Van de snijdende intensiteit van postrock, via de loodzware klanken van doom tot de gelaagdheid van sludge: Pelagic Records is al jaren een thuisbasis voor liefhebbers van atmosferische en experimentele heavy muziek. Het Berlijnse label, opgericht rond de progressieve metalband The Ocean, heeft inmiddels een indrukwekkend roster opgebouwd met namen als BRIQUEVILLE, Psychonaut en Hippotraktor. Onlangs werd daar een nieuwe Belgische aanwinst aan toegevoegd: Pothamus. De Mechelse band, bekend om hun bezwerende ritmes en onheilspellende composities, brengt hun nieuwe album Abur uit bij Pelagic.
De verwachtingen voor de nieuwe plaat van Pothamus waren al hooggespannen na de vooruitgeschoven singles en vooral “Zhikarta” maakte vooraf diepe indruk: een bijna tien minuten durende trip die volledig trouw blijft aan de kenmerkende Pothamus-sound. Het nummer bouwt gestaag op, trekt je langzaam mee in zijn hypnotiserende ritmes en duistere soundscapes, tot de onvermijdelijke storm losbreekt in het tweede deel. De keiharde schreeuwen van Sam Coussens stuwen de intensiteit omhoog, terwijl de kalmere zanglijnen richting het einde voor een intrigerend contrast zorgen. Een indrukwekkend voorproefje dat de lat voor de rest van het album torenhoog legde. De band voegt daar nu nog vier nummers aan toe en wie zich afvraagt of dat wel genoeg is: het imposante “Abur” alleen al duurt vijftien minuten. Pothamus neemt gelukkig de tijd om hun atmosferische en meeslepende composities volledig tot hun recht te laten komen.
Met titelnummer “Abur” levert Pothamus ook direct het absolute hoogtepunt van hun gelijknamige album af. Vijftien minuten lang trekt het trio uit Mechelen je mee in een trance van stuwende riffs, repetitieve ritmes en een haast rituele intensiteit. Wanneer je denkt dat de climax bereikt is, schuiven ze de grens nóg een stukje verder. Op plaat al een overdonderende luisterervaring, maar live ongetwijfeld een totale mokerslag. De band haalt inspiratie uit onder andere oosterse filosofie en boeddhisme, wat duidelijk doorklinkt in de sfeer van het album. Zo duikt de ‘Surpeti’ op, een Oosters drone-instrument dat traditioneel wordt gebruikt bij mantrazang. De bezwerende ritmes nemen je moeiteloos mee naar verre oorden.
De prijs voor het meest intense nummer op Abur gaat waarschijnlijk naar “Ravus”. De snijdende vocalen van Sam Coussens sluiten naadloos aan bij de loodzware bas van Michael Lombarts en de zo mogelijk nóg zwaardere drums van Mattias M. Van Hulle. Halverwege krijgen we even de kans om op adem te komen – het zij kort, maar net lang genoeg – voor we midden in een bloedmooie climax belanden. Die keiharde drums? Die mogen de buren best horen, want met “De-varium” schakelt Pothamus daarna een versnelling terug. Althans, in volume. Dit drone-achtige nummer is minimalistisch van opzet, maar juist daardoor niet minder hypnotiserend. Datzelfde geldt voor “Yvakus”, dat voortkabbelt op diezelfde repetitieve structuren, met slepende drums en dromerige vocalen. We wachten op de climax, maar die blijft uit. En juist dát voelt eigenlijk als het meest logische.
Met Abur levert Pothamus een meeslepende en intense luisterervaring af, waarin alles naadloos lijkt samen te vloeien. De band neemt de tijd om hun composities volledig tot hun recht te laten komen, zonder in herhaling te vervallen. Van de brute kracht van “Ravus” tot het subtiele, slepende karakter van “Yvakus”, Abur is een album dat je niet zomaar op de achtergrond aanzet. Het vraagt om volledige overgave – en terecht.
De releaseshows op 27 en 28 februari in de clubzaal van AB zijn helaas uitverkocht. Pothamus werd echter ook aangekondigd voor Samhain, 29-30 maart in Trix, en voor Roadburn op 20 april. Op 17 augustus maakt de band zijn opwachting op Dynamo Metalfest.
Ontdek “Abur”, ons favoriete nummer van Abur, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.