© CPU – Peter Verstraeten
Sturgill Simpson is niet meer, althans dat verklaarde de zanger toch zelf. Onder zijn eigen naam ging hij slechts vijf studioalbums uitbrengen en wat daarna zou gebeuren moest nog blijken. Uiteindelijk koos Simpson ervoor om iets Bowie-esk te doen en voor zijn nieuwste album een alter ego in het leven te roepen; Johnny Blue Skies. Als Johnny Blue Skies en met het vorig jaar verschenen Passage Du Desir zakte de Amerikaan voor het eerst sinds de coronapandemie weer af naar het Europese vasteland, waar ook een stop in La Madeleine op de planning stond.
Het gebeurt niet vaak dat we een mailtje krijgen met daarin de speciale mededeling dat het concert om half acht al begint, maar bij Sturgill Simpson in La Madeleine was dat wel het geval. De Amerikaan staat er dan ook om bekend marathonsets van om en bij de drie uur te doen en dat was ook in Brussel niet anders. Ondanks dat het bijna negen jaar geleden was dat Simpson nog eens in België aan het werk te zien was, was het concert niet helemaal uitverkocht, al was de zaal omstreeks half acht gelukkig wel aardig vol gelopen.
© CPU – Peter Verstraeten
Met “Railroad of Sin” werd op hoog tempo geopend met snelle drums en de eerste van vele keren gitaargescheur. Het gas werd vervolgens wat minder hard ingeduwd, maar wel nog steeds gewoon hard met “Brace for Impact (Live a Little)”, dat werd ingeleid met een lange jam waarbij de slidegitaar van Laur Joamets het meest indrukwekkende was. Doorheen de avond volgden nog vele jams, maar daarvoor kregen we eerst nog de balladachtige en van fraaie hammondsolo voorziene William Bell-cover “You Don’t Miss Your Water”, waarmee Simpson en diens band in drie nummers al meteen veel van hun veelzijdigheid in het gezicht van een heel enthousiast publiek duwden.
Dat publiek werd nog wat enthousiaster toen “Long White Line”, een van Simpsons meest bekende nummers, werd ingezet. De smartphones gingen de lucht in terwijl de Amerikaan, zoals hij een heel concert lang deed, een straffe en lange versie ten gehore bracht. Een andere constante was dan weer dat heel wat nummers moeiteloos en soms haast geheel ongemerkt in elkaar over gingen. De combinatie van “If The Sun Never Rises Again” en “Spanish Moon” van Little Feat was er eentje die echt wel heel goed paste, terwijl Simpson daarbij ook nog eens door middel van zijn gitaarvolumeknop een vioolachtig geluid uit zijn instrument perste.
© CPU – Peter Verstraeten
Los van zijn gigantische portie eigen materiaal had Simpson doorheen de avond hier en daar ook wat gaatjes voor covers, zo kregen we na de reggaeachtige Eddie Murphy-cover “Party All the Time” de krachtige gitaarrifs van Led Zeppelins “Black Dog” en volgde ook nog Procol Harums “A Whiter Shade of Pale”. Het lied, dat natuurlijk werd ingezet met die iconische hammondintro, werd met enthousiast gejoel onthaald. Simpson deed er verder volledig zijn eigen ding mee, door de melodie wat aan te passen zodat die beter bij zijn stem zou passen.
Na het meekwelen van “A Whiter Shade of Pale”, waarmee we de kaap van anderhalfuur of in Sturgill Simpson-termen een half concert, was het wederom rocken geblazen. Het ongelooflijk groovy “Best Clockmaker on Mars” was alles wat een rocknummer live moet hebben, met een aanstekelijke riff waarop werd geheadbanged en zelfs een cymbaalhouder die het na al het gemep van drummer Miles Miller zelfs even begaf. Toch was het tweede deel van het concert in zijn totaliteit wat kalmer dan het eerste, al zegt dat absoluut niets over de kwaliteit. Wanneer Simpson en band volledig laid-back stonden te spelen, leken tijd en ruimte haast niet te bestaan.
Voor we het wisten begon Simpson zo’n halfuur voor het einde aan de einsprint van zijn marathon. Tijdens het slownummer “I’d Have To Be Crazy” gingen er zowaar nog aanstekers – nog zoiets dat bijdroeg aan het verdwijnen van het besef van tijd, want we konden ons net zo goed weer in de jaren zeventig bevinden – de lucht in. Uiteindelijk werd nog één keer ferm gerockt en gejammed met na een swingend “Life of Sin” en “Turtles All The Way Down” nog een extra lange versie van “Call To Arms”, waarbij het publiek per keer dat de riff gespeeld werd uitbundiger stond te springen. Een betere manier om de avond af te sluiten bestaat niet.
Sturgill Simpson, of Johhny Blue Skies, bracht in La Madeleine samen met zijn band een voortreffelijke en mooi uitgebalanceerde marathonset, waarbij de jams en goede vibes centraal stonden. Mochten er anno 2025 nog mensen zijn die zeggen dat country op sterven na dood is, dan verwijzen we die met veel plezier door naar een concert van Sturgill Simpson.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Setlist:
Railroad of Sin
Brace for Impact (Live a Little)
You Don’t Miss Your Water (William Bell cover)
Long White Line (Moore & Napier cover)
If the Sun Never Rises Again
Spanish Moon (Little Feat cover)
Right Kind of Dream
Living the Dream
A Good Look
Party All the Time (Eddie Murphy cover)
A Good Look (Reprise)
All Said and Done
All Around You
Mint Tea
The Promise (When in Rome cover)
A Whiter Shade of Pale (Procol Harum cover)
Best Clockmaker on Mars
I Don’t Mind
Scooter Blues
One of the Road
Water in a Well
Jupiter Faerie
Welcome to Earth (Pollywog)
It Ain’t All Flowers
I’d Have to Be Crazy (Steven Fromholz cover)
Life of Sin
Turtles All the Way Down
Call to Arms