© CPU – Chris Stessens
Een keer per jaar gooit Trix al zijn zalen open met als doel artiesten aan het werk te zien voordat ze op de grote festivals staan, of zelf zalen uitverkopen. We Are Open is dan ook een broedplaats voor jong talent, waar naast het veeltalige publiek ook weleens wat bookers over de vloer kunnen komen. Reden temeer voor de artiesten om hun stinkende best te doen op vrijdagavond dus, en dat zagen we. Met de donkere, progressieve pop van MEYY, de Kempense poppunk van Spare Kid, de scherpe, ruige uppercuts van Bloed en een pop-upshow van LeBlanc klonk er in Trix muziek uit zowat alle deuren.
Bloed @ Café
© CPU – Chris Stessens
Bloed mocht als eerste aantreden en deed dat niet bepaald voor een leeg Café. De groep uit Oostende liet namelijk al vroeg op de avond de kleinste zaal aan de Noordersingel tot de nok toe vollopen, waar het vervolgens bloedserieus de boel kort en klein mepte. Het was hard, ruig en zat vol met scherpe hoeken en randen, waarbij het drietal met nummers als “Broeder”, “Doop” en het nieuwste “Druk” zelfs zulke rake klappen uitdeelde, dat het bijna tot bloedens toe was. Trix was wakker, en goed ook.
Dracoboy @ Kelder
© CPU – Chris Stessens
Speciaal voor We Are Open bouwde Trix nog een extra podium, en wel in de kelder van het complex, waar een toneel van slechts enkele vierkante meters uit de grond werd gestampt. Dat was echter veel te klein voor rapper Dracoboy, dus liet hij al snel in zijn set de planken achter zich en zou hij, te midden van de vloer, zijn rapkunsten vertonen. Veel konden we er door de snelheid en de Franse taal niet van verstaan, maar dat was volgens de Brusselaar niet erg. Zijn muziek was namelijk de taal van de wereld, en was gevormd door vibes en beats; iets dat hij ook in de kelder ten gehore bracht. Vol passie bracht hij zijn waterval aan woorden en vaker dan eens was er een beat van meer dan honderdtachtig bpm hoorbaar, waardoor ons hoofd al snel driftig heen en weer ging. En ondanks die taalbarrière, was het nog best vermakelijk.
COLT @ Zaal
© CPU – Chris Stessens
In de Zaal was het aan het Franstalige COLT om het bal te openen. Het duo, bestaat uit Coline Debry en Antoine Jorissen, had voor de show in Trix ook een heuse band meegenomen en trok ten strijde met vijf man sterk, maar helaas voor hen moesten ze hun kunsten tonen voor een mager gevulde zaal. Waar we het bij Dracoboy maar moeilijk hadden om er iets van te verstaan, ging dat ons bij COLT een stuk beter af en konden we de teksten over onder andere het liefdesleven van Coline prima volgen. Muzikaal was het soms wel een beetje zoeken en hier en daar kon het zeker wel wat scherper, maar al bij al kon het er mee door.
Vaag @ Café
© CPU – Chris Stessens
Eigenlijk was gisteren het Café het epicentrum voor de hardere gitaarliefhebbers. En die liefhebbers waren er in grote getale, want ook bij de set van Vaag was het knokken voor een plekje. Ook wij sloten aan in de rij, want als je een van de betere ep’s van afgelopen jaar uitbracht, dan kunnen we niet anders dan benieuwd zijn. Met Paniek! onder de arm schoot het vol vertrouwen uit de startblokken en vanaf de eerste riff werd meteen duidelijk waarom er zoveel mensen naar binnen wilden. De groep walste namelijk als een op hol geslagen snelheidstrein doorheen de set, zonder ook maar een moment gas terug te nemen. In tegenstelling tot wat grootste single “Paniek!” doet vermoeden, was er gisteren nooit paniek in de tent en wist de groep precies waar ze mee bezig was.
MEYY @ Zaal
© CPU – Chris Stessens
MEYY stond al in het voorprogramma van Oscar and the Wolf en Angèle, en wordt al een tijdje een veelbelovende toekomst voorspeld, maar veel meer dan haar hoofd stak de Brusselse tot hiertoe nog niet boven water. Misschien dat deze WAO-editie daarbij kon helpen, al liet ze van de meet af aan haar hoofd gesluierd onder een zijden gordijntje. In een mix van Frans en Engels galmde haar stem door de Zaal, in een set die we als scifi-pop zouden omschrijven. De zangeres versterkte haar walm van mysterieuze fragiliteit door haar achtergrond in dans, en bracht een gevarieerde set; van akoestische gitaar tot donkere trapbeats en spoken word intro’s… “ur girl / someone else” klonk leuk en dansbaar, terwijl de relatie met haar gitaar toch nog een tikkeltje onwennig voelde. Een goede samenvatting van MEYY’s set waren de enthousiaste, goedkeurende blikken die de bezoekers rond ons naar elkaar wierpen. Van onze sokken geblazen waren we absoluut niet, maar spijt dat we naar de Zaal kwamen, was evenmin aan de orde.
Bobbi Lu @ Club
© CPU – Chris Stessens
Hoewel op de tweede festivaldag de echte zondvloed aan ‘Grote Beren van Morgen’ aanbreekt, kregen we gisteren al een klein voorsmaakje in de vorm van oud-‘Grote Beer’ Bobbi Lu. Haar mix van dromerige elektronica en experimentele pop wist moeiteloos een sfeervolle greep op de zaal te krijgen, met haar ijle vocalen als hypnotiserend middelpunt. Toch bevatte de set ook een irritatiepuntje en dat was wel de bass die in de muzikale laag verweven zat. Meerdere malen dreunde deze zo ver door, dat onze trommelvliezen per direct de ziektewet in wilden. Echt fijn was dat niet en dat haalde de glans van het optreden, want voor de rest was Lucy Ryan, de persoon achter de artiestennaam Bobbi Lu, beresterk.
Spare Kid @ Café
© CPU – Chris Stessens
Een goede streep rock of punk kunnen we altijd wel smaken, maar als die uit de Kempen afkomstig is, zijn we nog altijd iets blijer. Spare Kids binnenkomer wist ons echter nog niet meteen te overtuigen, maar vanaf het tweede nummer waren we mee. Door de gitaren heen hoorden we, zoals de heren ook toegeven, een beetje blink-182 sijpelen. Wat volgde liet zich kenmerken door verschillende tempowisselingen en diversiteit tussen hard en minder hard. De mannen uit Rijkevorsel, drie broers en een jeugdvriend, amuseerden zich op de podium van het Café merkbaar en hadden een dankbaar en prettig aura om hen heen hangen. Ze weten wat rocken is, al was het het melodieuzere, aanslepende ‘rustigere nummer om pinten te gaan halen’ nog hetgeen dat ons het meest kon boeien. Afsluiten deed het kwartet met debuutsingle “Preoccupied”, dat net niet volstond om de ruimte tot een figuurlijk kookpunt te brengen. Ach, 95 graden is ook al warm…
WASTE @ Bar
© CPU – Chris Stessens
Een afgeladen volle Bar stond al enkele minuten op voorhand paraat om de soundcheck van WASTE te aanschouwen. Voor het publiek misschien onbekend terrein, voor de Antwerps-Aarschotse band absoluut niet: ze is huidig artist in residence bij Trix. Lag het niet aan de drukke opkomst, dan wel aan de Sound Track-laureaat toen de voegen in de muren een half uurtje later barsten vertoonden. Met onregelmatige, experimentele noise en vocale uitbarstingen waar de Etna en de Eyjafjallajökull nog iets van kunnen leren, kreeg het volk spek naar zijn bek. Frontman Jef Jenaer gooide zijn gierende stembanden zonder nadenken in de strijd, tot hij ze bijna aan gort schreeuwde – zowel op een cover van Britney Spears als of afsluiter “If I Had A Gun”. Deze band staat misschien wel een mooie carrière te wachten, op één voorwaarde: dat Jenaer zijn stem voldoende soigneert.
Maria Iskariot @ Club
Hoewel We Are Open bijna altijd kleine bands in the picture zet, had het gisteren met Maria Iskariot een serieus grote vis binnen gehengeld. Toch speelde de groep boven in de Club en hoewel we daar op voorhand vragen bij hadden, werd het ons gisterenavond duidelijk dat het de perfecte keuze was. De band floreerde namelijk in de clubsetting, waar de verkleinde ruimte perfect aansloot op het geluid van de groep. De gruizige gitaren en snijdende zanglijnen voelden in de Club nog intenser aan dan tijdens de openluchtshow op Brakrock, terwijl de energie van de band alle hoeken van de zaal opzocht. De mix was ruw, maar perfect passend bij de muziek en nummers als “Lief Klein Kind” en “Dat Vind Ik Lekker” werden uitstekend gebracht, waardoor Maria Iskariot kan terugkijken op een succesvolle passage op het Antwerpse festival.
LeBlanc (Secret Show)
Wie tussen Jennifur en Butchpm b2b Lauravioli door het Café passeerde, zag hoe aan de andere kant de jeugd het even overnam. Brusselse rapper LeBlanc speelde er een pop-upshow, samen met zijn producer Woebn, MC Ide Snake en zijn gitarist. Een korte maar krachtige twintig minuten waren we getuige van een flukse set vol bangers, doorspekt met drum-‘n-bass- en frenchcore-invloeden, zoals De Nieuwe Lichting-nummer “BOOS”, “JA ZE WETEN” en “Ritcs (Nog Steeds Op Een Zoektocht)”. De moshpit raakte aanvankelijk niet gevuld, dus vulde de rapper de ruimte zelf maar vanop een ladder om “Alleen” – een track over eenzaamheid – ten gehore te brengen. Een energiedipje tussen alle andere high-energy beats, maar wel eentje waardoor we een nummer hebben om op de weg terug naar huis op repeat te zetten. Zullen we het zo zeggen: twintig minuten waren te kort.
Vandaag vindt in Trix de tweede festivaldag van We Are Open plaats. Ook wij zijn weer aanwezig!
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!