Nu Iceage heel even op een lager pitje staat, heeft Elias Rønnenfelt volop de tijd om zijn soloproject te laten floreren. In oktober bracht de Deen zijn debuutalbum Heavy Glory uit, een gewaagde en bovenal ambitieuze zoektocht naar de kern van zijn romantische ziel. Voor het album keerde de frontman van Iceage terug naar de bron, meer bepaald naar de hoofdstad Kopenhagen. De opnamesessies vonden in verschillende fases plaats, wat Rønnenfelt de mogelijkheid gaf om het album levendig te houden. Hij werd daarbij bijgestaan door zijn Iceage-kompaan Dan Nielsen, die achter de drumvellen eveneens de ingetogenheid opzocht. Nu het album een paar maanden heeft kunnen sudderen, trekt Elias Rønnenfelt er in 2025 op uit om het ook daadwerkelijk voor een publiek te brengen. Maandag trapte hij de mini-tour af in Brugge en gisteren was Brussel aan de beurt.
Terwijl de vriestemperaturen buiten wederom de bovenhand namen, liet Elias Rønnenfelt ons geleidelijk aan smelten met zijn smachtende nummers. Zijn snaren moest hij na het opkomen nog even in tune brengen, maar dat was een kwestie van enkele seconden. De eerste strelen over de metalen koorden klonken in het begin van “Unarmed” desondanks nog wat zoekende. Rønnenfelt moest er nog even inkomen, maar ondersteunt door een bassiste en drumvelbewerker Dan Nielsen vond hij wel snel de weg naar het hart. Het nummer brak mooi open en had meteen dat ontwapende waar we nog veel meer van konden genieten gedurende het concert. “No One Else” klonk dan al iets compacter, ware het niet dat een vervelende feedbacklus even de vaart uit het nummer haalde. Onverschillig telde Rønnenfelt af in zijn moedertaal om “No One Else” verder te spelen alsof er niets gebeurd was.
De opstelling voelde voor het drietal kennelijk wat onwennig en zorgde er voor dat Rønnenfelt toch wel wat tijd nodig had om zichzelf te kunnen verliezen in zijn muziek. De knop omdraaien lukte half bij het nogal nonchalante “Dean Da Da”. Van een ander hout was “Doomsday Childsplay” gesneden. Door zichzelf uit te leven op zijn akoestische gitaar zorgde hij voor een pakkende intensiteit die het nummer live nog meer tot leven wist te brengen. Zijn akoestische gitaar jaagde hij door een paar pedalen en een versterker, wat ook wel een toepasselijk ruw effect met zich meebracht. De versnelling deed de set wel goed en het was ook op dat elan dat het drietal voortborduurde. “Close” begon eveneens redelijk bescheiden, al werd het tijdens het eerste refrein onstuimig en op het einde wederom ontwapenend. De kunst van balanceren had Elias Rønnenfelt goed onder de knie.
Hoewel de nadruk vooral op zijn debuutalbum Heavy Glory lag, vulde Rønnenfelt de setlist aan met een aantal covers. Verrassend genoeg greep hij daarvoor ook terug op de discografie van zijn wat onderbelicht zijproject Marching Church. Zowel “Throughout The Borders” alsook “Not Worthy” gaven in een ietwat aangepaste versie het concert op het gepaste moment een iets andere draai, waarbij de country-akkoorden voor een contradictorische harmonie zorgde. Het publiek, dat mooi verdeeld rond het centrale podium stond, kon deze uitstap in ieder geval wel smaken. De draad naar het heden werd niet veel later met het vlotte “Like Lovers Do” weer naadloos opgepikt.
Een noodzaak om de nummers of het album van wat context te voorzien, voelde Elias Rønnenfelt niet. De bindteksten maakten dan maar plaats voor wat kortstondige onderbrekingen om de snaren weer in de gewenste tune te krijgen of om even de clip op zijn plaats te zetten. Gehaast waren de Denen niet, al hielden ze het tempo er in de tweede helft wel stevig in. “Another Round” had live nog wel dat hoekige en kille van Iceage, maar blonk dan toch vooral uit omwille van de directheid en het abstracte dat de spanning hoog hield. Zijn poëtische schrijfkunst imponeerde dan weer tijdens “Smile Please” en het bewust kleingehouden “River of Madeleine”. Het was bij beiden breekbaar, maar dan zonder de clichés nodig te hebben van de hedendaagse songschrijvers.
Op zijn album ontkleedde hij “Sound Of Confusion” van Spacemen 3 reeds op magistrale wijze en die oefening deed hij gisteren met nog meer overgave losjes over. De noisy gitaar botste en schuurde en had op zich een passend sluitstuk gevormd voor een reeds boeiend concert, al had Elias Rønnenfelt wel nog drie onvoorbereide extra’s in petto. “Soldier Song” en “No Place To Fall” hadden eigenlijk de setlist niet gehaald, maar werden gisteren op het einde alsnog gebracht als attentie voor het aandachtige Brusselse publiek. Vooral die laatste deed nog eens iets en toonde zijn ongebreidelde gave om een aan zich onopvallend liedje toch memorabel te maken. De kers op de taart bracht hij ten slotte helemaal solo op de gitaar: “Plowing into the Field of Love” van Iceage. Ook zonder noisy gitaren en afgelijnde drumpatronen kwam het pronkstuk in het oeuvre van zijn band binnen.
Op zijn soloproject wou Elias Rønnenfelt vooral de authenticiteit en het gevoel van het moment laten spreken en in dat opzet is hij wat ons betreft gisteren in Brussel zeker en vast geslaagd. De nummers werden niet alleen met veel inlevingsvermogen gebracht, maar maakten ook net door de imperfectie een blijvende impact op allen die aanwezig waren. Je voelde tevens ook dat de nummers hun finale bestemming nog niet bereikt hebben, en dat ze juist op het podium een nieuw en steeds weer veranderend leven tegemoet gaan. Dat biedt enerzijds perspectief op de toekomst, maar maakte zijn passage in de Botanique nog net iets eenmaliger.
Setlist:
Unarmed
No One Else
Dean Da Da
Doomsday Childsplay
Close
Throughout The Borders (Marching Church cover)
Not Worthy (Marching Church cover)
Like Lovers Do
Worm Grew A Spine
Another Round
Smile Please
Dean 2
River of Madeleine
Sound of Confusion (Space Men 3 cover)
Soldier Song
No Place To Fall
Plowing into the Field of Love (Iceage cover)