Menig band heeft meerdere jaren de tijd nodig om een plaat met twaalf fatsoenlijke nummers bij elkaar te schrapen. DeWolff is niet zo’n band. Het heeft er alle schijn van dat de mannen uit Nederlands Limburg een eindeloos reservoir aan steengoede bluesrockliedjes in hun kelder hebben liggen. Elk jaar halen ze een nieuw dozijn naar boven en verschijnt een vers album. Muscle Shoals is het tiende.
DeWolff houdt van bijzondere projecten. Tascam Tapes namen ze met een viersporenrecorder op tijdens een tournee. Hun vorige album Love, Death & In Between werd opgenomen in een volledig analoge studio in Frankrijk. Dit keer trokken de mannen naar het stadje Muscle Shoals in Alabama, Amerika. Het herbergt twee beroemde studio’s waarin, vooral in de vorige eeuw, muziekgeschiedenis is geschreven. Door te kiezen voor deze studio’s stapt DeWolff in de voetsporen van Aretha Franklin, the Rolling Stones, Bob Dylan en The Black Keys.
Levert dat een goede plaat op? Het korte antwoord: ja. Vanaf opener “Natural Woman” zit de vaart erin en horen we bluesrock die je direct bij de keel grijpt en die tegelijk verfijnd is. Een gitaartje dat zich vanuit de verte aandient om bij binnenkomst te ontaarden in een vuige solo. DeWolff zit niet verlegen om een herkenbare riff en voegt daar in vrijwel elk nummer een wonderschone melodie aan toe. Het is niet het een of het ander. Het is allebei. Harmonieus als Bach en pure rock-‘n-roll.
Het Hammondorgel speelt een prominente rol, maar de melodielijnen klinken ook uit de gitaren. Waar op het vorige album de voet iets te vaak van het gas ging, houdt DeWolff dit keer het tempo erin. Pas bij het vierde nummer “Let’s Stay Together” doen de heren het even rustig aan om een verloren liefde te bezingen. ‘Is it within your power to save me?’ Het daaropvolgende “Ophelia” is een kleine rockopera on speed. Het lijkt een eerbetoon aan de jaren zeventig waarin de studio’s van Muscle Shoals hun hoogtijdagen vierden. In “Truce” klinkt zanger Pablo van der Poel als Axl Rose in zijn beste jaren. De saxofoon doet zijn intrede. Later horen we de piano alsof Jools Holland is ingevlogen. Het is wonderlijk hoe DeWolff twaalf nummers lang het niveau zo hoog weet te houden. Eigenzinnig zijn de heren ook, een gitaarsolo begint soms al in de eerste minuut. De lengte van de nummers varieert van drie minuten naar acht minuten en twintig seconden, schoon aan de haak. Op het dertiende en laatste nummer van Muscle Shoals horen we zelfs alleen krekels.
De plaat klinkt alsof ie voor je neus gespeeld wordt en zowel de oppervlakkige luisteraar, ‘wow, heerlijke bluesrock’, als de geconcentreerde luisteraar, ‘oef, verfijnde melodielijnen, wat doet die bas, hé, een koortje, piano én orgel?’, wordt bediend van begin tot eind. Het bijna absurde van DeWolff is dat we nu al weten dat er volgend jaar waarschijnlijk gewoon weer zo’n meesterwerk komt. Dat maakt het heel bijzondere toch iets minder bijzonder. Eigenlijk zonde.
DeWolff is in het voorjaar van 2025 op tournee door Europa. Op 10 januari spelen ze in Rotterdam, 30 januari in Amsterdam en op 1 februari in Antwerpen.
Ontdek “Truce”, ons favoriete nummer van Muscle Shoals, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.