Onze eindejaarslijstjes lopen bijna op hun einde, met vandaag het laatste exemplaar met betrekking tot albums. We hadden de afgelopen weken al de beste Belgische en Nederlandse platen, de internationale top 50, de indrukwekkendste hoezen en 35 albums die je misschien over het hoofd zag, en nu maken de twintig beste debuten de cirkel rond. Ook 2024 was namelijk weer een jaar waarin artiesten en bands zichzelf voor het eerste echt op de kaart durfden zetten met een volwaardig debuutalbum, en zo, volgens ons althans, de eerste steen legden van wat een mooie toekomst zou kunnen worden. Een veelbelovende lijst, vol bekende en minder bekende muziek.
Zoals altijd staan er ook hieronder geen artiesten die je al in onze andere lijstjes terugvond, wederom om de diversiteit te behouden. Ook vind je zoals steeds onderaan het artikel een Spotify-playlist terug met uit elke plaat ons favoriete nummer. Maar zoals steeds vooral: ontdek en geniet!
Been Stellar – Scream from New York, NY
New York is een van de Amerikaanse indiesteden bij uitstek, al is de aanvoer van frisse nieuwe bands de laatste jaren wat opgedroogd. In de voetsporen van onder anderen LCD Soundsystem, Yeah Yeah Yeahs en The Strokes treedt sinds kort echter een monter gezelschap genaamd Been Stellar. Op het geliefkoosde indielabel Dirty Hit bracht de groep dit jaar haar debuutalbum Scream from New York, NY uit en toonde ze zowel haar nostalgische als inventieve klank. Dat de leden sterke liedjes kunnen schrijven, staat buiten kijf, maar het is pas op hun eerste volwaardige langspeler dat alles echt in zijn plooi valt. Meeslepend, intrigerend en gewoon zeer cool: Been Stellar schreeuwt het van de daken van New York tot ver daarbuiten.
Chanel Beads – Your Day Will Come
Ontstaan uit de New Yorkse underground en deinend op de golven van benevelde dreampop, vinden we Chanel Beads. Op Your Day Will Come beschrijft Shane Lavers de wereld rondom zich met enkele rake zinnen: to the point en goudeerlijk. Deze heldere woorden dompelt hij echter onder in een onstuimige droomwereld. Ze worden dikwijls gezongen door de vervormde stem van Maya McGregory en omhuld met galmende beats en grillige texturen. Vooral de eigenzinnige songstructuren hebben een desoriënterend effect en maken van ieder nummer op deze plaat een scène die even snel verschijnt als verdwijnt. Your Day Will Come is een gebald debuut dat blijft nagalmen.
The Dare – What’s Wrong With New York?
The Dare sprong afgelopen najaar in het gat dat de ‘Brat Summer’ achterliet, en dat leverde hem meteen een hype op. Strak – of in het geval van Harrison Patrick Smith: brak – in het pak groovede de man hoekig door de club, want ondanks dat What’s Wrong With New York? ontegensprekelijk een fantastische dansplaat is geworden, schuwt hij ook de ruwere rockinvloeden niet. Waar de ene The Dare een afkooksel van LCD Soundsytem noemt, is de ander helemaal mee in zijn absurditeit. Nummers als “Perfume” en “Girls” gaan namelijk exact over hetgeen de titel doet vermoeden, hetzij met een vrij expliciet randje. De Amerikaan schiet met andere woorden tal van onvoorspelbare kanten uit, wat hem meteen ook een van de meest opvallende debuutplaten van het jaar opleverde.
The Dare – What’s Wrong With New York? (★★★½): Brak in het pak
De Mannen Broeders – Sober Maal
Afgelopen oktober bracht De Mannen Broeders een van de meest indrukwekkende debuutalbums van het jaar uit met Sober Maal, een werk dat zijn kracht niet haalde uit luidruchtige uitbarstingen, maar uit stilte en subtiliteit. De samenwerking tussen Colin H. Van Eeckhout (frontman van Amenra en zijn eigen project CHVE) en Tonnie Dieleman (Broeder Dieleman) werd opgenomen in de Doopsgezinde kerk van Middelburg en omhuld met een foto van een groep Vlamingen die daar tijdens de Eerste Wereldoorlog schuilden, wat resulteerde in een plaat die diepgeworteld was in religieuze thema’s, rouw en rituelen. Sober Maal ademde emotie uit die door de muziek heen voelbaar was en zelfs op momenten tot het diepste van onze ziel raakte. Met een combinatie van religieuze gedichten en liederen creëerde het een serene, bijna ceremoniële sfeer, terwijl de samenzang van de twee prachtig in elkaar overvloeide. We wisten al dat beide mannen mooie liedjes konden maken, maar op Sober Maal bewees het tweetal elkaar enkel maar te versterken.
De Mannen Broeders – Sober Maal (★★★½): Muzikale zondagsdienst
Doechii – Alligator Bites Never Heal
Ze vergrootte haar fanbase toen ze viraal ging op TikTok met haar muziek, en dit jaar bracht Doechii dan haar langverwachte debuutalbum uit. Alligator Bites Never Heal verwijst waarschijnlijk naar de moerassen van haar thuisstad Tampa, maar wij waren vooral geïnteresseerd in de muziek. Doechii is namelijk een artieste die er op muzikaal vlak enorm uitspringt en waar geen genre op te plakken valt. Het zorgt ervoor dat Alligator Bites Never Heal een variërende plaat is geworden, waarbij alle aspecten van de Amerikaanse worden uitgelicht. “SLIDE” bevat zwoele r&b, “FIREFLIES” is een intieme en gevoelige track, terwijl “CATFISH” dan weer zwaarder klinkt en de raps harder binnenkomen. Doechii zet zichzelf niet zomaar op de kaart met Alligator Bites Never Heal, ze maakt er zowaar een statement mee.
Doechii – Alligator Bites Never Heal (★★★½): Bakkenvol belofte
Fabiana Palladino – Fabiana Palladino
Soms duurt het even voordat een artiest een echte langspeler uitbrengt, en dat was ook bij Fabiana Palladino het geval. Haar eerste single dateert van 2017 en ze werkte enkele jaren aan haar debuutalbum, dat dit jaar eindelijk verscheen. Haar zelfgetitelde plaat is een intrigerend werk waarbij retro en futuristische sounds met elkaar duelleren. Disco, pop en r&b weeft de Britse met gemak aan elkaar tot een geheel dat ons van begin tot eind meeneemt in haar verhaal. “Can You Look In The Mirror” klinkt aanvankelijk uit de jaren tachtig, maar door de subtiele elektronica verliest Palladino nooit haar moderne touch. Deze lijn trekt ze door op het hele album, waardoor de plaat bij momenten herkenbaar – en zelfs nostalgisch – aanvoelt en tegelijkertijd ook fris. Het zelfgetitelde debuutalbum van Fabiana Palladino was alleszins het wachten meer dan waard.
Fat, Evil Children – Fat Evil Dogs, Fat Evil Cats, Fat Evil Bears, Fat Evil Rats
Als er een eindejaarslijstje bestond van langste albumnamen, dan stond Fat, Evil Children hoogstwaarschijnlijk in de top drie met Fat Evil Dogs, Fat Evil Cats, Fat Evil Bears, Fat Evil Rats. De band bestaat uit vier vrienden en dat is ook aan de muziek te horen. Alles valt in elkaar met als beginpunt de teksten van frontman Nic Skrabak en de andere muzikanten die het geheel opvullen met drums en gitaren. Hun debuutalbum voelt heel organisch aan, alsof de vier het op een namiddag gezellig met elkaar maakten. “Big Ol’ Bird” en “Burning” voelen bijvoorbeeld heel warm en comfortabel aan, terwijl het chaotische “Clean Me” klinkt alsof het gemaakt werd tijdens een spontane brainstormsessie. De vier vrienden van Fat, Evil Children creëerden een debuutalbum waarbij niks moet en alles mag, een mooie plaat die niet te gepolijst of geforceerd klinkt.
Fine – Rocky Top Ballads
De voorbije jaren is er een kenmerkend geluid ontstaan in Kopenhagen. Eigenzinnige artiesten zoals ML Buch, Astrid Sonne, Erika de Casier en Smerz lieten horen hoe ze hun songwriting verrijken met etherische texturen. Het is een indrukwekkend geluid dat we dit jaar ook hoorden op Rocky Top Ballads, het debuut van Fine. Op deze plaat zweeft de muzikant tussen folk, dreampop en een vleugje country, met een stem die koel en kristalhelder klinkt. Die zuiverheid kleedt ze aan met de kenmerkende ijle productie die in lijn ligt met die van haar eerder aangehaalde stadsgenoten. Zo biedt Rocky Top Ballads alles om de aandacht vast te houden: nummers die zowel qua inhoud als kleur sterk zijn.
Folly Group – Down There!
Folly Group maakt postpunk met heel wat ritmisch kluwen, zoals bijvoorbeeld The Feelies het de band meer dan veertig jaar geleden voordeed. Voor eigen bedrijf klinkt de productie verassend goed en ook het schrijverschap blijft consistent en interessant. Harper en co wisselen namelijk middenin een nummer naadloos af tussen stuiterende flarden dancepunk en hypnotiserende drones. Vreemd dat dit zo vloeiend kan klinken. Hierdoor hangt er een voortdurende nervositeit in het album, waardoor je alvast een koffie minder nodig hebt. Het tweede deel van de plaat neemt het iets rustiger, maar overal in de instrumentatie gebeurt er heel wat in vergelijking met andere punkbands.
junodream – Pools of Colour
We zullen het maar gezegd hebben: het debuutalbum van junodream hint op meer dan een manier naar Radiohead. Van de echoënde dreiging op “Fever Dream” tot de gevoelens van vervreemding die Pools of Colour oproept: de groep uit Londen heeft haar leermeesters goed gekozen. Op “Kitchen Sink Drama” toont Ed Vyvyan echter dat hij meer dan een kopie is. De zang is direct, bijna kittig, op een heerlijk hoogtepunt dat maar blijft doorrazen. Met haar indirecte maatschappijkritiek is er duidelijk goed nagedacht over Pools of Colour, maar nog belangrijker: de uitvoering is uitmuntend.
KNEECAP – Fine Art
KNEECAP was al jaren een vaste waarde in Belfast, maar daarbuiten… niet bepaald. Tot de groep dit jaar ontplofte met haar debuut Fine Art. Het drietal, dat Engelse en Ierse teksten moeiteloos door elkaar mixt, liet niet alleen een frisse wind door de rapscene waaien, maar liet ook zien dat het trots is op zijn afkomst en plaatste de Ierse taal volop in de schijnwerpers. Met scherpe beats, satire en thema’s die variëren van nachtelijke escapades tot diepgewortelde sociale kwesties, vonden de heren een perfecte balans tussen provocatie en toegankelijkheid, waarmee ze zich uiteindelijk naar de top van de ‘ones to watch’-lijstje knalden. Fine Art nog niet aangezwengeld? Dan is ons advies om je knielappen klaar te leggen, want de plaat is van kop tot staart een wilde rit van heb-ik-jou-daar. Oh, en als je toch al bezig ben, pak dan ook meteen de kortfilm mee. Die is misschien nog wel een grotere aanrader dan het album zelf.
Lintworm – Lintworm
Ergens uit een niet nader benoemde, maar heel angstaanjagende plek kwam plots Lintworm gekropen. Nog maar net boven de grond en meteen al kwam het viertal – BAM! – met het meest ‘in your face’-debuut van ons land. In minder dan twintig minuten bombarderen de leden ons met tal van lawaaierige riffs, beukende breakdowns en intens geschreeuw. Ondanks alle chaos en noise zit er toch enorm goede productie en een bepaalde frisheid in Lintworm. Dit komt mede door de diverse muzikale achtergronden en interesses van de vier jonge muzieknerds, maar vooral ook door het hoorbare spel- en experimenteerplezier.
Lintworm – Lintworm (★★★★½): FUUUUUUUUUCCCCKKKKKK!!!!!!!!!
Lola Young – This Wasn’t Meant For You Anyway
Lola Young schalt de laatste tijd regelmatig door de luidsprekers en dat is niet meer dan terecht. Twee jaar geleden werd ze reeds getipt door heel wat toonaangevende smaakmakers in de muziek, maar ze koos ervoor om in alle rust aan haar debuut te werken. De kracht van This Wasn’t Meant For You Anyway schuilt ‘m net in de doordachte en toch zeer gedreven manier hoe Lola Young haar levensloop overloopt. Onderwerpen zoals haar stemmingsstoornis gaat ze allesbehalve uit de weg en ze breekt zonder schroom of voorbedachte rade een aantal taboes. Het album bevat nummers met hitpotentieel, maar durft ook ruimte te laten voor experiment en haar heerlijke stem. Een popster zoals er in 2024 niet veel zijn en die genoeg karakter en eigen wil heeft om nog lange tijd generatie-overschrijdend succes te oogsten.
Nia Archives – Silence Is Loud
Ze gold al enige tijd als revelatie en nadat ze het vorig jaar schopte tot het lijstje met de beste ep’s, eindigt Nia Archives nu in dat met de beste debuutplaten. Silence Is Loud werd zo namelijk de verpersoonlijking van wat de Britse dj, producer en zangeres de afgelopen maanden telkens weer live wist neer te zetten: een broeierig feestje waarin geleidelijk aan elke gedachtegang smelt als schroom voor een stroboscoop. UK jungle, garage en breakbeats vinden elkaar telkens blindelings, met een aantal beenharde schijven tot gevolg. Extra speciaal aan dit album is dat Nia Archives de lyrics ook zelf voor haar rekening neemt en dus ook inzingt. Dat zorgt meteen ook voor een extra persoonlijk laagje in het geheel, wat maakt dat Silence Is Loud hier helemaal op zijn plek zit.
Nia Archives – Silence Is Loud (★★★): Ups, downs en vlaktes
Rachel Chinouriri – What A Devestating Turn of Events
Rachel Chinouriri heeft al zoveel bereikt in haar carrière dat het een beetje verbazend is dat ze dit jaar haar eerste echte volwaardige langspeler uitbracht. De Britse heeft namelijk al twee ep’s, een mini-album en heel wat singles op haar naam staan, stond op tal van festivals in haar thuisland en mocht al het voorprogramma voorzien van onder meer Lewis Capaldi. Ze werkte twee jaar aan What A Devastating Turn of Events, waardoor ze een duidelijkere sound kon neerzetten die minder experimenteel klinkt dan we van haar gewoon zijn. “Never Need Me” en “All I Ever Asked” zijn twee aanstekelijke nummers die niet veel nodig hebben om in ons hoofd te kruipen en daar even te blijven zitten. Daarnaast kan Chinouri ook inspelen op een emotionele en meer dramatische sound, met knappe songwriting in “What A Devastating Turn of Events” en “My Blood”. Met What A Devastating Turn of Events zet Rachel Chinouriri een duidelijk beeld van zichzelf als muzikant op de kaart en we kunnen niet anders dan dit een sterk debuut noemen.
Rachel Chinouriri – What A Devastating Turn of Events (★★★½): Struikelen, vallen en opgroeien
https://open.spotify.com/album/1Td1oiZTQFYR7N1QX00uhr?si=72c1e1ebf3924325
SPRINTS – Letter to Self
SPRINTS deed in 2024 ironisch genoeg een soort marathon, want het kwam maar liefst vier keer langs in België ter ondersteuning van het album dat al in de eerste week van het jaar uitkwam. Op Letter to Self mixen de Ieren handig postpunk, noise en pop. Hiervoor pakken ze uit met underground gitaarwerk en ruwe productie, terwijl het algemene geluid toegankelijk blijft. SPRINTS schotelt ons degelijke baslijnen voor die iets toevoegen aan het akkoordenschema, terwijl de strofen meestal in parlando afgeleverd zijn en de refreinen in koor met soms een ijzingwekkende schreeuw. De sound is vrij vrolijk, maar de teksten zijn matuur. Het enige minpuntje is dat de leidende lyrics zichzelf nogal vaak herhalen. Desalniettemin een plaat met pit en een van de sterkste recente rockdebuten.
SPRINTS – Letter to Self (★★★★): Punk als catharsis
Tapir! – The Pilgrim, Their God and The King of My Decrepit Mountain
Tapir! stond al eventjes op de radar bij liefhebbers van Black Country, New Road (waarmee het op tour vertrok), caroline en andere Windmill-gerelateerde revelaties. De afgelopen jaren bracht de groep de drie ‘acts’ van haar conceptueel debuutalbum uit als ep’s en dit jaar kwam het allemaal samen in The Pilgrim, Their God and The King of My Decrepit Mountain. Het geheel is een verhaal over een vaag omschreven pelgrimstocht, waarbij elke act wordt ingeleid door een spoken word-passage. De muziek wandelt dan weer tussen prachtige landschappen vol dromerig gitaargetokkel, wankele vocalen, subtiele blaasinstrumenten en wat binnensluipende elektronica. Sommige nummers beginnen breekbaar, maar barsten uit in grootse momenten, steeds voorzichtig tot alles uiteindelijk volledig openbreekt in “Mountain Song”.
Used – Night Shift
Used zette zich al van bij zijn eerste release(s) aan de top van de Belgische drum-‘n-bassscene en na de release van zijn debuutalbum is onze “LOVE” enkel maar gegroeid. De dj-producer leeft meer ’s nachts dan overdag en heeft een speciale band met energiedrankjes en tankstations; zaken die allemaal bijdroegen aan de naam Night Shift, dat hij promootte met een tijdelijke eigen nachtwinkel in hartje Antwerpen. Doordat elke track zijn eigen backstory heeft, klinkt het geheel divers, maar toch allemaal (bijna) honderd procent Used. Zo creëerde hij met “Dangerous Game” iets wat in zijn ogen dé perfecte dnb-track is voor de Main Stage van Tomorrowland, droeg hij “Lighthouse” op aan het tankstation van Ranst en dook hij de club in met “In My Head”. Daarnaast was er ook plek voor serieuzere thema’s als steeds in de spotlight lopen zonder dat eigenlijk te willen (“Limelight“) en niet goed in je vel zitten, terwijl je muzikale uitingen dat verre van doen uitschijnen (“Explanation”). Zo biedt Night Shift voor ieder veel wils en is het zeker voor nieuwelingen een toegankelijke en meteen ook representatieve introductie in het genre.
Used – Night Shift (★★★½): Veelzijdig vertegenwoordiger van zijn genre
Wishy – Triple Seven
Met Triple Seven loste Wishy een debuutalbum dat het beste uit enkele werelden combineerde. Gitaarpop (“Love On The Outside”) bestaat er naast Jimmy Eat World-beïnvloede emogaze. De band uit Indianapolis schuwt de klassieke tienergevoelens niet, maar pakt dat snugger genoeg aan om niet in het groteske te vervallen. Het geheel voelt langs de ene kant erg nostaligsch aan in een jaar waarin jaren ’90-invloeden in zwang zijn, maar rammelt vrolijk genoeg rechtdoor om nergens een kopie van te zijn. Een knap debuut dat met recht en reden al door BBC Radio 1 werd opgepikt.
Zsela – Big For You
Zsela heeft de tijd genomen om haar debuutalbum te laten rijpen. Dat wierp zijn vruchten af, want de tien nummers die Big For You rijk is zijn laagje per laagje uitgekleed en herleid tot hun kwetsbare essentie. De zangeres trekt de aandacht met haar lage stem met een diep timbre, maar ook de arrangementen zijn ontzettend verfijnd. Met de hulp van twee grote producers Daniel Aged (Frank Ocean, Kelela) en Gabe Wax (The War On Drugs) wordt een artpopklankenpalet gevormd, waar Zsela haar creativiteit en ziel volledig op kan ontplooien. Zo is Big For You een plaat geworden die je vastgrijpt, prikkelt en niet meer loslaat.
Wil je nog even een reis door het muzikale jaar ondernemen? We kozen uit elk album een nummer en goten alles in een afspeellijst op Spotify. Geniet ervan!
Deze lijst werd samengesteld door alle beren. De recensies werden geschreven door Simon Meyer-Horn, Lucas Palmans, Elisa Cogneau, Renaat Senechal, Stijn De Belder, Pieter Wilms, Jan Kurvers, Bryan Boomaars en Jan Surquin.