Als er in 2100 een overzicht wordt gemaakt van de Belgische muziek van de dan afgelopen eeuw, dan zal Tamino daar wellicht niet in ontbreken. De Belgische singer-songwriter met Egyptisch bloed wist met doorbraaksingle “Habibi” een grote, doch innemende indruk te maken en alles dat hij sindsdien met zijn zachte en delicate handen heeft aangeraakt, lijkt in een of ander Belgisch/Egyptisch goud te veranderen. Debuutalbum Amir kreeg de aandacht die de prachtige muziek verdiende en op opvolger Sahar veranderde er niet veel aan Tamino’s gouden formule. De engelenstem en soms filmische muziek namen ons nog steeds mee naar hogere sferen, en als kleine verrassing werd de stem van de singer-songwriter eenmalig aangevuld door die van Angèle, wat haar mooiste samenwerking werd (sorry, Dua Lipa). Ook deze keer veel Tamino zoals we hem kennen, met dit maal een gastbezoek van de Japans-Amerikaanse Mitski.
Wie de ogen sluit en op ‘play’ duwt, ziet meteen Tamino in een gezellige, eerder donkere kamer zitten met een oed (Arabisch snaarinstrument) in de hand. Het snaarinstrument keert doorheen de plaat regenmatig terug en zorgt voor een Noord-Afrikaanse sfeer. Tamino’s stem is het licht dat over het donker getokkel schijnt en zo wordt Every Dawn’s a Mountain op een nederige en eenvoudige manier geopend. De plaat begint nog soberder dan Sahar en nadat Tamino aantoont dat hij niet veel nodig heeft om ons warm te maken, wordt de muziek warmer op single “Babylon“. Het nummer deinde vorig jaar al over enkele festivalweides met zijn prachtige getokkel, zachte percussie en innemende filmische karakter. Tamino neemt ons wederom mee mee naar een wereld waarin hij Sultan is. Zijn prachtige stem krijgt zijn volledige volk stil en terwijl de muziek een hoogtepunt bereikt, doen ook onze emoties dat. Naarmate de muziek luider wordt, worden wij alleen maar stiller en gaan we meer gaan genieten van de gelaagdheid waarin ook prachtig strijkwerk te horen is.
De titeltrack wordt terug wat meer ingetogen en dat geldt eigenlijk voor het merendeel van Every Dawn’s a Mountain. Elk nummer voelt aan als de opkomende zon die ons gezicht verwarmt en wat gelukhormoontjes vrijmaakt, maar de zon gaat zelden zo hoog als tijdens “Babylon”. Tamino levert wel mooie gelaagde nummers af waarbij we het ook van binnenuit warm krijgen en in het geval van “Every Dawn’s a Mountain” zorgen die zachte en hoge backings er op het einde voor dat we eventjes aureooltjes waarnemen. Op “Sanctuary” komt de engelenzang dan weer uit de mond van Mitski, die wat meer melancholie en blauwtinten aan de muziek toevoegt. Het nummer plaatst zich in het midden van de plaat en doorbreekt de typische sound een beetje, waardoor er eventjes een frisse, koelere wind blaast door het warme landschap dat Tamino tot hiertoe vaak schildert.
“Raven” opent met een gestage beat en spannend gitaarwerk waarop er lekker gedeind kan worden. Tamino komt hier met een coolere vibe die opmerkelijk Westers aanvoelt. Het valt op hoe de grootse filmische nummers waarbij we worden meegenomen naar Egyptische landschappen hier minder terug te vinden zijn, zoals dat met bijvoorbeeld “So It Goes“, “The Flame” of het uptempo “Fascination” in het verleden al gebeurde. Toch blijft “Raven” een sterk nummer, al schiet hier onder andere de gedachte binnen dat het lied even goed van een andere singer-songwriter kon zijn als de oed zou vervangen worden door een gitaar. Op “Elegy” komt de typische Tamino-zang terug wat meer naar voren, waardoor het lange en meeslepende nummer ons terug helemaal binnenzuigt in het universum van Tamino zoals we hem al langer kennen. Ook in de tweede helft (na een ietwat lange opbouw) van “Dissolve” verdwalen we met gesloten ogen in dat universum voor er met “Amsterdam” een zacht en braaf einde aan gebreid wordt.
Staan er slechte nummers op de nieuwe plaat van Tamino? Zeker niet, en we zouden het album ook helemaal niet als saai of teleurstellend omschrijven. Toch moeten we toegeven dat Every Dawn’s a Mountain soms net iets meer mocht zijn. De vollere Tamino-sound of een sneller of krachtiger lied had de plaat als geheel extra in de verf kunnen zetten. Sterke songs “Babylon” en “Sanctuary” stelen de spotlights, terwijl de meeste andere nummers opvallend soberder en vaak minder magisch zijn. Er worden minder Egyptische landschappen geschilderd en er heerst iets vaker een gezellig en mooi woonkamergevoel. Tamino pakt het dus wat kleiner aan, waardoor het minder filmisch, maar misschien wel wat oprechter wordt. Die eenvoud siert kan Tamino zeker en vast, maar Every Dawn’s a Mountain voelt als geheel af en toe wat braafjes aan.
Na een tournee doorheen Noord-Amerika keert Tamino terug naar Europa met tussenstops in alle uithoeken ervan. Van de voorlopig geplande data is die in Brussel de laatste. Op 31 oktober zal Tamino te zien zijn in Vorst Nationaal, of hij een Halloween-kostuum zal dragen, weten we nog niet.
Facebook / Instagram / Website
Ontdek “Elegy”, ons favoriete nummer van Every Dawn’s a Mountain, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.