Ondanks een schitterende carrière vol megahits, laaiend enthousiaste fans en lovende recensies heeft Halsey de laatste jaren met heel wat problemen te kampen gehad. Ze kreeg te maken met endometriose, wat in 2015 leidde tot een miskraam, en moest ze strijden tegen zowel leukemie als kanker. Alsof dat nog niet genoeg was, kreeg ze ook nog de diagnose van verschillende auto-immuunziekten. En dat allemaal bovenop een bipolaire stoornis waarmee ze sinds haar zeventiende probeert om te gaan. Miserie troef dus, en voor iemand als Halsey natuurlijk een bron van tekstuele en muzikale inspiratie. Drie jaar geleden verwerkte ze immers haar prille ervaringen met het moederschap, inclusief het verlies door een miskraam, in het indrukwekkende album If I Can’t Have Love, I Want Power. Nu heeft de Amerikaanse artieste een nieuwe plaat klaar waarop ze haar persoonlijke gezondheid onder de loep neemt.
Voor de opnames van haar vorige album haalde Halsey (née Ashley Frangipane) nog de heren Atticus Ross en Trent Reznor achter de knoppen en schakelde ze bovendien een reeks topartiesten in om haar te begeleiden. Voor haar nieuwste worp werkte ze samen met gerenommeerde producers zoals Alex G, Michael Uzowuru, Greg Kurstin, Tyler Johnson en Emile Haynie. Het resultaat is een zeer persoonlijke plaat, eentje waarvan de artieste bovendien zelf verwacht dat het haar laatste album kan zijn omdat de gevolgen van lupus haar werk- en tourritme steeds meer dreigen te belemmeren.
Halsey had geen betere titel voor haar nieuwste werk kunnen kiezen want The Great Impersonator is een conceptalbum waarin ze haar persoonlijke verhaal vertelt door imitaties en interpretaties van haar grootste voorbeelden. Ze put inspiratie uit de jaren zeventig (Dolly Parton, David Bowie), tachtig (Bruce Springsteen, Kate Bush), negentig (PJ Harvey, Björk) en de jaren tweeduizend (Britney Spears, Fiona Apple). Niet alleen muzikaal zocht de zangeres rechtstreeks inspiratie bij haar helden; ook in de vormgeving van het album verwees ze naar klassieke iconen. In de aanloop naar de release plaatste ze foto’s op sociale media waarin ze verkleed was als al haar voorbeelden. Deze invloeden zorgen zowel visueel als muzikaal voor herkenning bij de luisteraar, maar gelukkig voegt de singer-songwriter met haar persoonlijke teksten genoeg eigenheid toe aan de nummers om authentiek te blijven.
Met een eenvoudige akoestische gitaar, minimale geluidseffecten en Halsey’s loepzuivere stem opent “Only Living Girl in LA” het album op een ingetogen manier. De muziek klinkt opgetogen, maar onder het vrolijk laagje zit een gitzwarte kern. De zangeres observeert haar leven aan de westkust en erkent haarzelf, ondanks al haar aandoeningen en gebreken, als het meest levenslustige personage in de stad vol vlakke beroemdheden en scrollende schermzombies. De sterke single “Ego” klinkt nadien extra uitgelaten en aanstekelijk, al hakt de grimmige tekst er hier evengoed op in. ‘I’m caught up in the everyday trend / Tied up by invisible thread / Walking down a razor-thin edge / And I wake up tired, think I’m better off dead’ zingt ze, en door de poppy melodie zou je het haast met een glimlach meezingen. En zo is het na amper twee nummers al duidelijk dat The Great Impersonator een plaat is met heel wat persoonlijkheden, net als de frontvrouw zelf natuurlijk.
De langspeler bevat heel wat sterke composities, en dat zijn zeker niet alleen de eerder uitgebrachte singles “The End,” “Lonely Is The Muse,” “I Never Loved You” en het aan Britney Spears eerbetoon brengende “Lucky.” Zo komt het door PJ Harvey geïnspireerde “Dog Years” grimmig en dreigend binnen, klinkt de stoffige seventiessong “Panic Attack” als een frisse outtake van Fleetwood Mac en mixt “Letter to God (1983)” op succesvolle wijze het ritme en de sfeer van Springsteens “I’m On Fire” met een semi-live ervaring. “I Believe In Magic” grijpt ons daarentegen bij de keel door de uiterst spaarzame, akoestische inkleding en de hartverwarmende boodschap: het nummer is een muzikaal eerbetoon aan haar eigen ouders en dient als een testament voor haar opgroeiende zoontje.
Over de hele linie bevat dit vijfde album van de Amerikaanse singer-songwriter geen enkel echt slecht nummer. Oké, “Arsonist” is een wat saai spoken-word experiment en “Letter to God (1974)” voelt aan als een flauwe demo, maar nergens zakt het album echt door het ijs. Daarvoor is Halsey simpelweg een te sterke songschrijfster en heeft ze te veel talentvolle producers naar de studio gehaald. Wel verliest ze wat punten ten opzichte van haar vorige album op het vlak van originaliteit en vernieuwing. Terwijl op If I Can’t Have Love, I Want Power elk nummer een eigen, drastisch ander geluid heeft en diverse stijlen succesvol worden gemixt, klinkt The Great Impersonator een stuk vlakker. Buiten enkele muzikale uitstapjes is het album voornamelijk op een akoestische basis gebouwd, en met een tracklist van achttien nummers komt dat de variatie niet altijd ten goede.
We vinden het daarnaast een gemiste kans dat Halsey het eerbetoon aan haar muzikale helden niet verder heeft uitgewerkt dan enkele muzikale en tekstuele knipogen en een goedgekozen socialmedia-campagne. Hoewel ze kameleons als PJ Harvey, Kate Bush en David Bowie eert, mist ze in de bijbehorende nummers de mate van vernieuwing die deze iconen waarschijnlijk zelf zouden hebben nagestreefd. Hierdoor voelt het eerbetoon meer als een gimmick om nieuwe nummers aan op te hangen en minder als een middel om haar eigen horizon te verbreden met frisse inspiratie. Haar nieuwste lp is zo zeker geen slechte plaat geworden, maar misschien toch wel een gemiste kans voor een talentvol artiest als Halsey.
In The Great Impersonator legt Halsey zichzelf en haar muzikale invloeden bloot, met een album dat evenveel eerbetoon is aan haar helden als een reflectie op haar eigen turbulente levenspad. Hoewel de muzikale verwijzingen naar iconen als David Bowie en Kate Bush een speelse knipoog vormen, missen sommige nummers de sprankelende vernieuwing die haar voorbeelden ooit brachten. Het resultaat is een persoonlijke, oprechte collectie liedjes die de luisteraar raakt, maar soms ook wat vlak blijft. The Great Impersonator is zo een sterke toevoeging aan een succesvol oeuvre, al hadden van een artiest met Halsey’s kaliber stiekem wat meer eigenzinnige magie verwacht.
Facebook / Instagram / Website
Ontdek “Dog Years”, ons favoriete nummer van The Great Impersonator, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.