Begin jaren negentig stopte een opgewonden plugger ons een mysterieuze white label-vinyl in de handen zonder enige info. Gestoeld op een van Edie Brickell gejatte beat, gecombineerd met een flard Robert Johnson en een door acteur Peter Fonda gesproken regel uit de film Wild Angels werd “Loaded” verbazend genoeg een culthit . De band in kwestie heette Primal Scream en kwam uit de grauwe, Schotse stad Glasgow. Het was een tijd van opwindende acidhouse, dito raves en overvloedig druggebruik. Later die maand kregen we na veel oponthoud frontman Bobby Gillespie aan de telefoon om het absolute meesterwerk Screamadelica (1991) te promoten. De sympathieke zanger was duidelijk zo stoned als een garnaal maar besefte wel dat de band goud in handen had.
33 jaar later blijkt Gillespie al zestien jaar afgekickt en klaar om de groep terug leven in te blazen. Dat is ook wel nodig. Want na een abrupte koerswijziging met het nochtans uitstekende Give out but don’t give Up (1994), opgenomen in Memphis en voorzien van hun grootste hit Rocks, speelde Primal Scream vooral in tweede klasse. Wie herinnert er zich immers nog iets van overbodige albums als XTRMNTR (2000) of More Light (2013)? Nochtans waren ’s mans soloproject Utopian Ashes (met hulp van Savages-frontvrouw Jehnny Beth) en zijn gastvocalen op de nieuwe Peter Perrett een creatieve voorbode voor wat komen ging.
En nu is er dus acht jaar na Chaosmosis eindelijk een nieuw teken van leven. Van een groep is nog weinig sprake. Na het vertrek van bassist Mani en de dood van toetsenist Martin Duffy, laat Gillespie zich enkel bijstaan door gitarist Andrew Innes en producer David Holmes. Die laat er met opener “Ready to go Home” meteen geen gras over groeien. De eerste single klinkt positief funky en wordt gedragen door een sexy gospelkoortje dat ook op “Love Insurrection” prima van jetje geeft. (Check zeker ook de remixes van deze twee nummers. Prima verbouwd door Terry Farley/Wade Teo en Black Science Orchestra, waarin de zijdezachte discostrijkers nog meer op de voorgrond treden.) Iets later wordt dat kunstje nog eens glansrijk overgedaan in de Jamiroquai-pastiche “Innocent Money”.
“Circus of Life” met een herkenbare Talking Heads-vibe die vooral gedragen wordt door een rafelige beat à la The Stone Roses nodigt ook ten dans uit, maar Come Ahead herbergt ook enkele absolute draken van nummers. “Heal Yourself” bewijst nog maar eens dat Gillespie niet echt over een mooie zangstem beschikt en ook in “Melancholy Man” gaat de brave kerel vocaal enorm de mist in. Holmes staat echter vooral bekend om zijn filmmuziek en is gefascineerd door sixtiespop, James Bond en Serge Gainsbourg. Die voorliefde voor brede, licht psychedelische arrangementen komt perfect tot uiting in de magistrale intro van het veel te bombastische “False Flags” en het bijna tien minuten voortslepende “Settler’s Blues”, een track waar normaal alleen Spiritualized in grossiert. Nee, dan liever “Deep Dark Waters”, een toverbal van een popsong die van een donkerblauwe strofe subtiel verkleurt naar een glitterend, goudgeel refrein. Denk aan Danger Mouse ontmoet Paul Weller. Het daaropvolgende “The Centre cannot hold” is enigszins vergelijkbaar, maar had wat ons betreft nog beter geklonken met een wervelende sitar.
Mogen we uiteindelijk van een geslaagde comeback spreken? Niet echt. Tekstueel verzandt het geheel meer dan eens in cartooneske, communistische slogans die anno 2024 simpelweg vooral belegen en onrealistisch overkomen. ‘Always the wealthy, never the poor’ of ‘All systems are failing’ lijken opzichtig gejat uit de bundel van een wereldvreemde tienerdichter. Niet erg geloofwaardig komende van een rockster die zijn ondertussen overleden vocaliste Denise Johnson koudweg bij het grof vuil zette toen hij ze niet meer nodig achtte. Laat ons daarom gewoon even afwachten of de nog aan te kondigen Europese tournee de band terug iets relevanter kan maken.
Facebook / Instagram / Website
Ontdek “Deep Dark Waters”, ons favoriete nummer van Come Ahead, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.