Bright Eyes staat er in hoofdzaak niet om bekend een erg vrolijke band te zijn. Wie zich eens in tristesse wil hullen, vindt op Reddit meer dan één top tien aan ‘meest deprimerende Bright Eyes-nummers’. Persoonlijke favorieten in dat genre zijn “Lover I Don’t Have To Love” en “No Lies, Just Love”, een suïcidale afscheidsbrief die enkel door de geboorte van een neefje verpulverd wordt in ontluikend zonlicht, maar dat terzijde. Geen frontman hanteert zijn eigen songs meer als persoonlijke catharsis dan Conor Oberst. In 2022 leek het weer even verkeerd te gaan met de bard. Berichten over warrige, dronken performances bereikten een dieptepunt toen hij in Houston al na twee nummers het podium afwandelde. Oberst is bij uitstek de mentor van artiesten als Phoebe Bridgers, maar kan veel minder dan hen afstand nemen van de duivel die zijn creatieve geest in gelijke mate voedt en achtervolgt.
Het doet dan ook goed om te kunnen zeggen dat Five Dice, All Threes een extreem vrolijke plaat is geworden. De vooruitgeschoven singles waren al uitstekende bewijzen van de enorme spelvreugde die de band terugvond. “Bells and Whistles” is een lekkere portie schurende rock waar duizend belletjes aan toegevoegd zijn. “Rainbow Overpass” knalt onder aanvoering van Alex Orange Drink dan weer meer rechtdoor met een refrein waarin Oberst het evenwicht houdt tussen dronken café-avond en slim productiewerk. Dat rauwe gevoel van muzikale verbondenheid wordt gemengd met een erg groot bandgeluid. Er wordt niet op een tierlantijntje meer of minder gekeken, wat een verademing is ten opzichte van het degelijke, maar ietwat duffe Down in the Weeds, Where the World Once Was.
De singles zijn daarbij nog geeneens het beste van wat Five Dice, All Threes te bieden heeft. Op “Bas Jan Ader”, een ode aan de Nederlandse kunstenaar, laat Oberst een piano vrolijk huppelen rond zijn ruw stemgeluid. Pas echt fantastisch wordt het wanneer de band de trompetten bovenhaalt. “El Capitan” bespeelt de link met de bergbeklimming maar zijdelings, maar wat maakt het uit op een nummer dat zo heerlijk opbouwt richting een schallend einde. “Tin Soldier Boy” laat die trompetten nog wat verder doldraaien in een opbod tegen de begeleidende harmonica. ‘Soldier on, soldier on,’ zingt Oberst. Met zo’n extatisch nummer gaat dat net iets makkelijker.
Wat atypisch voor de groep glijdt het album enkel uit wanneer het tempo naar beneden gaat. “Tiny Suicides” kan niet duidelijker gericht zijn op de gebroken harten, maar de typerende uithalen van Oberst volstaan niet wanneer een nummer muzikaal te vlak aanvoelt. Ook “Real Feel 105°” en, in minder mate, “Hate”, een afrekening van de zanger met elke religie die hij kon bedenken, laten zich wat meeslepen in een repetitief ritme dat evenmin een tekst heeft die er voldoende op inhakt om te blijven boeien. Binnen het rustigere gamma heeft Oberst samenwerkingen met Matt Berninger, frontman van The National en logische geestesgenoot, en Cat Power nodig om boeiend materiaal af te leveren. De samenwerking met die laatste levert met het jazzy, door elkaar gezongen, “All Threes” een van de beste nummers van de plaat op.
Moeilijk te zeggen wat uiteindelijk het centrale thema van dit album is. Ietwat onnodig fietsen er soms fragmentjes van dobbelspelavonden door de nummers. Het nut van een intro is nihil wanneer er enkel wat onverstaanbaar gemurmeld wordt. Even frequent rekent Oberst af met Jezus Christus. Het levert op “All Threes” een van de grappigste songteksten op: ‘Jesus died in a cage fight/Elon Musk in virgin white/I killed him in an alley over five dice’. Oude en nieuwe predikers worden van de hand gewezen. Oberst laat zich op Five Dice, All Threes liever leiden door zijn voorliefde voor Frank Sinatra. Meerdere filmquotes passeren de revue in de verschillende nummers waarin hij Frank Sinatra als echte actieheld verkiest boven ‘another shitty Scorsese movie’.
Om maar te zeggen: er zit véél in Five Dice, All Threes. Boven alles is de rode draad de enorme spelvreugde die de groep uitstraalt. Het lijkt erop dat Oberst vooral de plaat heeft gemaakt die hij zelf wou maken en daarvoor heeft hij niet bespaard op bombast. Die rijke instrumentatie en scherpe songteksten vormen een stevig contrast voor fans die vooral ijskoude nummers als “Lua” in hun hart koesteren, maar getuigen bovenal van een gigantisch vakmanschap. Op zo’n overdadige plaat is het misschien niet onlogisch dat er nog wat vet op de soep is blijven staan. We kunnen gemakkelijk vier nummers aanduiden die de groep nog had kunnen lozen, maar Five Dice, All Threes maakt het makkelijk om imperfecties te vergeven.
Bright Eyes komt op 13 november naar Gent. Afhankelijk van hoeveel muzikanten hij meebrengt, zou dat wel eens een memorabele kennismaking met het nieuwe album kunnen opleveren.
Ontdek “Tin Soldier Boy”, ons favoriete nummer van Five Dice, All Threes, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.