Het derde album van de Franse Clara Luciani is alles wat een liefhebber van goede popmuziek kan wensen, en meer. Pop, ondanks wat sommige puristische muziekkenners beweren, heeft een belangrijke plaats in de wereld. Goede popmuziek nodigt namelijk uit om mee te bewegen, of dat nu je hoofd, armen of benen zijn. Het laat je wegdromen naar verre, hopelijk mooie oorden. Pop vraagt je om mee te zingen, al is het vals. Het raakt je vanbinnen, maakt je blij of soms melancholisch. Voor liefhebbers van goede pop maakt het niet uit hoe het precies klinkt: of het nu met een scheurende gitaar of een laptop is gemaakt, of het gezongen wordt met een schreeuwstem of een zoetgevooisde toon. Goede pop is goede pop, zolang het je maar raakt. Pop maakt blij.
Clara Luciani is al jaren de belichaming van de betere popmuziek. In 2018 debuteerde ze met Sainte-Victoire en gaf ze met de discohit “La grenade” direct haar visitekaartje af. Clara houdt van retro, strakke volle productie en de jaren zestig/zeventig. Van een heerlijk catchy, niet per se vernieuwend, refrein en een bridge om daarna helemaal lekker mee te viben met het einde van het nummer. Maar ook over de gehele linie op dit debuut bewees ze smaakvolle disco af te kunnen wisselen met meer introspectieve momenten. Met haar tweede album, Cœur (2021), kwam ze nóg dichter bij de perfecte pop. Clara combineerde haar liefde voor disco met de poëtische teksten en Franse flair van het chanson. Luister nog eens terug naar “Respire encore” en ervaar hoe ze in staat is een extreem catchy nummer af te leveren en dat af te wisselen met een prachtig simpel en melancholisch duet met landgenoot Julie Dore (“Sad & Slow”).
Na het succes van haar tweede album nam Clara een welverdiende pauze. In die tijd trouwde ze met Alex Kapranos (zanger van Franz Ferdinand) en werd ze moeder van haar eerste kind. Vooral dat laatste heeft het nieuwe album, toepasselijk getiteld Mon sang, duidelijk beïnvloed. Na drie keer luisteren is het helder waarom we zo naar dit album uitkeken: het is opnieuw een mix van het bekende Franse chanson, een vleugje ABBA, en vooral Clara Luciani zelf, op haar best.
De singles “Tout pour moi” en “Romance“ gaven al een sterke voorproef van het album. “Tout pour moi “ ademt klassieke disco, terwijl “Romance “de traditie van het chanson eert, maar niet ouderwets aanvoelt. Het album opent met “Cette vie” conform het bekende, maar nooit vervelende recept van de Luciani-pop: een muur van violen hier, een koortje daar en bouwt dan rustig voort naar een aanstekelijk refrein en een prachtig opgebouwde brug. Vanaf het eerste nummer bewijst Clara dat ze een vakvrouw is die hier op de top van haar kunnen werkt.
Titelnummer “Mon sang” is er eentje die menig luisteraar, zelf een ouder of niet, niet onberoerd zal laten. Zonder zoetsappig te worden bezingt ze haar liefde voor haar kind en de kwetsbaarheid die je voelt als je de verantwoordelijkheid krijgt voor een kleine spruit. Dit thema keert meerdere keren terug op het album, soms expliciet, maar vaker subtiel verscholen in poëtische metaforen over vasthouden, loslaten en de toekomst. Ook het korte tussenspel mag op dit album niet ontbreken, zoals elke zichzelf respecterende artiest die tegenwoordig op zijn album heeft. Als brug naar het tweede deel van het album werkt “Interlude” prima. Het nummer bevat muzikaal weinig nieuws, maar vocaal is het een hoogtepunt. Na deze overgang naar het tweede deel van het album wordt de pop weer vrolijk gecontinueerd, met “Courage”, dat flirt met de hoofdprijs van meest ABBA-esque nummer van 2024 en “Seule”. Ook vermeldingswaardig en prachtig is “Ma mère”. Het begint als simpele pianoballade, maar daarna opent Luciani vakkundig de hemelpoort voor haar moeder. Beeldschoon.
Met “Tant pis” bijna aan het einde komen is zeker niet jammer. Het nummer is namelijk een van de sterkste nummers van het album. Samen met Sage (medeverantwoordelijk voor de albumteksten) en Pierrick Devin achter de knoppen bewijst ze keer op keer nummers te kunnen maken die bij elke luisterbeurt beter worden en een blij gevoel geven. Denk niet alleen aan ABBA, maar ook aan Dua Lipa in haar beste Future Nostaligia-dagen. Clara positioneert zich met dit album als aspirant-prinses van de Franse pop, en lijkt klaar om spoedig Vanessa Paradis van de troon te stoten.
Het afsluitende duet en derde single, “Forget me not”, met Rufus Wainwright, is een melancholische finale. De ideale afsluiter van de concerten die ze de komende maanden gaat geven. Of Wainwright haar daarin zal vergezellen, valt te bezien, maar daar zal de techniek een oplossing voor moeten vinden, want de afwisseling tussen beide stemmen en beide talen is hartverwarmend fijn.
Of ze de komende maanden op tournee ook niet-Franstalige landen aan zal doen is nog even de vraag, maar het mag duidelijk zijn dat Luciani het verdient om ook ver buiten het Franse taalgebied gekend en gewaardeerd te worden. Clara Luciani levert met Mon sang namelijk een album van grote klasse af. Een groeiplaat dat, eenmaal gegroeid, nog lange tijd loopjes naar uw platenspeler oplevert. Goed voor uw humeur én conditie. Kort gezegd: Clara Luciani levert pop van de bovenste plank.
Op donderdag 30 januari staat Clara Luciani in een uitverkocht Vorst Nationaal, maar voor show op 12 december 2025 in dezelfde zaal zijn er wel nog een handvol tickets. Daarnaast maakt Luciani deze zomer haar opwachting op Ronquières Festival, waar ze als headliner op vrijdag 1 augustus voor een goede sfeer mag zorgen.
Ontdek “Tant pis”, ons favoriete nummer van Mon Sang, in onze Plaatje van de plaat-playlist op Spotify.