is het onmogelijk om alles binnen de correcte tijdspanne van een degelijke review te voorzien. Gelukkig hebben we daarvoor een oplossing ontwikkeld in de vorm van ‘Beire Kort’. Reviews van in de voorbije jaar verschenen albums of ep’s die we nog niet recenseerden, vinden hier een plaats. Deze editie is alweer de tweede van 2024 en dit keer schenken we aandacht aan onder de nieuwe werken van Empire of The Sun, Chilidish Gambino en Arab Strap.

Zee Skirts – Only The Bad Sleep Well (★★★½)

Met pseudoniemen als Zeezee l’amoroso, Uncle Yanco en Double C, hullen de leden van het Gentse Zee Skirts zich in een zweem van mysterie. Dat eigenaardige sfeertje past echter perfect bij de muziek op hun album Only The Bad Sleep Well. Hun eerste album op W.E.R.F. Records is een bont allegaartje van stijlen en ideeën geworden: quirky pop met haarspeldbochten, pompeuse melodieën, Japanse invloeden en speelse ritmes. Het zou zomaar een plaat kunnen geworden zijn die ongecontroleerd alle kanten opgaat, maar gelukkig weet de groep veel focus in het album te brengen en een samenhangende wereld te creëeren met veel gekkigheid en verrassing.

Magdalena Bay – Imaginal Disk (★★★★★)

Op de tweede plaat van Magdalena Bay doet het producersduo een worp naar album van het jaar, want Imaginal Disk is er eentje om in te kaderen. De groep rond Mica Tenenbaum en Matthew Lewin had met Mercurial World in 2021 al een degelijk debuut vol synthpop en electro gelanceerd en doet daar nu een stevig schepje bovenop. Imaginal Disk klinkt even hyperpoppy als Caroline Polachek of Grimes, en even proggy als Kate Bush of Peter Gabriel. Geen van beide dus, of net een heerlijke mix van de twee? Zo goed als elk van de vijftien tracks bevat ergens wel een gekke twist of kippenvelmomentje, met veelvuldige instrument- en stemmingswissels. Het Joodse duo uit Miami met Argentijnse roots laat zijn luisteraars dus niet zomaar op hun lauweren rusten en deinst er evenmin voor terug om halfweg eens de verwachtte popstructuur volledig af te breken. Toch blijft de plaat consistent dromerig en bijna autoritatief, alsof Mica Tenenbaum je een rondleiding door het hiernamaals geeft. Bovendien staat de aflevering van haar etherische stemmen dikwijls in een dynamische symbiose met de drumritmes en de psychedelische synths.

Er is echter nog een tweede reden waardoor Magdalena Bay zich tot dé songwriters van het jaar mag rekenen. Imaginal Disk is namelijk het meest verfrissende conceptuele popalbum sinds The ArchAndroid van Janelle Monáe uit 2010. ‘Conceptalbum’ bedoelen we hier in de meest zuivere vorm: Imaginal Disk is het kaderverhaal van de fictieve True Blue, die van Aliens een upgrade van haar menselijkheid krijgt toegediend. Alleen stoot haar lichaam die ‘disk’ af en moet True zelf op zoek naar wat dat nieuwe menszijn betekent. Tegenwoordig zijn popartiesten zoals Billie Eilish, Ariana Grande en natuurlijk Taylor Swift snel geneigd om hun eigen kwellingen in een reeks rijmende narratieven te gieten, als remedie tegen de onzekerheden van het post-truth-tijdperk. Tenenbaum slaagt er hier echter in dezelfde universele thema’s zoals kwetsbaarheid, liefde en zingeving met een kwinkslag te vertolken, in plaats van via overduidelijke zelfmythologisering. De onverwachte wendingen in de muziek en de speelse uitvoering van het thema zorgen dus voor een heel leuke luisterervaring. Hoewel een paar nummertjes het momentum halfweg ietwat vertragen, vormen “Cry for Me” en “Angel on a Satellite” tenslotte nog voor uitstekende afsluiters van een schitterend album!

Mabe Fratti – Sentir Que No Sabes (★★★★)

De Guatemalaanse / Mexicaanse muzikante Mabe Fratti is de voorbije jaren bijzonder actief geweest met uiteenlopende projecten en neemt een steeds prominentere plaats in op de radar van liefhebbers van experimentele muziek. Zo kreeg ze de eer om een van de curatoren te mogen zijn op de komende editie van Le Guess Who?, misschien wel hét belangrijkste festival voor muziek die buiten de lijntjes kleurt. Buiten de lijntjes kleuren doet Mabe Fratti ook op haar nieuwste plaat Sentir Que No Sabes. Haar ideeën zijn zoals gewoonlijk veelzijdig, verrassend en uitdagend, maar de troef die Mabe Fratti speelt, is de menselijke warmte die ze kan leggen in dat experiment: in haar pakkende zang, doorleefde melodieën en rijke arrangementen. In dat opzicht doet ze ietwat denken aan Arthur Russell, nog een muzikant die de cello omarmde en veel kleur en menselijkheid wist te verzoenen met abstracte vormen en klanken. Mabe Fratti’s nieuwste album is weer een nieuwe stap op het avontuurlijke pad dat ze zelf bewandelt en waarvan het spannend is om te zien waar het haar brengt.

Fine – Rocky Top Ballads (★★★½)

Met namen als ML Buch, Astrid Sonne, Clarissa Connelly, Erika de Casier en Smerz is het duidelijk dat er de laatste tijd heel wat boeiende, eigenzinnige albums uitkwamen van vrouwelijke artiesten uit de Kopenhaagse scene. Fine, het soloproject van Fine Glindvad Jensen, mag zeker niet in dit lijstje ontbreken. Op haar debuutalbum Rocky Top Ballads raakt ze genres als dreampop, country en folk aan met daarbovenop een slackersausje. Toch klinkt dit album anders dan die termen zouden vermoeden. Fine kleedt haar pure nummers namelijk aan met een ijle, etherische productie die (toevallig of niet) in de lijn ligt van die van haar eerder aangehaalde stadsgenoten. De combinatie van de goede songs, karakteristieke productie en zachte zang, maken van Rocky Top Ballads een fijn album waar je verschillende luisterbeurten mee zoet bent.

Boogie Beasts – Neon Skies & Different Highs (★★★)

‘Blues is going to always be with us’, een gevleugelde uitspraak die Buddy Guy maar al te graag zegt. Ook in ons landje is het bluesrock verre van begraven en hebben we met Boogie Beasts een sterke band die maar al te graag het genre verkondigd, vernieuwd en verfrist. Ook met Neon Skies & Different Highs brengt de groep op het eerste gezicht een best leuke bluesplaat uit die vol zit met innovatieve hooks en prima nummers. Echter lopen tijdens iedere luisterbeurt tegen hetzelfde probleem aan, want wanneer het album net in een goede vibe komt, wordt het uit het niets volledig opengebroken en krijgen we intermezzo’s die totaal niet passen in de stijl van de plaat. Het zijn eerder stoorzenders dan echte toevoegingen, waarbij het eerste tussenspel ons misschien nog wel het meeste stoort van allemaal. Voorafgaand horen we het sterke “Cold Ways”, die door zijn fijne gitaarlijnen een zeer fijne sfeer creëert, doorheen de speakers en achteraf krijgen we met “Love Chase” een best leuk nummertje voor onze kiezen, maar precies daartussen zit met “Interlude 1” een vaag stukje muziek van nog geen halve minuut dat totaal niet past bij de omliggende tracks. Misschien een idee om die willekeur van tonen in het vervolg maar te laten voor wat het is, want het doet Neon Skies & Different Highs zeker geen goed.

Speed – ONLY ONE MODE (★★★★)

Hardcore zit in een vernieuwingsfase. Waar het genre vroeger redelijk straight forward was, kiezen tegenwoordig steeds meer bands om niet meer volgens de regels te leven. Ook Speed is zo’n band, die met een dwarsfluit niet meteen de meest voor de hand liggende vernieuwing aan het genre brengt. Toch werkt het aardig goed en heeft het de groep zeker geen windeieren gelegd, want de band heeft in de aanloop naar de uitgifte van hun debuutalbum ONLY ONE MODE flink wat ogen richting zich kunnen krijgen. Op het album blijft het fluitwerk slechts beperkt tot het krachtige “THE FIRST TEST”, maar gelukkig wordt dat gemis goed gecompenseerd door een hoge dosis aan snoeiharde gitaren. Speed maakt zijn naam waar, geeft vol gas en knalt met “DON’T NEED” en “KILL CAP” met het speelse gemak doorheen de geluidsbarrière. Wel mocht de band qua zelfverheerlijking net een tandje terugschakelen, want na de zoveelste ‘Speed’-kreet weten we wel naar welke band we luisteren.

Manapart – Red (★★)

In hoeverre kan je een sound kopiëren voor eigen werk? Als het aan Manapart ligt toch wel voor minimaal twee albums. De groep is van een System of a Down-tributeband uitgegroeid naar een losstaand iets, maar is qua sound nog altijd een kopie van de Californische band die ze jarenlang nadeden. Red voelt daarom ook nergens vernieuwend aan. Op wat kleine uitzonderingen na zijn alle trucen van het album afgekeken van Serj Tankian en zijn mannen en voelt het bijna aan als plagiaat, al slaagt Manapart er tekstueel nooit echt in om de creativiteit van grote voorbeeld te evenaren. Voor fans van SOAD is het snack die er mee door kan om het wachten op een nieuwe plaat iets te verzachten, maar veel verder dan dat komt het ‘System of a Down van de Aldi’-album niet.

CANDY – It’s Inside You (★★★★)

Wij beiren houden van zoetigheid. Voor ons kan het niet zoet genoeg zijn: honing gaat er met liters doorheen en we verslinden snoep alsof het niets is. Maar als we van één soort snoep echt geen genoeg kunnen krijgen, dan is dat wel het snoepgoed dat in muzikale vorm komt. Met It’s Inside You van CANDY wordt deze honger meer dan gestild. Het album is een ware snoepwinkel voor hardcorefanaten, waar het assortiment aan de toonbank vol ligt met muilperen en knalerwten. It’s Inside You gaat werkelijk waar alle kanten op; in snel tempo worden genres als hiphop, trapcore en industrial noise verweven met de metallic hardcorevibes die CANDY zo kenmerken. Tegen het einde beginnen de nummers wel iets te veel op elkaar te lijken en is het lastig om ze als losse werken te zien. Een echte homerun zit er hierdoor helaas niet in, maar CANDY weet door de voldoende vernieuwing in de sound toch nog een nette plaat neer te leggen.

Knocked Loose – You Won’t Go Before You’re Supposed To (★★★★½)

Het is een buitengewoon goed jaar voor hardcore, want naast Candy en Speed bracht ook Knocked Loose een sterke plaat uit. De band klinkt op You Won’t Go Before You’re Supposed To nog bozer dan normaal en weet een heel album vol te stoppen met een lading agressieve energie die ons aanzet om alles in een straal van enkele decameters om ons heen met de grond gelijk te maken. De stem van frontman Bryan Garris is even idiosyncratisch als altijd en drukt flink de stempel op de plaat, terwijl zijn songteksten en woordkeuzes van een niveau zijn waar de gemiddelde poëet nog een puntje aan kan zuigen. Is het nu allemaal zo fantastisch als we schetsen? In grote lijnen wel. Ja, de samenwerking met Poppy tijdens het nummer “Suffocate” was samen met de reggaetonbeat voor ons niet volledig nodig en het album klinkt met momenten net iets te vol, maar dit zijn slechts kleine smetjes op een voor de rest verfijnd werk. Knocked Loose zette een doek voor zich, pakte verf en kwasten en schilderde als een reïncarnatie van Van Gogh een waar meesterwerk. En dat er hier en daar een klein verfdruppeltje zit dat er niet moet zitten, heeft op zich ook wel weer zijn charme.

Knocked Loose zet met You Won’t Go Before You’re Supposed To een stap die we bands de afgelopen jaren al vaker hebben gezien. Het album is namelijk voor de groep wat GLOW ON voor Turnstile was, heeft hetzelfde effect als wat TEKKNO op Electro Callboy had en maakt dezelfde impact voor de band als wat Holy Hell op Architects maakte. Het is een stap omhoog die gezet wordt met een zevenmijlslaars, zo richting de top van de voedselketen. You Won’t Go Before You’re Supposed To gaat ongetwijfeld hoog eindigen in de jaarlijsten voor fanaten van de scene, waarbij een plekje bovenaan de lijst wat ons betreft zeker niet uitgesloten is.

ORB – Tailem Bend (★★★½)

De Australiërs van ORB zijn een bende rockers die weggelopen zijn uit de jaren zestig. Verwacht je aan composities die serieus beïnvloed zijn door topbands zoals Led Zeppelin, Deep Purple, The Yardbirds en The Doors. ORB klinkt heel psychedelisch, alsof Syd Barrett zelf aan de knoppen zat om het album mee in elkaar te knutselen. De band is een kwartet uitstekende muzikanten dat zijn instrumenten van a tot z onder de knie heeft. ORB durft zijn songs heel lang te maken tot bijna acht minuten, maar vervelen doet het werkelijk nooit. Elke noot en elk akkoord zijn weldoordacht achter elkaar gezet. Slechts acht nummers telt het nieuwe album, maar het zijn wel acht schijven die door merg en been durven te gaan en af en toe zelfs zo funky zijn dat stilstaan onmogelijk is. Knappe plaat!

Bill Wyman – Drive My Car (★★★★)

Bill Wyman, in een al redelijk ver verleden ondertussen, speelde bas bij The Rolling Stones. Het heeft de man nooit tegengehouden om af en toe zelf een album uit te brengen. De nieuwe lp kan eigenlijk met een enkel woord gerecenseerd worden: blues. Werkelijk alle songs op Drive My Car zijn stuk voor stuk blueslicks, gecomponeerd door een van de oprechtste muzikanten die er op deze bol rondloopt. Wyman klinkt heel jeugdig, maar toch met de stem van de echte man die geleefd heeft voor tien tegelijk. Wyman speelt het op zijn 87-jarige leeftijd meer dan perfect klaar om een plaat bij elkaar te componeren waar de coolheid gewoon van afstraalt. Er is op deze lp werkelijk geen enkele song die er minder goed of negatief uitspringt, integendeel, dit zijn allemaal topschijven die het verdienen om zoveel mogelijk gespeeld te worden. Wyman is dé man!

Arab Strap – I’m totally fine with it 👍 don’t give a fuck anymore 👍  (★★★½)

Een zotte titel voor een lp, dat is zeker. Arab Strap haalt op de verse worp uit naar sociale media, schermuren, ghosting, cyberpesten en nog veel meer. Het is duidelijk dat protagonisten Aidan Moffat en Malcolm Middleton een deksel van de rioolput hebben geopend en er met een stok in zijn beginnen roeren. De ingrediënten waarmee het Schotse duo zijn nummers componeert en ten berde brengt, zijn nog steeds dezelfde: zware drums, dreigende gitaarpartijen, onpeilbare achtergrondgeluiden en de diepe zangstem van Moffat. De drek die Arab Strap naar boven haalt, is gekend. We leven veel te veel ‘samen’, maar naast elkaar en leven een groot deel van ons bestaan op onze smartphones die eigenlijk gewoon computers zijn waar we werkelijk alles mee kunnen aanvangen. Op de nieuwe plaat staan elf knappe nummers. Alleen vooruitgeschoven single “You’re Not Here” is een schijf waarvan we met de beste wil van de wereld niet kunnen begrijpen dat deze song de eindselectie heeft gehaald. Maar goed, 11/12 is een schitterend resultaat. Fans van de onderkoelde, kille sfeer van Arab Strap zullen heel tevreden zijn met deze lp!

https://open.spotify.com/album/10OAPWpR7qXlxUbJlRhSFi?si=8eaFq66sTVio7J9iUW3pBg

Cheerleader Roadkill – Golf Course Intercourse (★★★)

Golf Course Intercourse van Cheerleader Roadkill is een album met twee gezichten. De plaat biedt aan de ene kant met energieke en goed in elkaar stekende instrumentale werk een solide basis, maar aan de andere kant weet de zang niet altijd te overtuigen en voelt het geheel soms onevenwichtig aan. Want hoewel de instrumentale ruggengraat goed in elkaar zit, laat de zang hier en daar de wensen over. De stemkleur van frontman Evan Bendixen is zeker niet voor iedereen weggelegd en klinkt soms zelfs bij ons onaangenaam in de oren. “Rot Away” is hier misschien wel het duidelijkste voorbeeld van. De algehele sound is behoorlijk goed en het nummer heeft een sterke groove, maar zodra de zang inzet, verliest het nummer zijn aantrekkingskracht. Wel gooit de band alles in de strijd en loopt het over van de energie, al kwam daar met “Monday” al snel verandering in. Door middel van een akoestisch gitaar laat de groep haar kwetsbare kant zien, maar door de hoge energiefactor in de rest van de plaat voelt het nummer een beetje misplaatst. De groep gaat iets te hard in de remmen en weet het restant van de plaat vervolgens niet meer op volle snelheid te krijgen. Nee, helaas eindigt Golf Course Intercourse niet met een hole-in-one maar met een bezoekje aan de zandbunker, waar het vervolgens met tientallen slagen nog altijd niet uitraakt.

Childish Gambino – Bando Stone and The New World (★★★)

Nadat multitalent Donald Glover eerder dit jaar onder zijn muzikale alias Childish Gambino zijn fans nog lichtelijk teleurstelde met zijn vierde studioalbum Atavista (dat uiteindelijk gewoon een afgemixte versie van 3.15.20 bleek), maakte hij het met Bando Stone and The New World toch gedeeltelijk goed. Gedeeltelijk, want dit vijfde album van Childish Gambino is meteen ook zijn laatste en komt, in alle eerlijkheid, niet tot aan de enkels van Glovers eerste drie albums. Moet gezegd: de lat en de verwachtingen lagen dan misschien ook wel buitenproportioneel hoog, want Bando Stone and The New World is zonder enige twijfel een interessante trip. Het album vormt de soundtrack van Donald Glovers filmregiedebuut waarin hij zelf de rol van hoofdpersonage Bando Stone vertolkt, een bekende muzikant die in een post-apocalyptische wereld plots nog maar weinig betekent.

Net omdat dit album geschreven is voor die film, lijkt het soms dat het een minder coherent geheel is dan zijn voorgaande lp’s en de tracks niet volledig op zichzelf staan. Wel volledig op zichzelf staat onder andere het geweldige, met verrassend veel gitaren overgoten “Lithonia”. Een krachtig nummer dat wel wat wegheeft van powersong “Me and Your Mama” van op “Awaken, My Love!”. Erg catchy is ook het zeven minuten lange “No Excuses” (feat. Ludwig Göransson). De Zweedse producer, componist en oscarwinnaar had doorheen de jaren een grote invloed op het ontstaan van het unieke geluid van Childish Gambino, maar krijgt hier voor het eerst een feature, en dat is duidelijk voelbaar in de rijkelijke instrumentatie en de speelse productie. Samenvattend: Bando Stone and The New World weet bij momenten absoluut te boeien, maar is langs de andere kant allesbehalve Donald Glovers sterkste werk, al moeten we onze mening binnenkort misschien herzien wanneer de film uitkomt en beeld en geluid samensmelten.

Wanneer de gelijknamige film Bando Stone and The New World precies in de zalen verschijnt, is nog niet bekend.

Empire Of The Sun – Ask That God (★★★)

Het Australische duo Luke Steele en Nick Littlemore bracht in 2009 met zijn debuutalbum Walking On A Dream een plaat uit die miljoenen keren over de tongen en langs de kassa ging. Samen met de Amerikanen van MGMT maakten en maken ze een nieuw soort electropop die buitenaards klinkt. De songs van Empire Of The Sun werden al honderden miljoenen keren gestreamd en blijven nog steeds een nieuw publiek aantrekken. En op de nieuwe lp Ask That God komt de band weer door de grote hemelpoort met dezelfde stijl van  popmuziek die het tweetal wereldberoemd heeft gemaakt.

Bijna alle nummers zijn weer uitermate geschikt voor een party op een feesteiland op onze blauwe bol of op een tweelingplaneet lichtjaren verwijderd van onze vaste grond. De band doet eigenlijk niets nieuw met en op de nieuwe plaat, maar ze heeft dan sowieso vroeger al bakens verzet en stenen verlegd in de muziekwereld. De songs zijn weer lekker extravagant en flamboyant en meer dan perfect dansbaar. Bijna elke song op de nieuwe schijf is gemaakt om eens lekker rond te zwieren. “Wild World” en “Rhapsodize” zijn hier wel de uitzonderingen. Deze twee songs zijn veel introverter en lijken meer om een documentaire op National Geographic over de trektocht van een gigantische kudde gnoes op zoek naar water te ondersteunen. Maar de tien andere schijven kunnen door eender welke DJ zonder aarzelen gespeeld worden om het publiek in beweging te krijgen. Leuke plaat!

Deze beire kortjes werden geschreven door Jan Kurvers, Bryan Boomaars, Koen Dignef, Renaat Senechal, Johannes Hulpiau

Related posts
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single Childish Gambino - "In The Night" (feat. Jorja Smith & Amaarae)

Het zijn tegelijkertijd mooie en minder mooie tijden voor de fans van Childish Gambino. Donald Glover brengt voor het eerst in relatief…
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single Bill Wyman - "Drive My Car"

Ooit was er een bandje uit Liverpool met de naam The Beatles dat een hit scoorde met de titel “Drive My Car”….
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single ORB - "You Do"

ORB, en dit is niet The Orb die ambient house maakt, is een Australische band die graag teruggrijpt naar de sound van…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.